Juichend bij het zien van haar tijd, maar daarna met de handen voor de ogen bij de ritten die volgden. Wüst moest drie ritten lang wachten om te zien of haar 1.53,28, anderhalve seconde sneller dan wie ook tot dat moment, genoeg was. Het grootste gevaar zat echter in de slotrit. Miho Takagi ging snel uit de startblokken en lag met het luiden van de bel slechts drie honderdsten achter. Op de streep kwam ze vier tienden tekort.
Takagi was al het hele seizoen net de betere van de twee. De Japanse wist alle wereldbekers te winnen waar ze aan de start stond en was daarbij telkens fors sneller dan de Nederlandse. Wüst kent echter als geen ander de kunst van het pieken. Op haar laatste Olympische Spelen onderstreepte ze nog maar eens dat de 1500 meter 'haar' afstand is. Wüst werd vijf keer wereldkampioen op de schaatsmijl, won de 1500 meter bij vrijwel al haar allroundtitels en was 25 keer de beste in een wereldbekerwedstrijd. De Nederlandse koningin van de Spelen wist ook nu weer de perfecte rit te rijden op het juiste moment.
"Het daalt nu pas langzaam in wat ik eigenlijk gedaan heb", realiseerde Wüst zich voor de camera. "Voor de vijfde Spelen op rij goud en het zesde goud in totaal. Dat doe je als 19-jarig broekie in Turijn schreeuwend voor de camera en nu weer zestien jaar later nog een keer op je 35e. Ongelofelijk. Dit is uniek. Het was weer een toprace op het juiste moment. Je gaat vanbinnen helemaal kapot van de spanning. Als het dan weer lukt. Dat slaat helemaal nergens op. Niet normaal."
Ireen Wüst, de meest succesvolle Nederlandse olympiër ooit, veroverde ook op haar vijfde Olympische Spelen een gouden medaille. Dat lukte nog nooit een wintersporter. Wüst pakte bij haar olympische debuut op de Spelen van 2006 in Turijn goud op de 3000 meter. Vier jaar later in Vancouver werd ze olympisch kampioene op de 1500 meter, bij Sotsji 2014 won ze de 3000 meter en ploegenachtervolging. Op haar vierde Spelen, in 2018 in Pyeongchang, was Wüst weer de beste op de 1500 meter en ze prolongeerde haar titel maandag in Beijing. Daarnaast heeft ze ook nog vijf zilveren en een bronzen medaille veroverd op de Spelen.
Met een totaal van twaalf olympische medailles staat Wüst internationaal gezien in een select rijtje. Alleen langlaufster Marit Bjørgen (vijftien medailles, waarvan acht keer goud) en biatleet Ole Einar Bjørndalen (dertien medailles, acht goud) uit Noorwegen waren nog succesvoller op de Winterspelen. Wüst evenaarde het aantal van langlaufer Bjørn Daehlie, van wiens twaalf medailles er acht goud van kleur waren. De Duitse schaatsster Claudia Pechstein pakte ook op vijf Spelen een medaille (in 1992, 1994, 1998, 2002 en 2006), maar in 1992 zat daar geen goud bij. Pechstein, in Beijing bezig aan haar achtste Spelen, won vijf keer goud, twee keer zilver en twee keer brons.
Antoinette de Jong greep op anderhalve seconde van Wüst het brons. Vier jaar geleden in Pyeongchang wist ze die medaille ook al te pakken. Marijke Groenewoud eindigde bij haar debuut op de Olympische Spelen knap als vijfde.
Bekijk hier de volledige uitslag. Alles over de Olympische Spelen vind je hier.
