“Ik voel me belabberd, en dat is niet omdat ik me ziek voel, maar vooral omdat ik nu ergens in Beijing op een hotelkamer zit terwijl de Winterspelen op punt van beginnen staan. Ongelooflijk vervelend. Ik neem het mezelf kwalijk, want ik had meer kunnen doen om te voorkomen dat ik besmet zou raken. Al weet ik dat het iedereen kan overkomen. Sommigen ontspringen de dans, ik helaas niet”, zegt De Wit, die aangeeft zich geen zorgen te maken over de ploeg. “Het team was en is klaar voor de wedstrijden. Bij de coaches die we hebben is iedereen in goede handen, die mensen doen het hartstikke goed. Uiteraard is er ook nu contact tussen ons, maar veel meer kan ik niet doen. Mijn job was de rijders en rijdsters zo goed mogelijk voor te bereiden op de races. Dat is gelukt. Het spijt me dat ik niet bij de groep ben.”
Zijn hoop is gevestigd op de dagelijkse PCR-test die hij ondergaat. Vooralsnog is er geen groen licht gekomen. “Als ik twee keer negatief ben, mag ik terug naar het olympisch dorp, al gebeurt dat onder strikte voorwaarden. Ik word dan gezien als een ‘close contact’ en moet dan twee keer daags worden getest. Verder moet ik dan apart eten, iets wat niet veel anders is dan de situatie die we al hadden gecreëerd: dat deden we in het team al gescheiden van elkaar.” Zolang hij in isolatie verblijft, vreest hij weinig mee te krijgen van het evenement. “Er is wel een televisie, maar de verbinding loopt via internet en dat werkt niet echt. Extra frustrerend dadelijk als ik het schaatsen niet eens kan volgen. Het is niet anders. Had ik maar voorzichtiger moeten zijn”, zo verwijt hij zichzelf opnieuw.
Het is overigens onduidelijk hoe de toekomst van de Nederlander eruit ziet. De Wit geeft al zeven seizoenen leiding aan het Japanse schaatsen. Zijn contract loopt na deze winter af, maar hij heeft nog niets vernomen van de Japanse bond.
