Tickets
Shop
Nieuws 18 feb 2022

Thomas Krol heeft de medaille die hem toekomt

Na zijn drie minuten durende gouden droom op de 1500 meter (verpest door Kjeld Nuis) kreeg Thomas Krol het dikverdiende loon naar werken. Hij groeide onder leiding van Jac Orie uit van een leuke schaatser tot een wereldtopper op de middellange afstanden en bekroonde dat vrijdag met de zo felbegeerde olympische hoofdprijs op de 1000 meter. Hoe? Door het hoofd dat nog weleens op hol wil slaan, koel te houden...

Foto : Vincent Riemersma

Zijn lijf racet, zijn hoofd raast. Niet een klein beetje, nee, het stormt soms als een waanzinnige in de bovenkamer van Thomas Krol. Wilde, rare gedachten sleuren hem dan mee, hij kan er gestoord van worden. En als je iets niets wilt wanneer je voor de eerste keer aan de Olympische Winterspelen mag meedoen, is dit het.

Hij vertelt er leuk over, in de vroege avond van vrijdag 18 februari, op verdieping B2 van het kolossale ijsstadion Ice Ribbon waar hij een uur eerder de olympische geschiedenis is ingegleden. Krol (29) heeft voor zaterdagavond een afspraak op Medal Plaza, de tweede keer dat hij zich op dat meestal steenkoude ‘toneel van eer’ mag melden om een medaille in ontvangst te nemen. Zilver was er op de 1500 meter, goud wordt hem deze keer overhandigd vanwege de overwinning op de duizend meter, deze winter het nummer dat hem het best gezind is geweest.

Maar goed, het gaat dus over de chaos in zijn hoofd die hem twee dagen geleden nog heeft dwarsgezeten. Gelukkig is zijn mental coach altijd stand-by, al is het op afstand; hij kent het spel op het ijs inmiddels door en door en weet wat er wordt verlangd op het moment dat hij naar de startlijn wordt geroepen, zij slaagt er meestal eenvoudig in hem door het labyrinth van de hersenen te loodsen. “Ik werd gek van de dingen die door mijn hoofd spookten. Negatieve zaken, positieve gedachten, neutrale spinsels. Dan zie ik mezelf met goud rondlopen, vervolgens eindigt een race niet zo lekker omdat ik faal, weet je, het kan van alles zijn. Zij zegt dan: ‘Je mag voordat je wilt gaan slapen tien minuten overal aan denken. Wat je ook maar wilt. Nou, dan begin ik en lig ik te malen. Goud, een andere medaille, mijn race, noem het op. Ik geloof dat het zeven minuten was, toen sliep ik…”

Niet zijn beste race van deze winter, wel ruimschoots voldoende voor zijn droom, de gouden medaille. | Foto : Vincent Riemersma

Waar het om draait, zo probeert Krol duidelijk te maken: hij moet bovenin vrij zijn om te kunnen presteren. Niets vreemds aan, zo wil iedere topsporter toeleven naar het moment dat er iets moois staat te gebeuren. De een creëert wat makkelijker zo’n situatie dan een ander. Vaak helpt een flinke bak ervaring daar prima bij. Krol wint de jongste jaren geregeld zijn wedstrijden, toch kan hij (nog) niet beweren dat hij aan de lopende band 1’tjes achter zijn naam verzamelt. Hij is wel doorgegroeid tot min of meer vaste podiumklant. Dat is ook niet de meest eenvoudige klus op de afstanden die hij als zijn specialisme mag beschouwen (1000 en 1500 meter): de rivalen zijn namelijk altijd in de nabijheid.

Hij werkt knetterhard aan zijn schaatscarrière, op alle fronten. Trainen is meer hobby dan werk, wat nadrukkelijk in zijn voordeel spreekt. Zijn coach Jac Orie noemde hem een labrador toen hij tekende voor zijn ploeg Jumbo, omdat hij een te lieve sporter was die net als die brave hond te veel kwispelde naar anderen. Krol luisterde ernaar, herkende er wat in en probeerde de schaatser in hem te veranderen. “Tot een paart jaar geleden was ik de schaatser die op de kruising iemand anders voorrang verleende en zo in 2018 een Europees kampioenschap weggaf. Was niet zo handig. Gold ook voor mijn uitspraken voor de vorige Spelen, toen ik zei dat ik het niet zo erg zou vinden als Kai Verbij naar Pyeongchang zou mogen. We kennen allemaal het vervolg: mijn beste vriend mocht mee, ik zat thuis. Ik heb ervan geleerd. Op de baan ontbloot ik mijn tanden tegenwoordig, al streef ik er ook naar bij tijd en wijle aardig te blijven.”

Orie vindt meer van zijn lange man die met 1.07,92 kanonskogels als Laurent Dubreuil uit Canada (1.08,32) en Havard Lorentzen (1.08,48) te snel af is geweest. “Thomas is een slimme jongen die vlug leert, luistert en vooral open staat voor nieuwe ideeën. “Er zijn schaatsers die alles bij het oude willen houden, omdat ze zo titels hebben gewonnen. Thomas gaat graag mee met de aanpassingen die je voorstelt, zodra hij ziet dat het hem kan helpen. Kijk eens waar hij nu is, op zijn 29e. Er zit nog meer in hem en in zijn manier van schaatsen, want ik weet dat hij harder kan rijden dan-ie nu doet. Trouwens, dat geldt voor iedereen. Daar werken we keihard aan, elke dag opnieuw.”

Wat dat betreft wacht de Hagenaar - die sinds 2002 op alle Winterspelen minimaal een keer goud heeft veroverd met een van zijn schaatsers (‘Maar dat interesseert me niet’, zei hij gepikeerd) – het nodige oplapwerk met zijn sprinters Kai Verbij en Dai Dai N’tab. De tweede miste net als in 2018 de Spelen omdat hij niet goed genoeg was op het Olympisch kwalificatie Toernooi, wat sowieso een mentale opdoffer was. Verbij kroop tijdens zijn race tegen Dubreuil in de huid van de oude Krol. Hij verknalde zijn wissel door de Canadees voorrang te geven. “Als ik nog wat extra zou hebben aangezet, zou ik ook niet voorlangs bij hem kunnen gaan, daar ben ik van overtuigd. Ik had gas kunnen geven, maar dan zou ik worden gediskwalificeerd. Zo ben ik niet. Dat kun je doen als je voor ligt. Ik kwam naast hem uit de bocht. Hier baal ik verschrikkelijk van. In Pyeongchang was ik geblesseerd en was het geen ideale voorbereiding. Nu ben ik fit en als je dan vier jaar naar zo'n toernooi toewerkt en je kunt niet laten zien wat je in je hebt, is dat kloten."

Al bij de start kansloos voor een topresultaat: Hein Otterspeer. | Foto : Vincent Riemersma

Nog een drama in een notendop: dat beleefde Hein Otterspeer. Bijna gelukzalig leefde hij toe naar zijn debuut. Sinds aankomst in Beijing voelde hij zich als een vis in het water van het olympisch dorp en geloofde hij in een stunt. De Zuid-Hollander klungelde echter als een beginneling bij de start. Hij plantte zijn schaats op het ijs, voelde hoe het ijzer weggleed en had toen direct de starten moeten laten weten dat hij zijn ritueel opnieuw wilde beginnen. "Dat mag, dat is toegestaan, maar ik deed het niet en dat neem ik mezelf ontzettend kwalijk", aldus Otterspeer, die in 1.08,80 finishte en zijn naam nog net in de top-tien terugvond. "Ik kan niet geloven dat mijn Spelen zo zijn overgegaan."

 

Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan