Van Beek had de overwinning vooral te danken aan haar 500 meter, die ze in 39,46 seconden ('goede opening, goede eindtijd') aflegde. Daarmee hoefde ze alleen Esmé Stollenga, die met 38.82 het baanrecord van Sanneke de Neeling afpakte, voor zich te dulden. Op haar geliefde 1500 meter eindigde Van Beek dankzij een tijd van 2.00,04 als derde, achter de jonge Myrthe de Boer (1.59,46) en Elisa Dul (2.00,01). "Over de 1500 meter was ik niet helemaal tevreden. Ik had in het begin te weinig snelheid en kwam vervolgens niet op gang. Aan de ene kant is dat wel te verklaren - ik heb de afgelopen weken hard doorgetraind in Inzell - maar het blijft balen als het niet loopt zoals je wil."
Het mocht de pret verder niet drukken voor Van Beek, die voor het eerst in haar loopbaan de IJsselcup op haar naam had geschreven. "Daar ben ik heel erg blij mee. Ik vind het ook wel mooi dat ik op de baan waar ik het vroeger heb geleerd, heb gewonnen", aldus Van Beek, die naar eigen zeggen weer lekker in haar vel zit. Dat was de vorige seizoenen wel anders, toen haar longen haar geregeld in de steek lieten en ervoor zorgden dat ze niet de uitslagen reed die ze wilde rijden. "Nu ik merk dat m'n longen niet meer de belastende factor zijn, kan ik eindelijk weer doen wat ik leuk vind. Ik voel me eindelijk weer topsporter en dat is zó lekker, zeker in een seizoen als deze."
In een olympisch seizoen kan Van Beek namelijk altijd iets extra's. Zo slaagde ze er vier jaar geleden in om zich - na een aantal magere jaren - te plaatsen voor de Olympische Spelen van Pyeongchang, waar ze uiteindelijk één honderdste tekort kwam voor een bronzen medaille op de 1500 meter. Bij de Spelen van Sotsji greep ze wel brons op de 1500 meter. "Er komt gewoon iets in me los als het een olympisch seizoen is, dat stukje moraal werkt wel mee", stelt Van Beek. "Bovendien vind ik het lekker dat we weer met publiek rijden en dat het écht ergens om gaat. Dat zijn dingen waar ik meestal wel goed op ga."
Net als Van Beek mocht ook Joep Wennemars de IJsselcup op zijn 'thuisbaan' in ontvangst nemen. De 19-jarige rijder van TalentNED kreeg die trofee door een vijfde plek op de 500 meter (36,24) en een vierde plek op de 1500 meter (1.51,09). "Dit is een leuk begin van het seizoen", vertelde Wennemars, die hier en daar een slordigheidje zag in zijn races. "Maar gezien de omstandigheden in Deventer ben ik best wel tevreden met de tijden. We hoeven hier natuurlijk nog niet te pieken, maar omdat dit toch wel een beetje mijn thuisbaan is, wilde ik hier graag goed rijden. Dat is goed gelukt!"
Zijn belangrijkste doel was een startbewijs verdienen voor de Daikin NK Afstanden, die van 29 tot en met 31 oktober in Heerenveen verreden zullen worden. Zowel op de 500 als op de 1500 meter slaagde hij in zijn missie. "Voor ons is het leuk om een keer met de grote jongens mee te rijden en op televisie te komen. Die ervaring neem je weer mee", aldus Wennemars, die zich dit seizoen voornamelijk op de juniorenwedstrijden richt. Dat geldt ook voor Tim Prins, die zaterdagavond als enige onder de 36 seconden op de 500 meter. De eerstejaars A-junior noteerde een tijd van 35,90 en was daarmee sneller dan Thomas Geerdinck en Aron Romeijn. Louis Hollaar was met 1.48,36 de snelste op de 1500 meter.
