Tickets
Shop
Nieuws 03 nov 2021

Niki Wories: 'Of het realistisch is of niet, dat bepaal ik zelf wel'

Voor Niki Wories begint de tijd te dringen. De Almeerse kunstrijdster moet de komende periode boven zichzelf uitstijgen om nog kans te maken op deelname aan de Winterspelen van Beijing. De 25-jarige Wories heeft twee topscores nodig – te beginnen in Dortmund komende zaterdag en zondag tijdens de NRW Trophy - en weet dat deze horde bijna niet te nemen is. ‘Ik denk dat ik de capaciteiten heb om aan de Spelen mee te doen, maar twee keer 186 punten halen is nogal een opgave’, zegt ze in het tweede deel van een lang gesprek met haar.

Foto : Soenar Chamid

Wat heet. Wories schaatste overal op de planeet haar wedstrijden, maar kreeg nergens ooit meer dan 160 punten van de jury. Hoe zou ze nu dan aan een score moeten komen die minimaal 26 punten hoger is, en dat twee keer? Zelf weet ze dat evenmin. Toch zegt ze monter: “Dingen zijn nooit onmogelijk. Maar ik zit in een jurysport en heb daardoor geen controle over de punten die me worden toegekend. Het enige wat ik kan doen, en dat heb ik nadrukkelijk afgesproken met mijn coach, is me mentaal niet kapot te laten maken. Dat is het me niet waard. Er is nog een leven naast en na het sporten. Toch zal ik rijden met als doel de Winterspelen bereiken, om naderhand te kunnen zeggen dat ik er alles aan heb gedaan.”

De krakkemikkige enkel ten spijt. In september, toen ze na een lange onderbreking wegens corona weer naar haar Canadese trainingsbasis terugvloog, is het snel misgegaan. Trainend op een kür, ‘prikte’ Wories scheef in voor een sprong en verdraaide daarbij haar enkel. “De sprong was al ingezet, ik duwde mijn enkel wat verder door, en klaar. Gelukkig geen breuken of een spierscheuring, wel een enkel waarmee ik weken niet op het ijs zou mogen staan van de dokter. Ja, daar had ik geen zin in. Ik nam een korte break en ben weer het ijs opgestapt, omdat ik zo graag wilde trainen, ingetapet als een ijshockeyer wiens enkel geen kant op kon.”

'Wat ik nadrukkelijk heb afgesproken met mijn coach: ik laat me mentaal niet kapotmaken'. | Foto : Pietures.nl

Want om de hoek lagen en liggen de Olympische Spelen te wachten.
“Daarom wil ik nu ook zo graag aan de NRW Trophy meedoen. Ik vind kunstrijden leuk om wedstrijden te rijden. Waarom zou ik na alle opofferingen geblesseerd thuis willen zitten? Ik wil ervoor vechten. Want ik zou het erg vinden als ik na zoveel jaar niet eens de kans krijg om ervoor te knokken. Of het realistisch is of niet, dat bepaal ik zelf wel. Ik ben me ervan bewust dat ik enorm boven mezelf moet uitstijgen om die punten te behalen. Maar ze zijn haalbaar.”

“En dan maakt het me niets uit tegen wie ik moet rijden, of ze nou uit het buitenland komen of Nederland. Je wint en verliest, zo gaat dat gewoon. Alleen, en dat is een dingetje, heb ik tegen Lindsay van Zundert pas een halve wedstrijd gereden (Ice Star in Minsk, december 2020, alleen de korte kür, red.).”

Waarom een dingetje? Vroeg of laat sta je toch op hetzelfde ijs en rijden jullie je küren en is het aan de jury wie de beste score behaalt. So what?
“Zo sta ik er ook in. Ik vind het hartstikke leuk dat er iemand in Nederland is, buiten mezelf, die doelen bereikt. Het is heel moeilijk om het altijd in je eentje te moeten doen. Volgens mij is er ook geen sprake van haat en nijd naar elkaar. De huidige groep kunstrijdsters in Nederland is leuk, maar een naar sfeertje wordt door de omgeving eromheen gecreëerd.”

Je doelt op de sociale media?
“Precies. En door bepaalde mensen die het heel leuk vinden om negatief te praten over anderen…” Ze laat in het midden wie dat betreft.

186 punten is de eis. Is dat volgens jou een gemene limiet of een topsportlimiet?
“De score is… (enigszins haperend) vrij hoog. Lindsay heeft op de wereldkampioenschappen in maart een klassering behaald die zeer goed was (zestiende), maar ook zij heeft die score van 186 nog nooit gehaald, en ik word geacht dat twee keer te doen.”

Vind je dan dat de eis expres zo zwaar is gemaakt, in de verwachting dat je ’m toch niet haalt?
“Nee, ik voel niet dat ze op die manier tegen me zijn. Dat wil ik ook niet willen voelen. Maar ik vind de gevraagde score hoog. Lindsay hoeft er niet aan te voldoen, omdat ze goed heeft gereden op het WK. Ik heb haar persoonlijk gefeliciteerd met het resultaat, daar wil ik ook echt niets aan afdoen. Het oordeel is dat het gelijk staat aan elkaar, maar ik….” Ze maakt de zin niet af. Gaat dan verder: “Ik ken geen ander land, Zweden misschien, dat zijn atleten een extra limiet voorschrijft. De olympische eis halen is al lastig genoeg. Dus als je een ticket binnenhaalt betekent dat je capaciteiten hebt om daar iets goed neer te zetten.

'Er is meer naast en na de sport', zegt Wories, voorsorterend op een eventueel afscheid van de sport. | Foto : Soenar Chamid

“In Nederland wil men altijd voor de medailles gaan, voor het goud, maar we vergeten de persoon die al jaren vecht en zijn of haar hele leven aan de kant zet voor een sport. Misschien is het in die sport niet zo makkelijk er te komen, omdat het een jurysport is, dan wanneer het draait om zo hard mogelijk te kunnen schaatsen. Er mag niet vergeten worden wat een rijder en de familie eromheen al hebben moeten doorstaan…. Of alles aan de kant te zetten voor een federatie, om dan te horen dat je niet goed genoeg bent om op de Spelen een medaille te behalen, of top-zoveel, wat zo even wordt bepaald (vingerknip)…’Sorry, je bent niet capabel genoeg om het te mogen doen’. Dat is torture…”

Wories laat de kwestie rusten. De aandacht kan beter uitgaan naar het heden. “Ik wil kijken hoever ik nog kan komen. Als het dit mijn laatste seizoen is, let it be. Ik wil het goed afsluiten, en niet door corona dat bepaalde dat het WK 2020. Wat kan ik meer doen?” Of ze haar carrière nog lang zal voortzetten, weet ze niet. Wories kent de plannen van de KNSB om een centraal trainingscentrum voor het kunstrijden in Heerenveen te ontwikkelen. “Financieel is het lastig vol te houden. Ik wil niet schaatsen als ik niet met mijn coach kan werken, en die zit in Canada. Als de KNSB een coach zou vinden met wie het klikt, zodat ik niet altijd in Canada hoef te zitten, kan dat bepalen of ik doorga. Het is een kans om verder te rijden totdat ik denk: weg met die schaatsen. Mijn lichaam speelt echter ook een rol. Ik ben mentaal nog heel jong. Het boeit me niet dat ik al 25 ben. Leeftijd is een nummer.”


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan