“Het valt me van hem tegen dat hij dingen roept als dopinggebruik, zeker hier op de Spelen nadat je goud hebt gewonnen”, oordeelt Patrick Roest, vrijdag zijn grote concurrent op de tien kilometer. “De ijsmeester bepaalt hoe het ijs is, daar hebben wij nul invloed op”, zo weert ook sprinter Merijn Scheperkamp het felle offensief van de Scandinaviër af.
Met name de jonge debutant uit het Gooi is inmiddels, ruim een etmaal nadat Van der Poel zijn onvrede heeft geventileerd, wel klaar met de affaire die niets meer is dan een stormpje in een glas water. “Ja”, reageert hij gretig tijdens een onderonsje met een achttal journalisten in de mixed zone van de Ice Ribbon, “laten we over schaatsen praten, want ik ben hier om een 500 meter te schaatsen. Van der Poel is niet eens een concurrent van me. Hij probeert wat, hij vindt iets. Dat mag van mij. Ik zou het zelf nooit zeggen. Ik weet wat ik ervan vind en ken de feiten”, aldus Scheperkamp over de beschuldiging van Van der Poel dat Nederland via een wetenschapper probeert beter ijs te ‘regelen’ bij de Canadese ijsmeester Mark Messer.
Wat hij verwacht van de strijd op het kortste nummer van het olympisch schaatstoernooi, valt moeilijk te voorspellen. Het ontbreekt op de gloednieuwe baan in Beijing aan referentiemateriaal. “Er zijn nog geen sprintafstanden gereden hier. De 1500 meter gaf wel een indicatie van een eerste snelle ronde, dus we gaan zien wat er mogelijk is. Met 34,3 kom je een heel eind, al acht ik mezelf daar niet toe in staat. Ik probeer veel dingen te leren, in me op te nemen en op te bergen in mijn rugzak voor de rest van mijn carrière.” Dat doet de twintiger zonder te veel te kijken naar de concurrenten. “Ik kan me wel druk maken om wat de rest doet en kan, maar daar heb ik geen invloed op. Mijn tijd vind ik lastig in te schatten. Ik verras mezelf als ik een medaille haal.”
Patrick Roest doet dat niet. Stiekem hoopt de hele schaatsscene op een confrontatie tussen hem en Van der Poel, die hem steevast een vriend noemt maar intussen van alles probeert om de Lekkerkerker op voorhand aan het wankelen te brengen. Kansloos, reageert Roest uiterst ontspannen aan de vooravond van de tien kilometer van vrijdag. Hij gelooft in zijn kansen. “Hoewel de tien kilometer me meer moeite kost dan de vijf en ik weet dat het Nils z’n betere afstand is, is het niet onmogelijk. Mits ik een bijzondere rit op het ijs kan leggen.” Of beter, de perfecte wedstrijd, zoals hem dat pas twee keer in zijn loopbaan is gelukt: een 6.05 op de vijf kilometer (2021) en een gevecht met Jorrit Bergsma tijdens het kwalificatietoernooi voor de wereldkampioenschappen van 2020 (12.35,20). “Beide keren zat ik in een flow en kon ik blijven gaan. De vijf van eerder deze week was goed, met uitzondering van de slotronde waarin ik ’m net niet vlak genoeg wist te houden. Maar de prestatie vertelde me dat ik in topvorm ben.”
Uit de frontale aanval van Van der Poel haalt hij geen motivatie. De situatie die de Scandinaviër schetst als het gaat om de vermeende bemoeienis van Nederland met de ijskwaliteit, noemt Roest lang niet ‘zo erg als hij zegt’. “Zijn opmerkingen snapte ik niet, maar dat moet hij zelf weten. Ik weet dat Nils apart is en graag grapjes maakt, maar als je dit soort aantijgingen roept, is het serieus en heftig terwijl het allemaal niet zo bijzonder is. Dat moet je niet doen, want het getuigt van weinig respect. Het gebeurt al jaren dat we het ijs meten. De ijsmeester vraagt er ook vaak naar, maar weet ook wat hij met die info moet doen. Mark Messer heeft een paar Nederlanders heus niet nodig om ijs te maken. Dat deed hij vier jaar geleden op de Winterspelen in Korea ook geweldig”, besluit Roest.
Alle info over meeschrijflijsten, programma's, uitslagen en het laatste nieuws van de Olympische Spelen vind je hier
