Tickets
Shop
Nieuws 22 feb 2022

Bart Swings brengt Belgische hardrijden na 556 jaar terug aan de top

“Er is hier een park, met een meer naast het kasteel en dat meer was helemaal bevroren. De hertog gelastte een aantal hovelingen naar het park te gaan en een wedstrijd te rijden op het bevroren meer. Ze -er waren er achtentwintig- streden met zo'n snelheid dat ik kan verklaren dat ik zoiets nog nooit gezien of gehoord heb. Eén in het bijzonder was zo bekwaam, dat hij in z'n eentje de aanval van tweeëntwintig anderen kon weerstaan. Zo groot was hun snelheid in rijden en draaien, dat zelfs geen paard het had kunnen bijhouden. Ik was benieuwd om te zien wat ze nou aan hun voeten hadden waardoor ze zich zo vlug over het ijs konden bewegen. Dat had gemakkelijk gekund, maar ik kon mijn heer niet alleen laten terwijl hij met hertog Filips zat te kijken.”

Foto : Wikipedia CC

Mass start: we denken dat het iets nieuws is, maar in feite bestaat het al 556 jaar! Bovenstaand ooggetuigenverslag werd in januari 1466 opgetekend door de Tsjechische schildknaap Jaroslav Sasek. Die verbleef op dat moment als assistent van de Tsjechische baron Lev Rozmital in Brussel, die op bezoek was bij de aldaar residerende Hertog Filips de Goede. Er waren wat religieuze conflicten waarbij de Tsjechische koning Jiri Podebrad betrokken was, en allicht kon Filips als Bourgondische bestuurder van de Nederlanden daarin bemiddelen.

Het religieuze conflict zal ik verder in het midden laten, het gaat slechts om één detail, om de passage die Sasek noteerde en die tot op heden het oudste verslag is van een schaatswedstrijd. Dat het uitgerekend een prototype van een mass startwedstrijd was en dat er één rijder was die als een Bart Swings avant-la-lettre het hele veld domineerde, maakt het verslag natuurlijk wel uiterst curieus.

Bart Swings wint de mass start in Beijing. | Foto : BSR AGENCY/ ORANGE PICTURES

Van België en Nederland als afzonderlijke staten was destijds natuurlijk nog geen sprake, maar wel was Filips de Goede in zekere zin de grondlegger van wat eerst “de Nederlanden” zou worden, en hij wordt in die zin wel beschouwd als de aartsvader van wat nu Nederland, België en Luxemburg zijn. Dat hij ook nog de eerste voor zover bekende schaatswedstrijd organiseerde, maakte het na de olympische triomf van Bart Swings helemaal bijzonder. Er zijn geen harde bewijzen van, maar het zou heel goed kunnen dat de metalen schaats, zoals we die feitelijk nu nog steeds kennen, ergens rond 1100 in één van toentertijd florerende smederijen in het huidige Vlaanderen is uitgevonden. De vraag naar metaal voor wapens, kogels en kleding (de maliënkolders!) was groot, en ook de metalen schaats bleek een uiterst handig militair hulpmiddel om bij vorst te spioneren of om koeriers op de schaats berichten over te laten brengen. Om die spionnen en koeriers in vorm te houden is het logisch dat er niet alleen getraind werd, maar dat er ook wedstrijden werden gehouden. En wat was er nu leuker dan gasten die helemaal uit Praag waren langsgekomen te trakteren op een spectaculaire wedstrijdvorm die ze in het geheel niet kenden?

We kunnen dus aannemen dat het hardrijden op de schaats zijn oorsprong vindt in het huidige België. Over wedstrijden die in de eeuwen erna gehouden zijn, weten we helaas bitter weinig. Maar dát ze zijn gehouden, daar kan geen twijfel over bestaan. Of het toernooien te paard waren, schermwedstrijden of worsteltoernooien: alles wat militair van belang was, moest worden geoefend en je wilde altijd weten wie de beste was.

Ook nadat België zich in 1830 van Nederland afscheidde, bleef het “snelschaatsen”, zoals de officiële Vlaamse benaming werd van wat wij officieel “hardrijden op de schaats” noemen, lang populair. Kijk maar eens naar de eerste Olympische Winterspelen in 1924 in het Franse Chamonix. Nederland ontbrak geheel, maar welk land kwam met liefst vier “snelschaatsers” aan de start? Inderdaad: België. De Vlamingen Gaston Van Hazebroeck, Marcel Moens, Louis De Ridder en Philippe Van Volckxsom verdedigden de eer van hun vaderland in een toernooi waar Nederland bij gebrek aan goede schaatsers geheel verstek liet gaan. Niet dat het viertal Belgen op hun “schaverdijnen” (een Vlaams woord voor schaats) veel potten konden breken. De Ridder van Van Volkxsom speelden bovendien ook mee in het Belgische ijshockeyteam, waardoor voor hen het hardrijden meer een bijnummer was. Gaston Van Hazebroeck bleek de beste van het viertal. Hij werd zowel op de 1500 als de 5000 meter zeventiende. De prestaties zouden ongetwijfeld beter zijn geweest als de wedstrijden “mass start” verreden zouden zijn, want daar waren de Belgen ook toen al grote liefhebbers van.

Deelnemers Coupe Franco-Belge, uurrace 1922 (Moens 2e, De Ridder 4e). | Foto : gallica.bnf.fr

De schaatssport floreerde in België rond 1900 vooral doordat het land beschikte over twee overdekte kunstijsbaantjes: één in Brussel en één in Antwerpen. Op die baantjes werden ook wedstrijden met noren gereden, dus feitelijk een voorloper van shorttrack. Zelfs Jaap Eden schijnt in Brussel weleens gereden te hebben. Bovendien ging de Antwerpse ijsclub al lang voordat de eerste Winterspelen er gehouden zouden worden jaarlijks naar Chamonix om ijshockey- en langebaanwedstrijden tegen de Fransen te spelen om de “Coupe Franco-Belge”, waarbij zelfs een mass startwedstrijd over een uur werd verreden: feitelijk dus een hedendaagse Nederlandse baanmarathon.

Na meer dan een half millennium kun je dus zeggen dat Bart Swings de historische schaatsgeschiedenis van België heeft voltooid. Wat in 1466 begon met een onbekende maar weergaloze winnaar van een marathon op de hofvijver van het Koninklijk paleis van Filips de Goede in Brussel, voltooide Bart Swings met zijn ongekende overwinning van de massastart in Peking. De Belgen op hun schaverdijnen: blijf ze in de gaten houden!


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan