Straathof, die op 1 januari 2020 in Belgische dienst is getreden, is blij om te constateren dat er in alle drie de schaatsdisciplines goede prestaties worden geleverd, al beseft hij tegelijkertijd dat de weg naar een brede topsport nog lang is. "Bij mijn aanstelling stond er op het gebied van snelschaatsen (door de inzet van vrijwilligers) veel in de steigers. Sporttechnisch kon ik daar zeker op verder bouwen." Toch beschikt België nog altijd niet over een 400-meterbaan en moeten de langebaanschaatsers vaak uitwijken naar kunstijsbanen in Nederland. "Momenteel worden er twee haalbaarheidsonderzoeken gedaan rondom ijsbanen in Herentals en Hasselt. Dat is een positieve ontwikkeling", aldus Straathof, die nog niet te vroeg wil juichen. "Je kunt het wel graag willen, maar uiteindelijk gaat het erom dat die banen gefinancierd kunnen worden."
Een andere reden waarom België volgens Straathof nog altijd een klein schaatsland is, is het aantal mensen dat momenteel actief zijn rondjes op het ijs rijdt. De voormalig wereldkampioen op de 1500 meter vindt het dan ook van groot belang dat er meer Belgen (met name jongeren) geënthousiasmeerd worden voor de schaatssport. "Samen met de clubs en de federatie proberen we van alles te organiseren om te zorgen dat er meer mensen op breedtesportniveau gaan schaatsen. Daarnaast willen we het talent dat er is zo goed mogelijk begeleiden, zodat die niet verloren gaan aan de sport. Soms is het nog belangrijker om deze sporters heel te houden dan om ze de beste van hun leeftijd te laten zijn."
Uithangbord
Omdat de jeugd de toekomst heeft, zijn talentdetectie en talentontwikkeling twee begrippen die Straathof hoog in het vaandel heeft staan. Mede dankzij de goede samenwerking met het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité en Sport Vlaanderen (een soort NOC*NSF, maar dan regionaal) kunnen er zogenoemde ontwikkelprogramma's voor het langebaanschaatsen, shorttrack en kunstrijden worden uitgevoerd. Eén van die ontwikkelprogramma's is de 'Road to Ice', een project van de nationale federatie KBSF, waarbij inlineskaters onder begeleiding van de Thialf Academy aangezet worden om een betere langebaanschaatser te worden. "Zulke trajecten zijn de parels voor het Belgische langebaanschaatsen", vertelt Straathof trots.
"Bart Swings heeft bovendien laten zien dat je de stap kunt maken vanuit het inlineskaten en is door zijn successen van de afgelopen jaren een fantastisch uithangbord voor onze sport." Swings, uitkomend voor Team IKO, won onder meer olympisch zilver op de massastart en veroverde bij de WK Afstanden van afgelopen seizoen brons op dit onderdeel. "Hij hoort structureel bij de beste drie van de wereld en steekt niet onder stoelen of banken dat hij bij de Olympische Spelen van Beijing op het podium wil eindigen." Ook sprinter Mathias Vosté, uitkomend voor Team Reggeborgh, steekt zijn neus steeds vaker aan het venster. "Wij zijn heel blij dat Team IKO en Reggeborgh onze toppers als volwaardig teamlid zien."
Bij de vrouwen zullen Sandrine Tas en Stien Vanhoutte de Belgische eer de komende jaren hoog moeten houden. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat zij samen met Anke Vos op jacht zouden gaan naar een olympisch ticket op de ploegenachtervolging, maar doordat Vos voor een maatschappelijke carrière koos ('waar ik overigens alle begrip voor heb'), viel dat plan in duigen. "Dan zie je dat we te maken hebben met een smalle groep", aldus Straathof, die het als zijn rol ziet om ervoor te zorgen dat België in de breedte sterker wordt. "We hebben met Fran, het jongere zusje van Stien, nog een groot talent in huis, maar zij focust zich eerst op het WK Inlineskaten in Colombia. Wellicht dat ze het na dat WK de aansluiting maakt met de overige leden van Jong België en wellicht internationaal."
Opsteker
Behalve in het langebaanschaatsen ziet Straathof ook steeds meer successen in het shorttrack en in het kunstrijden. Zo maken broer en zus Stijn en Hanne Desmet, die al enkele jaren meetrainen met de NTS van Jeroen Otter, grote stappen en kloppen ze internationaal op de deur. Hanne slaagde er het afgelopen seizoen zelfs in om een zilveren WK-medaille op de 1000 meter te veroveren. "Dat is voor een kleine sport een heel mooie opsteker. Haar prestatie heeft bovendien veel positieve effecten gehad richting onze federatie", aldus Straathof, die in het kunstrijden geniet van de prestaties van Loena Hendrickx. De 21-jarige Arendonkse behaalde vorig jaar een knappe vijfde plek op het WK en eindigde vorig weekend als vierde bij de Finlandia Trophy.
"Zij is op dit moment de enige sporter die zeker is van een olympisch ticket. Dat is hartstikke mooi, want zo kan ze in alle rust toewerken naar de Spelen." Straathof zou het 'hartstikke mooi' vinden als de olympische ploeg groter is dan tijdens de Winterspelen van Pyeongchang. Toen gingen er uiteindelijk zeven wintersporters, onder wie Hendrickx, Swings en Vosté, naar Zuid-Korea. "In Beijing zou meer dan zeven schaatsers normaal gesproken wel moeten lukken, maar de Spelen haal je alleen door keihard te werken en de juiste dingen te doen om resultaat te halen."
Wat is jouw persoonlijke doel richting de Olympische Spelen?
"Eén van mijn grootste ambities is om het relayteam (shorttrack) op de Olympische Spelen te krijgen. Sowieso vind ik het mooi om te zien dat een ploeg een gezamenlijk doel heeft en daar alles voor in het werk stelt om dat te bereiken. De World Cups zullen moeten uitwijzen of we ons gaan plaatsen."
Waar houd jij je zoal mee bezig?
Lacht: "Ik ben een schaap met zeven poten! Mijn rol is het creëren van randvoorwaarden om de topsporters en hun coaches goed hun werk te laten doen. Verder spar ik met de coaches over de trainingsprogramma's, houd ik me bezig met de talentenontwikkelingstrajecten en bouwen we met met de nationale koepels KBSF en KBKF aan collectieve programma’s, zodat we blijven werken aan de ambities die we richting de toekomst hebben."
Wanneer is jouw tijd in België geslaagd?
"Laat ik eerst zeggen dat ik voorlopig nog lang niet klaar ben hier. We zijn momenteel goed aan het bouwen en dat moeten we de komende jaren continueren en zelfs proberen uit te bouwen. We zullen heel veel gaan leren van de komende winter, omdat we dat de afgelopen winter vanwege corona weinig hebben geleerd. Eén ding is zeker: komend seizoen wordt voor ons het jaar van de waarheid. We gaan er alles aan doen om zo goed mogelijk voor de dag te komen."
