Tickets
Shop
Nieuws 15 feb 2022

Ploegenachtervolging Nederland blijft schaatsen in doodlopende straat

Met een keer brons stapten de rijders en rijdsters die namens TeamNL hun best hadden gedaan op de ploegenachtervolging dinsdagavond in de bus naar het olympisch atletendorp. Het was een schamele oogst voor een groep schaatsers die de voorbije jaren samen meer dan dertig medailles heeft meegenomen van het grootste wintersportevenement. Dat geeft te denken.

Foto : Vincent Riemersma

Die bronzen plak kwam overigens voor rekening van de vrouwenformatie (Ireen Wüst, Irene Schouten, Antoinette de Jong en Marijke Groenewoud), wat gezien de krakkemikkige voorbereiding (meer onenigheid dan samenwerking) nog verrassend mocht worden genoemd. “Het hoogst haalbare, voor nu”, zo kwalificeerde Schouten de derde plaats. “Omdat de andere teams beter waren. Ik denk dat jullie wel weten waar eh….” De Noord-Hollandse had beter haar zin kunnen voltooien. Nu nam Ireen Wüst het over met de constatering dat de ‘mannelijke Noren’ het beste voorbeeld waren van hoe een team pursuit anno 2022 moet worden uitgevoerd. Dat vergt arbeid, in gezamenlijke trainingsuren. Juist daaraan ontbreekt het alle seizoenen. “De coaches moeten de koppen bij elkaar steken, dat is het belangrijkst”, oordeelde Wüst die haar dertiende plak op de Spelen had veroverd.

Ze beaamde dat persoonlijke races prioriteit zijn en waarschijnlijk altijd blijven, maar zo merkte ze op “er valt ook goud te winnen in dit soort onderdelen”. “Ja”, mengde Schouten zich ertussen, “ik hoop dat men (de KNSB, red.) heeft ingezien dat het anders moet. Meer samen trainen. Of er eerlijk vooruitkomen en zeggen dat de individuele disciplines voorrang blijven krijgen.”

Allemaal waar; het knelpunt zijn de commerciële teams zelf. Die volgen bij voorkeur hun eigen jaarprogramma en die voorzien niet in groepstrainingen met schaatssters van de concurrerende stallen. Sterker nog, het is een gegeven dat er eerder over en weer wordt gezorgd dat er voortdurend zand in de motor belandt die daardoor niet zelden vastloopt. Een andere factor zijn de totaal verschillende karakters van de betere rijdsters die allesbehalve vriendinnen van elkaar zijn en dat op de werkvloer te pas en te onpas laten blijken. Probeer daar maar eens als bondscoach een geoliede machine van te maken….

"Misschien moeten er andere keuzes worden gemaakt", oordeelde Sven Kramer na afloop van een voor Oranje bedroevend achtervolgingstoernooi. | Foto : Vincent Riemersma

Bij de mannen was van relationele obstakels geen sprake: Sven Kramer, Patrick Roest en Marcel Bosker behoren alle drie tot Jumbo-Visma en hebben geen problemen met elkaar; in dit achtervolgingstoernooi wél te veel moeite om een niveau aan te tikken dat voldoende zou zijn om de strijd om de podiumplekken aan te gaan. Dat werd reeds duidelijk in de kwartfinales waar het toptrio zich ternauwernood plaatste voor de laatste vier. Met die prestatie was de koek op. Noorwegen duwde Nederland in de halve eindstrijd letterlijk naar de afgrond, waarna de Amerikanen – door Rusland uitgeschakeld – het laatste zetje gaven toen brons als een armzalig worstje voor de neuzen heen en weer slingerde.

“Vol voor gestreden, maar niet goed genoeg. Waar het precies aan lag, is moeilijk te zeggen. Ik denk dat de algemene vorm van ons drie niet voldoende was. Helaas hebben we niet de race kunnen neerzetten waartoe we vier weken geleden wel in staat waren (EK in Heerenveen, red.), terwijl de andere teams heel goed bleken. Erg spijtig”, zei Marcel Bosker. “Ik baal ervan en wat andere ploegen hebben gedaan om hier succesvol te zijn, interesseert me niet zoveel.”

Zo ontweek de man met een Zwitsers paspoort de kwestie waar het voornamelijk om draait in het vaderlands schaatsmilieu: tellen de teamdisciplines nu wel of niet serieus mee? Volgens Bosker is dat het geval, alleen moeten schaatsers zich plaatsen voor de Spelen op individuele nummers. “Dat gaat ten koste van de ploegenachtervolging. Toch zijn we naar Beijing gereisd met de verwachting dat we voor goud zouden gaan. Op het EK wonnen we met een supergoede tijd en tijdens de World Cup in Polen waren eveneens eerste op de team pursuit. Jammer genoeg hadden we hier alle drie de benen niet, denk ik.”

Sven Kramer noemde het teleurstellend dat zijn doel, een tiende olympische medaille en bij voorkeur een vijfde gouden, ver buiten bereik was gebleven. “Da’s even slikken. We hebben het alle drie heel zwaar gehad. Bovendien schaatsten de andere landen knettertje-hard en ziet het er bij die mannen gestroomlijnd uit. Als je fit bent, rijdt het makkelijker, dan zit je strakker achter elkaar, dan heb je minder moeite met de bochten en dan leg je die hand beter op de rug van je voorganger. Loopt het minder, dan heb je het lastig. Wat ik eerder heb aangehaald: er is bij ons een ander landschap. We hebben in sommige trainingen best wat aandacht besteed aan dit onderdeel, misschien afgelopen winter niet, maar dat komt door andere toernooien. Dan vervaagt de prioriteit. De uitslagen hebben ons ook geen aanleiding gegeven om de koers radicaal te wijzigen. De afgelopen vier weken hebben de concurrenten gigantische sprongen gemaakt. En wij laten het liggen.”

De reden? Keuzes maken, aldus de bijna afgezwaaide Fries die nog met Jorrit Bergsma de mass start rijdt. “Elk succes is inherent aan keuzes. Het gaat ergens bijten, op een individuele afstand. Ontleed de andere landenteams: hebben die ergens individueel goud gewonnen? Geen een. Bij ons hangt de hele hal vol met medailles. Dat is wikken en wegen. Natuurlijk wil je op alle vlakken de top zijn, maar ik zal dat niet meer veranderen.” Welke keuze hijzelf dan zou maken, wilde Kramer niet zeggen. “Ik ben zelf onderdeel van dit probleem geweest, daarom vind ik dat lastig. Het is een feit dat teamnummers in verschillende sporten minder belangrijk worden gevonden, en dat is ook aan de orde in het schaatsen. Dat kun je veroordelen en dat gebeurt ook. Misschien is het daarom tijd om er wat aan te veranderen.”

Patrick Roests oordeel week daar weer net vanaf. Hij meent niet dat individueel en team elkaar in de weg hoeven zitten. “Je zou een ploegenachtervolging wel anders kunnen benaderen, bijvoorbeeld door ’m te rijden zoals de Noren doen: extreem goed duwen en in een opstelling naar de streep knallen. Het is moeilijker dan het lijkt. Dat is mogelijk dé manier waarmee je de minste tijd verspeelt. Dat is achteraf praten. We hebben een World Cup en een EK gewonnen op deze manier. Het is zuur dat het hier niet zo heeft gewerkt.”

De mannen waren geen van drieën in goeden doen. Dat was een understatement. | Foto : BSR Agency/Orange Pictures

De winnaar van twee zilveren medailles op het Chinese ijs (vijf en tien kilometer) zou die afstanden nooit ondergeschikt maken aan de ploegenachtervolging. Dat zijn onderdelen die me hebben aangespoord te gaan schaatsen. Ik heb liever dat ze een team pursuit zouden schrappen dan een vijf of tien kilometer”, aldus de Lekkerkerker.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan