Van Zundert zou nog gepasseerd kunnen worden door een andere Nederlandse schaatsster die in dit najaar tweemaal 186 punten zou weten te behalen. Dan komt de interne selectieprocedure in werking. Remy de Wit, technisch directeur van de KNSB: "Lindsay is zonder twijfel dé revelatie van het jaar in het kunstrijden. Ze is een groot talent dat zich met name in de afgelopen periode stormachtig heeft ontwikkeld. Nederland mag supertrots zijn dat we na 45 jaar weer op olympisch niveau kunnen kunstrijden."
De laatste keer dat Nederland op de Olympische Spelen in het kunstrijden vertegenwoordigd was, was in 1976. Dianne de Leeuw behaalde toen het zilver. Sjoukje Dijkstra veroverde zilver in 1960 en goud in 1964. De Wit vervolgt: "Onze felicitaties gaan natuurlijk ook uit naar de familie van Lindsay die haar zo goed ondersteunt, en naar Joan Haanappel, die het talent van Lindsay al vroegtijdig heeft ontdekt en dichtbij de familie staat."
Disciplinemanager kunstrijden bij de KNSB en oud-kunstrijdster Karen Venhuizen reageert verheugd op het nieuws. "Met zijn allen hebben we de afgelopen jaren hard gewerkt aan het verhogen van het niveau van het Nederlandse kunstrijden. We kunnen trots zijn op de ontwikkelingen met onder andere de stappen die we hebben gezet op het gebied van talentontwikkeling, het perspectief van een nationaal team en natuurlijk de prestaties die dankzij inspanningen van alle geledingen zijn mogelijk gemaakt. Alles met elkaar heeft ervoor gezorgd dat NOC*NSF onze sport weer heeft omarmd en dat we kunnen uitkijken naar een geweldig sportjaar waarin we Nederlands kunstrijden gaan zien op de Olympische Spelen van Beijing 2022."
Bij de WK Kunstrijden van afgelopen week was Nederland voor het eerst in de geschiedenis vertegenwoordigd op drie disciplines: solo dames (Lindsay van Zundert), paarrijden (Daria Danilova en Michel Tsiba) en ijsdansen (Chelsea Verhaegh en Sherim van Geffen).
