Tickets
Shop
Nieuws 12 dec 2022

Kurt Wubben: 'Eerste zege op natuurijs is een vette overwinning'

Als die komt, maakt het niet uit waar die is, maar een ding is zeker: wie de eerste marathon op natuurijs wint, staat er meteen goed op. Daar weet Kurt Wubben alles van. De ploegleider van Topdivisieteam Sportchaletviehhofen deed het twee keer (in 2002 en 2009), en vooral aan de eerste in Noordlaren heeft hij puike herinneringen. Een monoloog.

Foto : Neeke Smit

Twee keer de beste zijn is tamelijk uniek. De eerste zege was met voorsprong de gaafste. Ik kon me in december 2002 echt nog geen goede marathonrijder noemen, dus kwam het als een verrassing. Er waren allerlei grootse plannen van tevoren, maar alles ging helemaal mis. Samen met Joost Juffermans - die schaatste voor Dasia Sport, een satellietploeg van Nuon waarbij ik onder contract stond - reed ik naar Noordlaren. ’s Morgens was ik gewoon aan het werk, toen ik werd gebeld en te horen kreeg dat we ’s avonds een marathon hadden. Om elf uur ben ik maar weggerend om te kunnen vertrekken. Joost en ik waren al laat, belandden in de file, konden de locatie niet vinden en arriveerden pas vlak voor de start. Voor het adrenalinegehalte was dat natuurlijk wel goed…

Wat eraan voorafging, was ook grappig. Op zaterdag – de marathon van Noordlaren was op maandag – reden we in Deventer een normale wedstrijd op kunstijs. Eerder die dag had de weerman – ik geloof Erwin Krol in die tijd - aangekondigd op tv dat het tien dagen keihard zou gaan vriezen. Dat verhaal had hij bekrachtigd met het tonen van een weergrafiek, én de mededeling: ‘Als het zo doorgaat, zitten we over een dag of wat op vijftien centimeter ijs’. Van dat laatste zinnetje was Iedereen ogenblikkelijk in blinde paniek geraakt. De Greenery Zesdaagse was in aantocht, die zou de week erop worden gehouden. Er werd van alle kanten geblèrd dat die serie meteen moest worden gecanceld, omdat er dagelijks natuurijsklassiekers zouden worden gereden. Ja, Jan en alleman waren goed van slag in Deventer, terwijl het nog niet eens vroor.

Kurt Wubben: 'Sommigen vinden het een kermis, maar de eerste marathon op natuurijs winnen is een vette prijs hoor'. | Foto : Meijco van Velzen

Maar het begon te vriezen, en twee dagen na Deventer schaatste het marathonpeloton in Noordlaren. Ik won. Reed heel gemakkelijk, pakte in m’n eentje een rondje – nou is dat rondje in Noordlaren niet zo heel lang, maar goed, je moet het wel doen – en soleerde naar de winst. Wat er daarna gebeurde had ik niet eerder meegemaakt. Het stond langs de kant van de baan helemaal vol met straalwagens van allerlei omroepen, van het NOS Journaal, tot Studio Sport, Hart van Nederland en SBS6, alles was er. Het was mijn tweede marathonzege, een jaar eerder won ik een etappe in de zesdaagse.

 

Op herhaling in Haaksbergen in 2009

Kurt Wubben zegevierde zeven jaar na zijn coup in Noordlaren voor de tweede keer in de openingsmarathon op natuurijs, toen in Haaksbergen. “Dat is een veel minder leuke souvenir. Ik reed een goede race, maar na een beslissing van de jury werd ik aangewezen als winnaar. Arjan Stroetinga met wie ik een ronde voorsprong had genomen, was niet zo fris meer voor zijn specialiteit – de sprint – en moest nog wat trucjes uithalen om me voor te blijven. Bart de Vries zat als derde man in de kopgroep. Hij demarreerde in de finale, waarna Arjan hem terughaalde. Op het moment dat we hem zouden inrekenen wilde ik vertrekken voor een heel lange sprint. Er stonden echter zoveel ploegleiders op het midden van de baan dat ik er niet eens met goed fatsoen langs kon. ‘Stroet’ wilde voorkomen dat ik weg kon rijden en sneed me twee keer de pas af. Dat volstond voor de jury om hem naderhand te declasseren.”

Juichen, maar voor niets. Arjan Stroetinga werd in 2009 teruggezet in de uitslag wegens het afsnijden van Kurt Wubben (r). | Foto : Neeke Smit

Na Haaksbergen brak er een periode aan van veel wedstrijden voor de competitie. Wubben presteerde zwaar onder de maat, totdat de mannen-van-de-lange-adem het hoge noorden opzochten voor de laatste confrontatie op natuurijs. In het Finse Kuopio hervond de Pijnackernaar zichzelf en onder barbaarse omstandigheden greep hij de winst in honderd kilometer lange tocht. “Daarmee werd ik de winnaar van de eerste en de laatste wedstrijd op natuurijs. Ook wel aardig toch?”

Ik werkte in die tijd bij een bedrijf in Pijnacker waar niemand naar sport keek, omdat men alleen maar bezig was met werken. De collega’s wisten niets van sport, maar zagen me ’s avonds op het journaal als winnaar van een schaatsrace in Noordlaren in beeld komen. Toen wisten ze plotseling wie ik was en waarom ik elke dag ’s middags zo snel wegging van kantoor om te gaan schaatsen. Mooi was dat. De ijskoorts in die dagen was enorm. Wat volgde was een fantastische periode met daarin de Greenery Zesdaagse. Nog altijd kijk ik er met veel plezier op terug.

Nu ik ploegleider ben kan ik in elk geval tegen mijn rijders zeggen dat het speciale wedstrijden zijn. Sommigen noemen het een kermisact, maar het is een vette overwinning wanneer je als eerste over de streep kunt komen. Het kan het opstapje zijn naar een leuke marathoncarrière. Zo voel ik het wel, want de overwinning in Noordlaren vooral heeft wel mijn ogen geopend: ik realiseerde me na die avond dat ik wel iets meer kon dan zo nu en dan leuk aanvallen zonder resultaat. Op mijn werk wisten ze bovendien een beetje waar ik mee bezig was. Was ook een leuke ervaring, hahaha!!"


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan