Tickets
Shop
Nieuws 25 nov 2020

NK Sprint: Een overzicht van de jaren 2005-2020

Komend weekend staat alweer het derde grote schaatstoernooi van het seizoen op het programma. In Thialf strijden de sprinters bij het Daikin NK Sprint om de nationale titels én een ticket voor het EK Sprint. In aanloop naar het Nederlands kampioenschap kijken we terug op de kampioenschappen van de afgelopen vijftien jaar bij de vrouwen.

Foto : Soenar Chamid

2005: Marianne Timmer
Met tien sprinttitels is Marianne Timmer nog altijd de succesvolste vrouw op een NK Sprint. De drievoudig olympisch kampioene zegevierde voor het eerst in 1997 en won er in de jaren 2003 tot en met 2008 zes achter elkaar. Bij de toernooien in 2003, 2004 en 2005 won ze zelfs alle vier de afstanden, terwijl ze in het seizoen 2006 geen enkele afstandszege behaalde. Sanne van der Star stond na drie afstanden bovenaan, maar gaf de voorsprong na een matige 1000 meter toch nog uit handen.

In 2007 viel Timmer op de laatste 1000 meter, maar kreeg ze het nog net voor elkaar om in haar val de schaats over de finish te steken. In 2008 won ze mede dankzij een val van Annette Gerritsen haar tiende nationale titel. Gerritsen had de eerste 500 meter gewonnen, maar reed het toernooi na haar val op de 1000 meter niet meer uit. Ireen Wüst deed voor het eerst mee aan een NK Sprint en won, mede dankzij twee overwinningen op de 1000 meter, de zilveren medaille in het eindklassement.

2009: Margot Boer
Na de jarenlange heerschappij van Marianne Timmer – ze won het NK de afgelopen twaalf jaar tien keer – ging de titel in het seizoen 2008/2009 voor het eerst naar iemand anders. Bij afwezigheid van Timmer (blessure), Ireen Wüst (griep) en Annette Gerritsen (diskwalificatie na twee valse starts) was de weg vrij voor Margot Boer om haar eerste sprinttitel te veroveren. De rijdster uit Woubrugge begon het toernooi op de ijsbaan van Kardinge met een zege op de 500 meter en eindigde vervolgens als derde op de 1000 meter.

Op de tweede dag van het toernooi had ze aan twee tweede plekken genoeg voor de eerste nationale sprinttitel. Natasja Bruintjes won zilver en Laurine van Riessen brons. "Natuurlijk was het mooi geweest als Gerritsen en Timmer hadden kunnen meedoen, maar ook dan had ik het nog wel eens willen zien. Op de 1000 meter was ik een seconde sneller dan Gerritsen en dat is een flink gat", aldus Boer. Een getergde Gerritsen reed op de tweede 500 meter nog wel een baanrecord.

2010: Annette Gerritsen
Een jaar na haar diskwalificatie op het sprinttoernooi liet Annette Gerritsen zien dat ze wel degelijk een goede sprintvierkamp in de benen heeft. Voor de rijdster uit Ilpendam lag er bij dit NK weinig druk op, waardoor ze 'eindelijk' ontspannen kon schaatsen. Gerritsen won de eerste twee afstanden, terwijl Margot Boer, de nationaal kampioen van 2009, de laatste twee afstanden won. Gerritsen hield uiteindelijk genoeg punten over om Boer van haar tweede titel af te houden. Brons was er voor Laurine van Riessen.

2012: Margot Boer
In het seizoen 2010/2011 en 2011/2012 ging de sprinttitel naar Margot Boer. De tweede titel won ze echter zonder een afstand te winnen. Annette Gerritsen, Thijsje Oenema (500 meter) en Ireen Wüst en Marrit Leenstra (1000 meter) kaapten allemaal een afstandsoverwinning voor haar neus weg. Bij de titel in 2011 won Boer beide 500 meters en werd ze twee keer derde op de kilometer. Gerritsen, die haar rentree maakte na een hamstringblessure, werd in dit jaar tweede.

2013: Marrit Leenstra
Marrit Leenstra bezorgde Friesland de eerste sprinttitel in zeventien jaar dankzij een ijzersterke laatste 1000 meter op de ijsbaan van Kardinge (1.17,60). De Friezin kreeg voorafgaand aan het toernooi de nodige kritiek te verduren, omdat ze niet deelnam aan het NK Allround. "Mensen zeiden: 'Dom dat je het laat schieten', maar het was een bewuste keuze. Met het oog op de 1000 en 1500 meter wilde ik liever een sprintkampioenschap rijden." Leenstra bewees haar gelijk door het sprintkampioenschap voor het eerst op haar naam te schrijven. 

2014: Margot Boer
Voor de vierde keer in haar carrière mocht Margot Boer zichzelf de beste sprintster van Nederland noemen. De sprintster won in het Olympisch Stadion in Amsterdam beide 500 meters en eindigde als tweede en derde op de 1000 meter. Ireen Wüst, de winnares van de eerste 1000 meter, kwam op de tweede 1000 meter ten val en zag de droom om haar eerste nationale titel te winnen in duigen vallen. Wüst stond na drie afstanden derde in het tussenklassement.

Boer verloor de 1000 meter weliswaar van Lotte van Beek, maar behield net genoeg voorsprong. "Die laatste 1000 meter was nog wel even vechten. De energie was een beetje op en ik moest echt op mijn tanden bijten", verwees Boer naar het kleine verschil met Van Beek. De rijdster van Team Liga was dolgelukkig met de titel in een volgepakt Olympisch Stadion. "Van mij hoeven we hier nooit meer te schaatsen, dan ben ik de enige winnares", grapte ze. 

2015: Thijsje Oenema
In het seizoen 2014/2015 werd het NK Sprint in Groningen verreden en ging de sprinttitel voor het eerst in haar carrière naar Thijsje Oenema. De Friezin legde het fundament voor haar titel op beide 500 meters, die ze als enige onder de 39 seconden wist af te leggen. Haar 38,78 (zowel op de eerste als tweede 500 meter) was tevens goed voor het baanrecord. Op de 1000 meter had ze aan een derde en zesde plek voldoende om de nationale titel te winnen. 

Voor Oenema was de titel een welkome verrassing. De sprintster mikte bij het NK Sprint vooral op een ticket voor de WK Afstanden en kreeg de sprinttitel er als bonus bij. "Ik had nooit gedacht op deze baan kampioen te worden. Ik ben heel blij met het ticket voor het WK Sprint en de WK Afstanden, dat was voor mij belangrijker dan de titel."

2016: Sanneke de Neeling
Met haar 19 jaar, 9 maanden en 4 dagen werd Sanneke de Neeling in het seizoen 2015/2016 de jongste Nederlands sprintkampioene ooit. Ze loste daarmee Christine Aaftink af, die in 1987 20 jaar en 182 dagen oud was toen ze de titel veroverde. De Neeling, die tevens de eerste debutante was die de titel won, mocht op de afsluitende 1000 meter 0,68 seconden verliezen op Marrit Leenstra. In een spannend, rechtstreeks duel hield De Neeling de schade beperkt tot een halve seconde.

"Dit komt voor mij volledig uit de lucht vallen. Ik heb het gevoel alsof ik de Lotto heb gewonnen", aldus De Neeling na afloop. "Ik ben waarschijnlijk één van de weinige sprintkampioenen van de afgelopen jaren die de honderd meter niet binnen elf seconden schaatst." Voor Margot Boer waren de druiven zuur. Voor de tiende keer eindigde ze op het podium bij een NK Sprint, maar dat was niet genoeg voor een rechtstreeks ticket voor het WK Sprint in Seoul.

2017: Ireen Wüst
Ze had bijna alle titels al een keer gewonnen, maar de nationale sprinttitel ontbrak nog op de erelijst van Ireen Wüst. Bij het NK Sprint van 2017 lukte het de vijfvoudig olympisch kampioene om op haar dertigste de nationale titel voor zich op te eisen. Met name dankzij twee sterke 1000 meters (1.15,73 en 1.15,76) hield ze in het klassement Anice Das en Sanneke de Neeling achter zich. Het jaar erop won haar vriendin Letitia de Jong voor het eerst. "De titel moet wel in dit huis blijven", zei ze vooraf.

2019: Jutta Leerdam
In haar eerste seizoen bij de senioren was het voor Jutta Leerdam meteen raak. De 20-jarige Westlandse imponeerde het hele weekend met snelle tijden, waarvan de 1.13,99 op de tweede 1000 meter het hoogtepunt van haar toernooi was. Letitia de Jong, de winnares van de tweede 500 meter, eindigde als tweede en Sanneke de Neeling, die voor de vierde keer op rij op het podium stond, werd derde. "Ik wilde dit heel graag en ben erg blij met deze titel", aldus Leerdam.

2020: Letitia de Jong
Letitia de Jong verdedigt komend weekend haar titel. De sprintster van Team IKO, die de Daikin NK Afstanden vanwege een slijmbeursontsteking aan zich voorbij moest laten gaan, won het afgelopen seizoen voor de tweede keer de nationale titel door drie van de vier de afstanden te winnen. Alleen op de tweede 500 meter moest De Jong genoegen nemen met de tweede plek achter de 19-jarige Femke Kok, die een wereldrecord aan punten voor junioren reed. Kok behaalde tevens het podium in het klassement en werd derde. Jorien ter Mors, die debuteerde op het NK Sprint, eindigde als tweede.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan