Tickets
Shop
Nieuws 02 sep 2021

Marwin Talsma: 'Dat ik ooit aan de Winterspelen zal meedoen, staat voor mij wel vast'

Op het water van het Pomprak, Pikmar of de Wide Ie zijn zorgen zó vergeten. Varend in een van de twee sloepen die Marwin Talsma in de zomermaanden verhuurt om nog een beetje inkomsten te hebben als onbezoldigd topschaatser, hoeft de goedlachse Fries nergens meer aan te denken. ‘Als ik de trossen losgooi, en de boot van de wal afduw, voel ik de vrijheid. Daar kan niets tegenop.’

Foto : Neeke Smit

Geluk hoeft niet veel te kosten. Marwin Talsma lacht, terwijl hij de gashandel iets verder opendraait en zijn schuitje naar het midden van de vaart stuurt. “Dit is toch machtig, man. Mooi weer, het water op, het ondergaand zonnetje erbij en genieten”, zegt hij, z’n stem enigszins verheffend om boven de pruttelende motor uit te komen. Achter zijn rug verdwijnt de jachtwerf, het familiebedrijf van de Talsma’s dat een kilometer of vijf van Grou ligt, snel uit zicht. “Varen is net als vakantievieren. Ik vergelijk het wel met iemand die een camper heeft. Alleen krijgt die pas het idee dat-ie weg is bij het passeren van de landsgrens, hahaha!”

Talsma. 23 jaar, zoon in een schaatsgek gezin van vijf. Hij is lid van Team Frysk. Moeder Helma is er trainer, zus Kim (20) en broer Dyon (19) rijden er ook. Vader Fred ‘doet’ de jachtwerf en maakt zich tussendoor verdienstelijk als de materiaalman die als geen ander weet hoe je schaatsen onderhoudt. Afgelopen winter kan aangemerkt worden als de doorbraakperiode van Marwin. Met een Nederlandse titel op de tien kilometer (in een razend knappe 12.52,09, de twaalfde snelste tijd ooit), de derde plaats op het NK Allround en een verdienstelijk debuut tijdens de EK Allround, heeft hij zich in elk geval tussen de beste stayers van ons land genesteld. Logisch toch, dat je veronderstelt dat de bijna gelopen zomer fijn moet zijn geweest. Er ligt een degelijk fundament om zijn loopbaan verder op uit te bouwen.

“Oh, zeker”, reageert hij in eerste instantie op de suggestie. “Maar er zaten ook wat haken en ogen aan. Ik heb op een gegeven moment een enkelband gescheurd. Dat was ergens eind mei of begin juni. We deden een hardlooptest van zes keer zes minuten. Een van de jongens haalde me in op het parcours, schoot rakelings langs een pion die hij kennelijk omstootte en omdat ik vlak achter hem liep, stapte ik daar bovenop. Mijn enkel klapte dubbel en scheurde zo af. We waren net begonnen aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Het eerste testmoment. Een goed beroerde start, want ik was ontzettend goed uit de rustperiode gekomen. Een geluk: ik had nog tijd genoeg om te herstellen.”

Goed kapot na de tien kilometer op het WKKT, eind december. Foto: Neeke Smit

Terwijl het Pomprak wordt verlaten en Talsma het Pikmar opvaart, evalueert hij kort de resultaten van december tot februari. Ter herinnering: corona heerste en zorgde ervoor dat de KNSB in samenspraak met andere partijen een ruim vijf weken durende bubbel organiseerde, zodat er een reeks van toernooien achter elkaar konden worden gepland. “Het is hartstikke goed gegaan. Ik heb me ook wel tijd gegund ervan te genieten, maar verlegde al gauw de aandacht naar wat er komen gaat. Ik wil er de komende winter opnieuw staan, wetend dat het nóg beter moet want er is een Zweed – Nils van der Poel - die harder dan iedereen heeft gereden. Die moet ik het moeilijk maken.”

“En hem niet alleen hè, iedereen die wat kan presteren op de langere afstanden, is mijn concurrent. Patrick Roest, Marcel Bosker, noem maar op, ik heb met allemaal rekening te houden. Het is zoals Siep Hoekstra, mijn trainer zegt: ‘Marwin, het is niet zo moeilijk aan de top te geraken. Zie er nu maar eens te blijven. Nou, dat is het doel, hopelijk vormgegeven door deelname aan de Olympische Spelen in Beijing. Daar draait het om. Dat evenement komt slechts een keer in de vier jaar langs. Het is overigens geen moeten voor me. Ik ben pas 23, heb dus nog wat speling in de planning. Dat het ooit zal gebeuren, staat wel vast.”

Het Pikmar is overgestoken, via de Tynje glijdt de sloep het Wide Ie op. Talsma praat rustig door. Vertelt hoe de trainingsaanpak is veranderd (‘Meer op maat gemaakte krachtoefeningen') en welk voordeel hij straks hoopt te hebben van het opgeschroefde aantal uur skeeleren. “Ik heb meer op de skeelerbaan in Heerenveen gereden dan voorheen, vooral om de schaatsslag te verbeteren. Dat moet op het ijs meer winst opleveren.”

Net de schipper van de Kameleon. Foto: Neeke Smit

De komst van Nieuw-Zeelander Peter Michael is minstens zo betekenisvol. “Die gast is wereldtop, met hem erbij heb ik een volwaardige trainingspartner die me beter kan maken. Andersom geldt dat natuurlijk net zo goed. En dan hebben we nog de beschikking over Bob de Jong, als extra trainer. Die vent heeft zo’n bak ervaring. Hij observeert veel en is niet iemand die zomaar wat in het wilde weg loopt te roepen langs de baan. Hij heeft gezien dat er nog genoeg potentie in me zit.”

Kortom, het plaatje klopt aardig zo om binnen een paar maanden een geslaagde gooi te doen naar een olympisch optreden in China. De kop is in orde, het lijf oersterk, en hoewel hij geen geld verdient met zijn sport (‘Sterker nog: ik betaal gewoon contributie’) lijkt Talsma zich weinig zorgen te hoeven maken. Het bootje vaart, wat wil een mens nog meer?

Door een zijstap in het gesprek, na het aanhalen van de actualiteit rondom het vaccineren van topsporters, blijkt dat niet alles zo rimpelloos verloopt als het water van het Friese meer op deze avond. “Ik ben gevaccineerd”, geeft Talsma aan, “omdat mijn vader een hartoperatie heeft ondergaan. Vanwege de hele corona-toestand hebben we thuis ons allemaal laten prikken, om de risico’s te verkleinen. Ook naar andere atleten toe heb je een zekere verantwoordelijkheid.”

Vader Fred is nog altijd herstellend van de ingreep. Wat erger is: als gevolg van enkele complicaties na de operatie heeft zich een nieuw probleem aangediend dat ondanks het bezoek aan vier verschillende ziekenhuizen niet is verholpen. De familie dubt nu over de gang naar een buitenlandse instantie die raad weet. "Pa moet zich zoveel mogelijk rustig houden. Dat beperkt hem helaas behoorlijk in zijn dagelijks doen en laten.”

De sloep zet intussen koers naar het Pomprak. Talsma groet een bekende tegenligger, zijn aanstekelijke bulderlach rolt alweer over de watervlakte. ,,We zitten heus niet bij de pakken neer hoor’’, verzekert hij. Mijn vader zegt steeds: ‘Jij blijft gewoon schaatsen en maakt dat eerst af. Daarna zien we verder. Nou, dan doen we dat maar.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan