Tickets
Shop
Nieuws 05 feb 2022

Bij de details in het schaatsen hoort ook de temperatuur van het ijs

Bij de jacht op olympische medailles kunnen de schaatsers van TeamNL elk steuntje in de rug goed gebruiken. Zo ook de dagelijkse lobby voor het beste ijs die buiten het zicht van de camera’s wordt gevoerd. “De Nederlanders zijn gebaat bij hard ijs, dus moet het zo koud mogelijk zijn”, zegt bewegingswetenschapper Sander van Ginkel.

Foto : Sander van Ginkel

Als er iemand in Beijing rondloopt die de olympische slogan van de KNSB – ‘We own the ice’ - met verve uitdraagt, is het de cijfertjesman van de schaatsbond die al jaar en dag in het spoor van de beste rijders en rijdsters meereist naar de grote toernooien. Waar de coaches en trainers dag in dag uit een studie maken van hun eindeloos rondjes schaatsende atleten, controleert Van Ginkel continue de conditie van de ijsvloer én houdt hij nauwlettend het werk van de Canadese ijsmeester Mark Messer en zijn team in de gaten. Het draait in de topsport om de details, daar hoort ook de kwaliteit van bevroren water bij.

Sinds zijn aankomst in China kan Van Ginkel precies vertellen hoe het met het ijs in de Ice Ribbon is gesteld. Zodra hij het middenterrein van de baan opkomt, haalt hij een thermometer uit zijn tas en temperatuurt hij de vloer als een verpleegster haar patiënt. Elke dag is het kwik wat gedaald, wat tot betere omstandigheden leidt voor de Nederlanders. “Hoe kouder het ijs, des te harder het wordt. Ze zijn gewend te glijden en nemen dat mee in hun afzet. Veel andere landen brengen rijders voort die meer een (kortere) prikslag hebben en voor wie hard ijs van minder belang is. Ik probeer zo gunstig mogelijk voorwaarden te scheppen voor onze rijders.”

De lobby in beeld: Mark Messer (uiterst links) luistert naar de uitleg van Sander van Ginkel (tweede van rechts). Bondscoach Jan Coopmans (r) luistert mee. | Foto : Léon de Kort

De methode is simpel. Van Ginkel verzamelt allerhande data waarmee hij om de dag naar de chef van de ijsmeesters stapt. Zeker de eerste dagen had hij het idee dat het effect sorteerde. “Toen vonden veel schaatsers het ijs veel te warm en te zacht. Of het kwam door mijn opmerkingen weet ik niet, maar de dagen erna zakte de temperatuur steeds een beetje. Door te laten zien hoe ik tot mijn meetresultaten kom, hoop ik Messer en zijn mensen te overtuigen van mijn ideeën. Wat ik vooral probeer is hem nieuwe informatie te geven. Zo weet hij nu dat de ijstemperatuur net na een dweilpauze boven nul zit. Daar heb ik de statistieken van, omdat ik het ijs elke dertig seconden heb gemeten tot twintig minuten nadat de Zamboni erover is geweest.”

Er zijn weinig landen die zo ver gaan in hun onderzoek als Nederland. “Messer snapt uiteraard dat ik dit soort zaken met hem deel omdat ons team er profijt van kan hebben als de omstandigheden optimaal zijn. Volgens mij zijn hij en zijn collega’s oprecht geïnteresseerd in wat ik heb te vertellen en daarom de informatie laat meewegen in het bepalen van de temperatuur. Zo draag ik een steentje bij aan de mogelijke successen. Kijk, de eindverantwoording over het ijs blijft te allen tijde bij Messer liggen. Door dingen te benoemen en aan te blijven dringen op aanpassingen die in ons voordeel zijn, krijgen we toch iets meer voor elkaar.”

Vandaag wordt al duidelijk of Van Ginkels lobby succesvol is...

Kijk voor uitslagen, programma, meeschrijflijsten het laatste nieuws van de Olympische Spelen hier


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan