Tickets
Shop
Inlineskaten 28 apr 2022

Frank Fiers: ‘Wij willen de inlinecultuur naar Nederland halen’

De Belgisch voormalig inlineskater en langebaanschaatser Frank Fiers is sinds 2016 de Nederlandse inlinebondscoach. Vanaf 2020 heeft hij Valentina Berga-Belloni als tweede bondscoach aan zijn zijde. De Europees kampioen op wieltjes van ’94 is ambitieus en realistisch tegelijk. Medailles halen is leuk, maar sporters op een gezonde en verantwoorde manier tot een topprestatie brengen, is in zijn ogen belangrijker.

Foto : Eline Hooghiemstra

De 50-jarige Belg heeft de inlinesport van dichtbij zien evolueren. “Valentina en ik zijn beiden opgegroeid in het rolschaatsen. Met vier wieltjes, twee voor en twee achter. Begin jaren negentig zijn de Europese en wereldkampioenschappen opengetrokken en mochten er ook inliners meedoen. Vanaf 1994 was het alleen nog inline.” Fiers was 21 jaar toen hij zijn eerste paar skeelers kocht. “De eerste keer dat ik ging skeeleren stond ik te janken. Het ging niet. Bij rolschaatsen heb je geen valbeweging. Dat is de reden waarom het zo moeilijk was om de overstap naar het inlineskaten te maken. Er haakten veel rolschaatsers af. Ik ben doorgegaan.”

Een jonge Frank Fiers op de rolschaats in 1978. | Foto : Eigen archief Frank Fiers

De timide Vlaming was vooral van de lange afstanden en had vijftien jaar lang een werelduurrecord op inlineskates op zijn naam staan, dat hij in 2005 in Groningen vestigde. In 2020 werd dit record verbeterd door Felix Reijnen. Pas op zijn vierendertigste is Fiers in het schaatsen beland, reed marathons en heeft nog wereldbekerwedstrijden gereden op de vijf kilometer. “Doordat ik dat allemaal heb gedaan, weet ik hoe het inlinen en schaatsen werkt en wat er in Nederland allemaal speelt.”

Frank Fiers als oud-werelduurrecordhouder met de nieuwe recordhouder Felix Reijnen in 2020. | Foto : Marcel Scheperkamp

Inlinen heeft op veel gebieden een grote meerwaarde, zo beweert Fiers. “Als je aan inlineskaten doet dan moet je leren omgaan met enorme chaotische en wisselende omstandigheden. Races kunnen uitgesteld worden door regen. Wedstrijden kunnen een uur stilgelegd worden door valpartijen. Het kan extreem warm zijn of je hebt te maken met organisaties die niet zo professioneel zijn. Een EK inline of een EK langebaan, dat is nogal een verschil. Je moet enorm leren aanpassen. Daar word je mentaal sterk van en is goed voor de ontwikkeling van een talent. Als je van skeeleren naar schaatsen gaat en vice versa dan merk je heel goed wat je technisch fout doet.”

Frank Fiers als 11-jarige in het paars-wit tijdens de Europa Cup in Oostende in 1982. | Foto : Eigen archief Frank Fiers

De bondscoach ziet ook een valkuil als je schaatst in de winter en skeelert in de zomer. “Het enige en een heel belangrijke is dat je je jaarplanning in de gaten moet houden. Ik zeg altijd: het kan nooit in één jaar twee keer zomer zijn. Geen twee lange zomers in ieder geval. Twee korte zomers (een winter en zomerpiek)  kan wel. Maar je hebt ook een herfst, een winter en een lente nodig. Als je beide disciplines doet, moet je beseffen dat je nooit twee volle seizoenen kunt draaien. Dat gaat ten koste van je gezondheid en de kans op overtraindheid is groot.

Fiers vat samen: “Het is van belang dat je in ieder geval vier periodes inbouwt bestaande uit: een opbouw, intensieve fase, wedstrijdperiode en rust. Vaak zien we in de praktijk dat sporters in hun enthousiasme te veel doen. Ze willen dan dat wedstrijdje toch nog even ‘rustig’ meedoen, maar dat is juist lastig. Als je koerst dan wil je automatisch ook mee in het wedstrijdgeweld, waardoor het alsnog weer een intensieve inspanning wordt. En de mentale rust van even geen wedstrijden, wordt ook onderschat.”

Skeeleren staat in Nederland bij veel sporters op een tweede of zelfs derde plaats. Fiers haalt zijn motivatie uit de kleine dingen. “Ik ervaar gelukkig dat de meeste sporters het skeeleren mooier vinden dan schaatsen of minstens even mooi. Het is zomer. Je bent buiten. De sfeer is gemoedelijk. Zij zullen misschien ook minder druk ervaren, wat een onbewuste factor is. Als jij het als schaatser wilt maken, dan moet het in de winter gebeuren en kun je in de zomer even lekker ‘ontspannen’ skeeleren. Hierdoor is het een heel warme en vriendelijke omgeving om te vertoeven in de zomer.”

Fiers wil atleten helpen om zoveel mogelijk plezier te beleven aan de sport. “Als dat er is, dan komen de prestaties. Manon Kamminga en Bianca Roosenboom waren echte skeeleraars. Zij weten wat inlineskaten is. Er zijn veel clubs in Nederland waar geskeelerd wordt, maar dan wordt het benaderd zoals het schaatsen. Dat is geen drama, maar dat is niet skeeleren. Ik ben opgegroeid met de wetenschap dat we effectief moesten kunnen rijden en dat we even snel rechtsom als linksom konden. We moesten over hindernissen springen. De behendigheid was er. Op dit vlak worden Valentina en ik enorm geconfronteerd. Die historie en echte inlinecultuur willen wij naar Nederland halen. Het is niet alleen maar fietsen en krachttraining als extra trainingen. Dat speelse willen we erin krijgen. Je moet haast een acrobaat zijn als je wereldkampioen wilt worden in het inlinen. Nederland is meer: ‘oeh kijk uit’. Dat is er voor een groot deel al wel uit, maar is nog steeds zichtbaar.”

Frank Fiers en Valentina Berga-Belloni tijdens een training op het middenterrein van de inlinehal in Heerenveen. | Foto : Margriet de Schutter

“Ik weet nog goed dat ik bondscoach was van Jong Oranje. Het was 2013 en tijdens een trainingskamp liet ik mijn rijders weten dat ze geen fiets mee hoefden te nemen. Ze dachten dat ik gek was geworden. Nee, we gingen twee keer per dag skeeleren. De toppers in het inline doen niet anders.”

Het enige dat deze cultuur kan veranderen, is de sport olympisch maken. “Ik heb aan de Olympische Spelen geproefd als coach. We hadden in 2018 de Youth Olympic Games (YOG), waar inliners Marit van Beijnum en Merijn Scheperkamp vanuit Nederland waren afgevaardigd. Merijn behaalde daar brons. Ik vond dat een geweldige setting. De afgelopen tien jaar is er een visie ingezet vanuit het IOC dat er minder atleten afgevaardigd mogen worden, maar meer sporten op het programma moeten staan. Dit betekent dat je onmogelijk kunt verwachten dat alle afstanden van het inlinen in een olympisch programma worden opgenomen. Je hebt twaalf afstanden bij zowel de heren als de dames. Dan heb je er 24 gouden medailles bij. En al die verschillende atleten: sprinters, lange afstandsrijders. Dat is uitgesloten en kansloos.”

Het bondscoachduo Frank Fiers en Valentina Berga-Belloni langs de boarding. | Foto : Eline Hooghiemstra

Een opzet als de YOG is volgens Fiers wel kansrijk. “World Skate had een allroundtitel in het leven geroepen dat bestond uit een 500 meter, een 1000 meter en een vijf kilometer afvalkoers. Ik als marathonman zou niet aan mijn trekken zijn gekomen, maar ik vond dat dit wel een heel goede setting was. Je had zestien dames en zestien heren erbij met slechts één gouden medaille per sekse. Zo’n setting zie ik op de Olympische Spelen wel zitten.”

Er valt een stilte… Alsof Fiers zich extra realiseert dat er nog een lange weg te gaan is. “Wat wij nodig hebben, is een heel cleane aanpak. Inliners scheuren met 50 kilometer per uur over de baan. Als jury is het haast onmogelijk geworden om alles te kunnen zien. Als je het vastlegt op camera - net als bij het shorttrack - dan gaan sporters zich er ook naar gedragen. Dat hebben wij nodig. Het is een kip-ei verhaal. Je hebt geen centen om het professioneel aan te pakken en als je het niet professioneel aanpakt, komen er geen centen en zal het ook niet olympisch worden. Een camerasysteem en een jury die daarop getraind is – want dat moet je ook nog hebben – dat zou onze sport al enorm vooruithelpen.”

Een groot lichtpunt ziet de Belg in de samenwerking met mede-bondscoach Berga-Belloni. “We zijn complementair aan elkaar. Zij in haar ervaring als sprinter en ik als langeafstandsrijder. Bovendien verschillen we enorm in onze karakters. Valentina is een vurige Italiaanse en heeft geen blad voor de mond. Ik ben meer een timide Belg en een beetje een pleaser. We communiceren superveel. We kennen elkaar al zo lang. Valentina gaat al langer mee als assistent-bondscoach bij de senioren en juniorenkampioenschappen dan ik bij het Nederlands team. Er is niets dat ze niet geregeld krijgt. Al is het midden in de nacht. Ze gaat appen, bellen. We hebben beiden natuurlijk enorme contacten en er is wederzijds respect naar elkaar, dus dat is een geweldige tandem.”

Fiers is realistisch in zijn verwachtingen. “Natuurlijk wil je titels pakken. Dat is mooi, maar ik heb altijd beseft dat je als coach zo goed bent als de talenten waar je mee mag werken. De laatste jaren worden onze talenten steeds sneller geadviseerd om te stoppen met skeeleren. Praten met de coaches van de andere disciplines helpt. Dat beseffen zij ook, maar daar gaat zoveel tijd en energie in zitten. Natuurlijk hoop ik dat de sport ooit olympisch wordt, maar daar kan ik als coach weinig aan doen. Sporters op een gezonde en verantwoorde manier tot een topprestatie brengen, is mijn ambitie. Dat ze later kunnen zeggen: ‘die gast daar in België heeft me wel goed geadviseerd en begeleid’.


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan