Tickets
Shop
Nieuws 19 aug 2022

Via Vondelpark naar een skate-date in de polder

De weg naar succes hoeft niet zo heel lang te zijn. Daar kan Marit van Beijnum je wel wat over vertellen. Eind juni won ze in het Vondelpark de Nederlandse titel Inlineskaten op de 100 meter, binnenkort mag de Bennekomse een gooi doen naar een medaille op de EK. En dat terwijl ze al een paar jaar alles opzijzet om een goede langebaanschaatsster te worden.

Foto : Neeke Smit

Och, dat niemendalletje op die unieke plek in Amsterdam… Wedstrijden skeeleren deed de 21-jarige van Beijnum al niet meer sinds 2019, maar het idee van een paar keer sprinten tegen de klok trok haar eind juni toch ook wel. Daar zou ze het verder bij laten.

Het worden wat meer sprintjes. Nee, er zijn er al zoveel meer getrokken de voorbije weken dan de bedoeling was. En nu, op deze vrijdagmiddag in augustus staat Van Beijnum ook weer met de skeelers aan haar voeten gereed op een verkeersluwe weg, niet ver van Heerenveen. Ze wordt geflankeerd door de boomlange Jelmar Hempenius. Hij, ook razendsnel op wieltjes, heeft positief gereageerd op een appje van Marit. Even samen trainen voor… het Europees Kampioenschap. Zo kan het gebeuren dat de twee een kortstondige skatedate hebben in de Friese polder. Wél een ontmoeting waar de vonken vanaf moeten springen, uiteraard. De weergoden, zo blijkt gauw, beslissen anders.

Marit van Beijnum (l) en Jelmar Hempenius kunnen nog net een sprintje trekken, voordat de regen spelbreker wordt. | Foto : Neeke Smit

Ze lacht, haar gezicht straalt, en ze vertelt. Hoe ze zonder enige verwachting naar het NK was gegaan. Hoe ze tot ieders verbazing de snelste bleek te zijn. Hoe de volgende telefonische surprise haar van d’r stuk had gebracht. “Nederlands kampioene worden was leuk. Heel erg leuk. Maar toen belde Valentina (Berga-Belloni, de bondscoach, red.) me. Volgens haar zou ik op basis van mijn tijden in het Vondelpark serieus kans maken op een medaille tijdens het EK. Dus vroeg ze of ik zou willen meedoen. Ik heb er best even over nagedacht en concludeerde dat het voor mezelf goed is te leren winnen. Buiten het feit natuurlijk dat het me ontzettend leuk lijkt op een EK te rijden.”

Wat ze ook nadrukkelijk stelt: ze is schaatsster en op de langebaan ligt haar toekomst. Vijfhonderd en duizend meter zijn de afstanden waarop ze zich wil toeleggen. Eerder dit jaar Van Beijnum geswitcht van Development SprintTeam Oost (trainster Elvira Salet) naar de opleidingsploeg van het Gewest Friesland. “Deze stap wilde ik vorig seizoen al maken. Toen kwam het er niet van, nu wel. Ook prima. Ik voel me al thuis in de nieuwe omgeving, ben voor het schaatsen verhuisd naar Heerenveen, anders was het niet te doen.’’

ALLES VOOR HET INLINEN *** Jelmar Hempenius (Burgum, 22) beleeft een bijzondere zomer en dat heeft veel te maken met zijn aanstaande debuut op een EK Inlineskaten. Net als Marit van Beijnum komt hij (vooralsnog) alleen uit op de honderd meter op de weg. “Ik voel me nu nog relaxt, maar de spanning bouwt zich de laatste weken al wel wat op”, erkent de Fries die zich al sinds zijn puberjaren puur toelegt op het skeeleren. “Maar dat geeft niet als de druk erop ligt in de training, want ik wil de focus behouden zodat ik er het maximale uit kan halen richting EK en op het toernooi. Mijn niveau is goed en constant. De laatste vier keer dat ik op een honderd meter startte, reed ik 10,2 seconden. In L’Aquila laat ik graag zien dat ik een bijna perfecte race kan skaten”, aldus Hempenius die tot mei nog een opleiding volgde tot industrieel ontwerper. “Daar ben ik mee gestopt om de aandacht volledig te verleggen naar het inlinen. Dat was een ingrijpende keuze die ik ook lang met mijn ouders heb besproken. Gedurende het schooljaar merkte ik dat ik de klik met de opleiding wat kwijtraakte. Nu vind ik het de juiste beslissing te stoppen, maar dat wil niet zeggen dat ik wacht met mijn maatschappelijke ontwikkeling. Al zal ik goed moeten nadenken over de richting, want ik weet inmiddels dat de combinatie sport en school een lastige is.”
Jelmar Hempenius, inlineskater in hart en nieren, verheugt zich enorm op zijn eerste EK. | Foto : Neeke Smit

Tijd om de wielen te laten rollen. De warming-up vraagt in  elk geval meer tijd dan de sprinttraining met Jelmar. Drie keer wil het duo naast of achter elkaar zo’n honderd meter over de straat knallen, maar na een poging begint het onbedaarlijk hard te plenzen. Dat betekent het vroegtijdige einde aan de sessie. “Jammer, ik had er wel zin in. Op een natte straat is het te risicovol om te sprinten. Soms, als ik me heel goed voel, wil ik er weleens vier maken. Eigenlijk kun je het geen training noemen, hè. Dit is meer een kwestie van het skeelergevoel en snelheid proberen vast te houden. Ik blijf ook bezig met mijn schaatsschema’s, want dat blijft het belangrijkst.”

Zelfs wanneer ze op 8 september in L’Aquila naar het Wilhelmus luistert en er goud om haar nek bungelt? Ze wikt en weegt. “Eh, nee, ik denk niet dat ik nog fulltime zal skeeleren…. Als het in Italië goed gaat, misschien dat ik dan volgend jaar 100 meters zal rijden.” Ze keert onmiddellijk terug op haar woorden. “Nee, ik zie het niet gebeuren. Er is genoeg perspectief voor me als langebaanrijdster. Het Gewest Friesland had plaats voor me, waar ik erg blij mee was. In dit team gaat het er net weer wat professioneler aan toe. Ik heb een jaar geen wedstrijden geschaatst door omstandigheden. Daarom denk ik juist dat er veel progressie valt te behalen. Bovendien geniet ik er enorm van.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan