Tickets
Shop
Nieuws 16 sep 2021

Kjeld Nuis: 'Zoals ik me nu voel, kan ik nog wel tien jaar mee'

Met de zon als trouwe metgezel, en de zee, het strand en een zwembad voor de deur koesteren de schaatsers van Team Reggeborgh nog even de zomerse kant van hun topsportbestaan. “Niet dat we nu niet stevig trainen, maar het is tussendoor ook genieten van de omstandigheden”, zo schetst Kjeld Nuis in een paar woorden de essentie van de zoveelste trainingsstage als opmaat voor een geweldige winter.

Foto : Michel Mulder

Alcudia, Mallorca. Geliefde toeristische trekpleister aan de noordkant van het Balearen-eiland in de Middellandse zee. Je struikelt in het havenstadje over de cafés, restaurants en terrassen, en het is er net als in Brabant: de nachten zijn lang. Maar ze zijn niet besteed aan de hardrijders van de groenzwarte brigade. Die slapen. “Dat doe ik zelfs ’s middags vaker dan voorheen. Andere jaren zocht ik steevast het strand op, wanneer de training erop zat. Nu zoek ik eerder mijn bed op om te rusten”, zegt de Leidenaar. “Ik word ouder hè, hahaha. Al lijden de prestaties er niet onder: ik maak tijdens de training nog steeds progressie.”

“Ik heb deze week twee records behaald met m’n piekvermogen op de fiets, plus twee nieuwe records bij de krachttraining. Jongen, het zijn kleine dingetjes, maar daar kan ik zó van genieten!” Het uitroepteken verraadt het al: Nuis’ enthousiasme is hoorbaar in zijn stemvolume. “Ik vind trainen nog steeds erg leuk. Wel moet je vooruitgang blijven boeken, daar ben je topsporter voor, anders raak je snel het plezier kwijt.” Dat is er genoeg. “Ik zit ongelooflijk goed in mijn vel. Als het aan mij ligt, ga ik nog wel tien jaar door.”

Eenzaam genieten.

Dit is Nuis ten voeten uit. ’n Opgewekte spraakwaterval en specialist op de 1000 en 1500 meter (zelfs wereldrecordhouder), ontspannen en vol vertrouwen werkend naar het moment waarop hij merkt dat hij de topvorm heeft te pakken. In deze gemoedstoestand huppelt-ie als het ware de winter tegemoet, bijna vergetend dat hij een paar maanden terug zomaar in het ziekenhuis belandde, na een vaccinatie met wat vervelende gevolgen. Ook een schuivertje met de racefiets eerder tijdens het trainingskamp is inmiddels verworden tot een niemendalletje. Nee, ze vormen bepaald geen beletsels meer in zijn jacht op nieuwe schaatssuccessen, bij voorkeur op 8 februari 2022 (1500 meter Olympische Spelen) en tien dagen later (1000 meter).

Dus kun je stellen dat het een rimpelloze zomer is. Dat was in het verleden weleens anders.
“Weet je wat het is? Zonder dalen geen pieken. Als alles lekker makkelijk zou gaan, zou de euforie na een overwinning ook niet zo groot zijn. Ik weet nog heel goed dat ik gedurende een seizoen waarin ik een aanwijsplek kreeg voor een WK (omdat ik een week met veertig graden koorts in bed lag). Het ene jaar is het rommeliger dan het ander. Verleden seizoen kreeg ik corona, wat de maanden erna tot een enorme uitdaging maakte. In de week voor het NK stond er een MRI-scan gepland van mijn hart. Ik vertelde de dokter dat die afspraak niet kon doorgaan omdat ik moest schaatsen. Hij lachte erom, maar het gebeurde wel. Vervolgens belandde ik op het podium van de 1000 meter, en verloor ik op 0,3 seconde de wereldtitel op de 1500. Ik bedoel maar…”

Hoe graag wil jij ook weer de standaard zijn op de 1000 meter? Of liever die op de 1500 vasthouden?
“Oh, dat interesseert me niets. Ik vind beide even mooi. De 1500 winnen is een stukje lastiger, al ontgaat het me niet dat er links en rechts van me flinke stappen worden gezet op de 1000 meter. Ik ben nog altijd de snelste schaatser op de mijl, maar dat zal ook vast binnenkort veranderen. Het zal een heel spannend jaar worden waarin ik het uiterste uit mezelf moet halen Doe ik dat, dan kán ik onverslaanbaar zijn. Dat zijn er met mij nog enkele jongens. Die willen dat net zo goed. Zonder naar hen te kijken, heb ik een taak: zorgen dat ik de beste uitgave ben van Kjeld Nuis.”

“Het kwijtraken van het wereldrecord op de 1000 aan Kulizhnikov (WK Afstanden 2020, red.) was geen mega-klap voor me, hoor. De 1500 van de World Cup Final stak in kwaliteit ver boven de 1000 uit, daarom heb ik dat record nu nog. De eerste twee rondjes van die race reed ik sneller dan de hele 1000 die eigenlijk helemaal niet zo goed was gereden. Ik verbeterde het record, als eerste rijder na een jaar of tien. Ik had een grens geslecht, en dat voorbeeld volgden meer rijders. Zo gaat dat gewoon, wanneer er iemand een barrière slecht. Eerlijk gezegd verbaast het me dat er niemand in 2020 in de buurt kwam van mijn 1500-tijd. Dan ben ik ook wel weer zo trots dat ik kan zeggen: f*#k, die rit was écht goed.”

Als jij in de jaren bij Lotto-Jumbo met Orie praatte over schaatsen, hoeveel verschilde dat met nu wanneer je in gesprek bent met Gerard van Velde?
“Poeh! Met beiden praat je anders over de sport, al merk je onmiddellijk dat ze veel passie hebben voor het vak. Het is leuk te ervaren dat het zo uit elkaar ligt. Gerard is veel actiever, die doet op de training zelf vaak mee. Man, die kerel is nog topfit. We roepen geregeld naar hem: ‘hé Gerard, probeer het anders nog een jaartje’. Hij zoomt meer in als praktijkman en benadert de sporter individueel. Hoe ben je als mens? Hoe voel je je op een bepaalde dag? Jac is de man van de cijfertjes waar hij alles aan relateert. Zoals Gerard werkt, vind ik heel fijn: in samenspraak tot een plan komen. Ik beweer niet dat het ene beter is dan het ander. Nee, ik geniet alleen op dit moment van deze benadering. Het biedt me de kans een tweede leven in mijn carrière te beginnen.”

Heb je in de keuken van Reggeborgh kunnen zien dat wat Orie allemaal doet en denkt, niet zaligmakend is om je aan de top te handhaven, of nog beter, boven jezelf uit te stijgen?
“Ik geloof dat er meer wegen naar Rome leiden. Bij Orie heb ik elf jaar gezeten, altijd wetend wat ik had. Mijn prestaties waren goed, ik groeide er als topsporter en als mens. Bovendien leerde ik wat er voor mij werkt. Gerard vraagt meer wat je wilt. Natuurlijk moet je een bepaalde lijn volgen, maar Van Velde is wat socialer in zijn methode. Hij is net zo de baas als Orie, alleen…uh…, in de wielersport hoor je dat soms ook. Tom Dumoulin vind ik een prima voorbeeld: die ging niet goed op dat strakke regime van wattages trappen, programma’s afwerken. Hij wilde liever wat meer ruimte. ‘Zal ik vandaag van een lange rit intervallen doen?’ ‘Ik voel me vandaag zo of zo.’ Daar is die vent zo van opgebloeid. Dát heb ik nu ook.”

Duel der giganten. | Foto : Foto's: Michel Mulder

Zeg je Kjeld Nuis sinds Pyeongchang, dan zeg je: da’s de gevestigde orde voor de komende Winterspelen. En is er geen gedachte van: ik plaats me niet.
“Die is er altijd. Weet je, straks op het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) heeft iedereen een luier om. Allemaal schijten we een beetje in onze broek. Ik weet wel dat ik, behalve het feit dat ik heel hard train, erg met mijn hoofd bezig ben. Dat heeft me bij de WK in Pyeongchang, de daaropvolgende Spelen en opnieuw de WK zó geholpen. Op dat vlak heb ik veel ervaring opgedaan. Ik ben er nog steeds veel mee bezig, sterker nog, samen met mijn psycholoog heb ik een mooi plan opgesteld richting de Spelen. Voor mezelf weet ik dat ik er alles aan heb gedaan zodra het OKT begint.”

Het is lang geleden dat je een winter afsloot zonder een zege. In 2010-2011 werd je 2e op de 1000 WK Afstanden, het jaar erna was er alleen de eindzege in de Grand World Cup, een klassementsprijs…, oftewel, na negen jaar in 2020-2021 geen overwinning. Rare gewaarwording, toch?
“Nee hoor, nee, daar is niets vreemds aan. Wat ik reeds aanhaalde over dat seizoen met corona: toen ik op het NK het podium haalde, voelde dat als een overwinning. En tweede eindigen achter Thomas Krol, op de 1500 meter tijdens de WK Afstanden, dat had ik in oktober niet durven dromen. Dat klinkt wat apart, omdat ik altijd voor de winst ga. Ik kwam echter van heel ver en had het de rest nog moeten zien doen.”

Moet je per se groot denken – dus van: die dubbel op de Winterspelen kan opnieuw – om daadwerkelijk dat doel te realiseren. Oftewel ‘Start your impossible’?
“Haha, dat is een heel fijne vraag”, roept Nuis, in de lach schietend. Met deze Engelse slogan werd hij in april van dit jaar gelanceerd als nieuwe ambassadeur van het automerk Toyota. “Het is absoluut waar dat je er op zo’n manier in moet staan. De afgelopen seizoenen met zulke successen – eerst twee keer wereldkampioen, toen twee olympische titels en daarna twee wereldrecords – waren geweldig. Die serie klinkt ook leuk, maar dat ik me hier op Mallorca bij een doodgewone training verbeter, geeft me bijna hetzelfde gevoel als die hoogtepunten. Ik schreeuwde het uit van vreugde, nadat ik meer gewicht dan ooit kon tillen of een recordaantal watt wist weg te trappen. Daar haal ik oneindig veel plezier uit. En leeftijd doet er dan totaal niet toe. Ik ben 31, maar beleef de sport zoals ik het deed als 21-jarig pikkie. Kijk naar Annemiek van Vleuten, Cristiano Ronaldo, hoe zij opgaan in hun sport. Ik denk op zo’n ogenblik: oh, die Nuis gaat nog wel tien jaar mee.”

 

 

 

 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan