Op het eerste oog lijkt er geen sprake van een groot contrast met vorig jaar. De marathonploegen beleefden net als nu een zorgeloze zomer. De lockdown in het voorjaar was wel wat onhandig, maar de voorbereiding op het seizoen kwam nooit serieus in gevaar. Tot ver in oktober stond de kalender fier overeind en er leek geen vuiltje aan de lucht. Totdat opeens corona opnieuw de kop opstak en de kalender om zeep hielp. Diverse keren leek er groen licht te komen, telkens bleek het ijdele hoop.
Wat dat betreft hangt de vlag er een jaar later niet heel anders bij. De zomer verliep relatief normaal. De marathonploegen zijn in vernieuwde samenstellingen volop in training, regelmatig ook in het buitenland. De kalender is wederom goedgevuld, met wedstrijden in binnen- en buitenland en corona lijkt op zijn retour nu er met vaccinaties een extra beschermende muur tegen het virus opgetrokken is. Niets lijkt een nieuw marathonseizoen in de weg te staan.
Wat als?
Op de achtergrond spelen er ondanks alles toch zorgen in het marathonwereldje, signaleert competitieleider Willem Hut. “De besmettingscijfers zijn hoger dan vorig jaar rond deze tijd en blijven de afgelopen weken hangen op een plateau. Het zal toch niet zo zijn dat het weer niet kan?” Bij de meeste ploegen overheerst echter positiviteit. “Als er 70.000 man bij de Formule 1 in Zandvoort kunnen komen, kunnen wij ook wel met een peloton starten”, illustreert Neymann van mannenploeg KPMS Bouw & Techniek de huidige situatie, waarin alle sportwedstrijden gewoon zijn toegestaan.
In zijn rol als ploegvertegenwoordiger sluit Neymann regelmatig aan bij overleggen met de KNSB. Normaal gesproken gaan die vooral over reglementen, promotie van de sport en dergelijke, tegenwoordig spelen ook corona en de vraag hoe het nieuwe seizoen eruitziet een belangrijke rol. “Ik denk dat ik nog nooit zoveel vergaderd heb”, lacht Alida Pasveer van damesploeg CENNED. “Misschien was er juist doordat er geen wedstrijden waren meer tijd om te evalueren en dingen op te pakken met de KNSB. Er heerst een goede positieve vibe.”
Bij die overleggen speelt uiteraard ook de vraag op hoe het marathonschaatsen doorgang vindt na het verloren seizoen 2020/2021. “De besmettingen zouden wel op kunnen lopen en dan is de vraag of wij daar als sport last van krijgen op dezelfde manier als vorig jaar”, aldus Neymann. Pasveer stelt ook dat eenzelfde situatie als vorig jaar desastreuze gevolgen zou hebben. “Het was echt eens maar nooit weer. Het zou heel kwalijk zijn voor de sport. Met een keer kunnen we overleven qua motivatie, maar met nog een jaar raak je aanwas kwijt.”
Lessen geleerd
Vanuit de KNSB klinken gelukkig hoopvolle geluiden over het nieuwe seizoen. Technisch directeur Remy de Wit ziet het seizoen met vertrouwen tegemoet. “We kijken naar dit seizoen zoals naar elk ander marathonseizoen”, vertelt hij. “Uiteraard liggen er protocollen klaar rond testen en toegang voor publiek, maar dat heeft allemaal geen invloed op het wel of niet doorgaan van de marathons. Alle lichten staan op groen.”
Ook de ploegen denken op 23 oktober in Amsterdam ‘gewoon’ hun eerste marathon te rijden. “Op dit moment gaan we ervan uit dat we een relatief normaal seizoen krijgen”, aldus Neymann. “Vorig jaar zijn er een aantal dingen misgegaan, maar ik denk dat men daarvan geleerd heeft en dat we er nu anders voor staan dan toen. In dat geval zullen we zeker geen seizoen krijgen zoals vorig jaar.” Pasveer, die net met haar rijdsters terug is van een trainingskamp in Italië, heeft de eerste marathon in Amsterdam eveneens rood omcirkeld. “Er is geen enkele twijfel of we van start gaan. Het kan gewoon! En ik weet dat er een noodscenario klaarligt, al ga ik ervan uit dat die niet nodig is."
De bond heeft inderdaad veel geleerd van de afgelopen coronawinter, geeft De Wit aan. “In het allerslechtste scenario als we teruggaan naar de pandemie zoals vorig jaar, hebben we ook al een alternatief plan klaar. Dat ligt ook al bij NOC*NSF en VWS. Er is geen enkel ander signaal dan dat we kunnen beginnen.” Hut vult aan: “De situatie is heel anders dan vorig jaar. Toen hadden we geen zorgen en mochten we niet los, nu zijn we voorzichtig maar vol vertrouwen dat we goed voorbereid zijn.”
