Tickets
Shop
Nieuws 19 sep 2021

Esmee Visser: 'Ik loop niet weg voor de gedachte dat ik me niet plaats voor Beijing'

Esmee Visser won in Pyeongchang goud zonder het goed te beseffen, wilde na het onverwachte olympisch succes direct doorschakelen en kon zich heel lang niet voorstellen dat iets of iemand haar de weg naar meer succes zou versperren. Des te harder was de klap toen het wel gebeurde. Maar ze knokt terug, hopelijk snel genoeg om Beijing te halen.

Foto : Handen op de rug en weer 'een baantje trekken'...

Vier jaar zijn voorbijgevlogen. Er is veel gebeurd tussen het moment waarop een Hollands vlindertje in februari 2018 vrolijk fladderend een erg vroege lente kwam brengen, en de vaststelling van een olympisch kampioene, het vlindertje van weleer, tijdens de coronawinter van 2021 dat ze ‘achteruit schaatste’. Als Esmee Visser, ondertussen 25, wordt gevraagd wat ze in vogelvlucht uit de veelbewogen periode zou pikken, noemt ze – uiteraard – de gouden race op de vijf kilometer. “Verder is het ondoenlijk meer losse dingen te kiezen. Deze vier jaar zijn een aaneenschakeling geweest van gebeurtenissen die ik niet zou hebben meegemaakt als ik geen gouden medaille zou hebben gewonnen. De olympische titel heeft álles veranderd. Tot afgelopen seizoen stond ik er alleen nooit zo bij stil”, zo begint de Beinsdorpse haar verhaal.

Zij zit aan de lange zijde van een tafeltennistafel, de interviewer achter de baseline van het speelveld dat staat opgesteld in de tuin van het Italiaanse sport-resort niet ver van Piombino waar Team IKO verblijft voor een trainingskamp. Praten kan overal, zolang het maar in de schaduw kan, en met zo nu en dan weloverwogen woorden ontwart de schaatsster de kluwen van herinneringen. Die wirwar ontstond door het verrassende goud, weggekaapt voor de neus van de gedoodverfde winnares Martina Sáblíková. Wat deed Visser toen?

Esmee volgde haar leefpatroon, met de instelling van ‘dit is het en nu door, want ik moet nog beter worden’. Daags nadat ik de plak had gekregen, vroeg ik aan Remmelt (Eldering, haar coach, red.): welke training heb ik vandaag? ‘Nou Esmee, vandaag wordt er niet getraind, maar gaan we genieten’, was het antwoord…” Niet de verwachte reactie natuurlijk. “Je wilt altijd beter en gunt jezelf als sporter te weinig gelegenheid ergens bij stil te staan. Dat is pas aan de orde zodra het minder gaat en er kennelijk wel tijd en besef komen van wat er is voorgevallen.”

Foto : Rekken en strekken, het hoort er allemaal bij.

Die situatie heeft in Vissers geval lang op zich laten wachten. Ze bleef presteren, terwijl ze haar lichaam keer op keer zwaar op de proef stelde. Ze schaatste als het ware door een tunnel waarin bij tijd en wel best goedbedoelde adviezen en waarschuwingen tot haar kwamen, maar nauwelijks doordrongen. “Niet wetend wat er op me af zou komen na de gewonnen race dacht ik dat het de hemel was waarin ik belandde, met het idee dat alles nóg mooier zou worden. Was natuurlijk niet zo. In feite heb ik een omgekeerde carrière: ik ben met goud begonnen, daarna heb ik ervaring opgedaan, alles geleerd en moeten ondervinden. Ik zou en moest verbeteren. Voerde steeds de dingen uit die de trainer van me vroeg, zonder enig idee te hebben wat erachter zat.”

“Ik ben tamelijk eigenwijs”, bekent ze. “In die fase dacht ik dikwijls bij opmerkingen van de begeleiding: ja, je kunt wel beweren dat het dit of dat is, maar mij overtuig je niet. Kreeg ik een rustdag voorgeschreven, dan voelde ik dat mijn lichaam door kon. Dus trainde ik verder. Totdat ik tegen de lamp liep. Eindelijk. Vorig jaar zei mijn lijf ‘stop’. Dat was de omslag, plotseling realiseerde ik me dat ook ik fysieke limieten had. Vanaf dat ogenblik lukte het me beter alles te overzien. Tegelijkertijd was ik ook trots op wat ik had bereikt in Pyeongchang en de twee jaar die volgden. Ik wist te voldoen aan mijn eigen verwachtingen. Ik kon onder druk net zo goed presteren.” Of het slim was, is een tweede.

Want afgelopen winter schaatste Visser, zoals ze het begin dit jaar omschreef toen ze in de befaamde schaatsbubbel van Thialf zat, voornamelijk achteruit. De toppers gleden steeds verder van haar weg, en daarmee verdween gaandeweg het plezier. Er kwam woede voor in de plaats over de ondermaatse tijden die ze onder de noemer van falen schaarde, terwijl het om overreaching (een vorm van overbelasting) ging.

“Super frustrerend was dat. Zo wilde ik mijn sport niet beleven. Er waren veel pijnlijke momenten.” Hoewel ze zich niet had weten te kwalificeren voor de grote toernooien, mocht ze wel ‘bubbelen’. “Gelukkig maar: ik had mijn team nodig om dit proces van opnieuw opbouwen aan te kunnen. Met Martin en Erwin ten Hove (de trainer-coaches, red.) hadden we besloten op nul te herstarten. Terug naar de basis. Ik moet er niet aan denken als ik die vijf weken thuis had gezeten, voortdurend piekerend over hoe verder te kunnen.”

Ze vindt de prijs die ze heeft moeten betalen voor het (naïeve en halsstarrige) doordraven niet te hoog. “Nee. Ik ben wel olympisch kampioene geworden. Ik heb veel plezier en vreugde ervaren afgelopen jaren. Over het laatste jaar ben ik vooral dankbaar, omdat ik me meer bewust ben geworden van mijn lichaam en wat ik aan kan. Trouwens, ik had nooit meer kunnen terugkeren naar de onbevangen Esmee Visser die ik was voor de Spelen. Ik zou het graag willen want dat was geweldig, maar het is simpelweg onmogelijk met de wetenschap die ik nu heb, hoe mijn hoofd nadenkt en hoe graag ik nu wil presteren.”

Foto : De work-out is in volle gang

“Ik ben op de weg terug, maar bevind me nog niet waar ik moet zijn. De te zetten stappen mogen niet te groot zijn, daar word je anders een beetje wanhopig van. Ik probeer te genieten van dit traject en blij te zijn van alle beetjes progressie. Dat heb ik gemist, elke week merken dat je sterker wordt. Maar evengoed tegenslag accepteren. Niet alles gaat zoals je het wilt. Ik loop heus niet weg voor de mogelijkheid dat ik me niet kwalificeer voor de Winterspelen. Daar denk ik best over na.”

De voldoening verdringt die optie meestal gauw. “Ik ben liever trots op de manier waarop ik deze strijd ben aangegaan. Ik groei mentaal en fysiek, ben stukken volwassener geworden én…”, ze lijkt een nieuwe aanloop te nemen naar het volgende deel van de zin “ik kijk anders tegen het leven aan. Schaatsen is iets minder groot gemaakt, want daar draait het niet alleen om. Met dat inzicht ben ik zó blij. Dat is al een soort medaille die ik afgelopen jaar heb gewonnen. De Spelen halen zou nu een geweldige bekroning zijn, al scheelt het dat er een gouden plak thuis ligt. Er zou een andere medaille kunnen volgen, maar ik heb het kunstje al geflikt.”

 


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan