Tickets
Shop
Nieuws 01 feb 2022

Met Sjinkie Knegt gaat het heel erg de goede kant op

Wanneer de shorttrackduivels van TeamNL vanavond weer als aasgieren om hun bondscoach heen cirkelen over het ijs van het Capital Indoor Stadium, zal Jeroen Otter best een keertje extra zijn ogen laten rusten op een man. Trainen voor de Winterspelen mag alle dagen serieuze business zijn, het is niet verboden tussendoor ook te genieten van Sjinkie Knegt. "Die wordt elke dag beter."

Foto : Soenar Chamid

Wie Otter kent, weet dat hij de laatste maanden Knegt meer verbale draaien om zijn oren verkocht dan dat hij met hem wegliep. Misschien was het een methode de man met wie hij lief en leed heeft gedeeld in de afgelopen twaalf jaar te inspireren tot grotere daden. Wat er ook precies is gebeurd, in Beijing schaatst eindelijk ‘de Schicht van Bantega’ weer. Bezeten, gedreven, scherp als een mes. “Tja, ik weet het niet. Op een of andere manier krijgt die gek het toch voor elkaar om eruit te halen wat er in dat lichaam zit”, zegt Otter na de eerste training op de piste waar het olympisch shorttracktoernooi vanaf komend weekend losbrandt. “Hij is écht goed, en dat roep ik niet omdat de Spelen op punt van beginnen staan. Als het niet uitdagend genoeg is, komt Sjinkie niet uit zijn schulp. Nu maakt hij het waar door de overgave waarmee hij traint zichzelf te verbeteren.”

‘Dat fanatisme…’, merkt iemand op. Nog voor de zin kan worden afgemaakt, countert Otter ’m met een kwinkslag die even adrem als gemeend is. “Als hij dat ook die andere 364 dagen van het jaar zou laten zien, zou het mooi zijn.” Zal niet gebeuren met de atleet die net ervoor in de mixed zone over van alles en nog wat heeft staan praten. Knegt (32) voelt zich zichtbaar thuis in het kolossale onderkomen van de shorttrackers. “D’r is weinig veranderd sinds we hier in oktober de World Cup reden. Alleen dat doolhof was er toen niet”, klinkt het opgewekt, wijzend op het haarspeldenparcours tussen twee rijen dranghekken door dat alle atleten moeten passeren op weg naar de kleedkamer. “Je zult straks maar in de mixed relay zitten, de pers te woord moeten staan en zestien minuten later weer aan de bak mogen: dat wordt heen en weer sprinten en hopen dat je dan de bochtjes houdt.”

Het is net een dag geleden dat op de Nederlandse televisie de NOS-documentaire ‘Sjinkie, Spelen met Vuur’ is uitgezonden. De titel verraadt meteen de inhoud, het indrukwekkende verhaal van het ongeluk met de houtkachel in zijn woning, nu drie jaar geleden. Wie zijn mobiele nummer heeft, zal Knegt een bericht hebben gestuurd. “Alleen positieve racties gekregen. Kijk, voor mij zijn het geen nieuwe beelden hè, want ik was er zelf bij. Maar veel mensen hebben niet doorgehad hoe ernstig het was. Daar is het binnengekomen.”

De verwondingen, de revalidatie, het opklauteren en het geweldige gevecht dat hij is aangegaan om zijn plek in de nationale selectie te heroveren geven zijn carrière sowieso een extra dimensie. Het is echter niet zo dat Knegt er meer motivatie door heeft gekregen. “Shorttrack was en is altijd een tactisch spelletje waar ik élke dag van geniet. Op het ijs staan om bezig te zijn met de sport is het mooist wat er is. Op het moment gaat het supergoed. Zodra ik kan racen, gaat de knop om.” Oftewel, geen beter bestaan dan dat van een topsporter die zich opwarmt voor een groot evenement. Knegt kan zich een routinier noemen, na de drie Spelen waarop hij actief is geweest (Vancouver, Sotsji en Pyeongchang).

“Ook hier is het weer fantastisch, al kan ik niet zo snel grote verschillen opnoemen, buiten de coronabeperkingen en -regels die er zijn.” Na een wat specifiekere vraag moet hem toch van het hart dat het eten van bedroevende kwaliteit is. “Heel triest. Misschien dat ik het deze keer zo slecht vind omdat het op andere plekken elke keer heel goed was, dat kan hoor.” Wat hij vooral eet? “Rijst. Want als je dat zelfs kunt verpesten, is het mis…”

Verder geen klachten. In het olympisch dorp bevalt het. Het zou wat vroeg zijn, maar vervelen is nog niet aan de orde. “Op internet kijken. Ik ontwerp auto’s in 3-D tekeningen op de computer, die ik vervolgens opsla op een usb-stick en over een paar weken zo weer tevoorschijn kan halen. Joh, ik heb hobby’s zat. Met technisch Lego vermaak ik me ook prima. Geloof dat ik zes, zeven kilo heb meegenomen. Ik had vier dozen in mijn bagage. Daar bouw ik iets van. Als het klaar is, stop ik het in een tas en hoop ik dat het thuis nog in elkaar zit. Dan kunnen de kinderen er mee spelen.”

Alle info over de Winterspelen vind je hier


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan