Met enkel een zilveren plak van Sverre Lunde Pedersen bij het WK Allround kenden de Noren vorig jaar een uiterst mager seizoen. Intern klonk er kritiek en daarnaast beëindigden veel oudgedienden om diverse redenen hun carrière. Aan Rykkje de taak om met een nieuwe en verjongde ploeg weer voor successen te zorgen. In de schaatsbubbel in Heerenveen wierp de nieuwe aanpak zijn vruchten af.
Bij het ISU EK Allround waren de eerste resultaten al te zien. Pedersen eindigde op de derde plaats en de 21-jarige Hallgeir Engebråten kwam net te kort voor het podium. Bij de World Cup wisten hij en Peder Kongshaug, met zijn negentien jaar nog een junior, opnieuw indruk te maken. "Vorige week moesten ze nog een beetje wennen", vertelt Rykkje. "Die gasten hebben nog nooit in deze omstandigheden gereden. Ze weten nog niet wat ze kunnen. Dat ze nu zo hard gaan, had ik ook niet verwacht. In ieder geval niet nu al."
Het succes van de Noren beperkt zich niet alleen tot de mannenploeg. Ook bij de vrouwen was er iets te vieren. De jonge Ragne Wiklund reed samen met Ida Njåtun en Marit Bøhm naar het brons op de ploegenachtervolging. Met name Wiklund is iemand om in de gaten te houden, stelt Rykkje. Op zondag reed ze in de B-groep een nieuw Noors record op de 3000 meter. "Zij is echt een toptalent en heeft alles in zich om de top te halen. Die 3.58,95 was in de A-groep wel langzamer geweest, maar het is nog steeds hard."
Na het afscheid van Håvard Bøkko tijdens het afgelopen WK Allround dringt nu de jonge garde zich langzaam maar zeker op. Pedersen, toch ook al 28 jaar, wordt opgejaagd door de nieuwe generatie. Juist Pedersen presteerde bij de eerste World Cup onder zijn niveau. "Hij heeft een heleboel veranderingen doorgemaakt afgelopen jaar", verklaart Rykkje. "Hij is onder andere vader geworden. Ik zeg niet dat het daaraan ligt, maar het is wel goed dat hij nu met zijn neus op de feiten wordt gedrukt. De jonge jongens komen eraan en zijn gretig om de oude garde te verslaan."
Duwen
Ondanks de interne concurrentiestrijd vechten de Noren gezamenlijk tegen de buitenlandse concurrentie. Volgend jaar moet er namelijk op de ploegenachtervolging een olympische titel verdedigd worden. Op Pedersen na zal dat in een volledig nieuwe samenstelling moeten gebeuren. Daarbij pasten de Noren afgelopen weekend ook nog eens een opvallende nieuwe tactiek toe: niet wisselen. Allan Dahl Johansson deed al het kopwerk en werd acht ronden lang voortgeduwd door Engebråten en Pedersen. Bij de dames werd deze tactiek eveneens met succes toegepast.
"Je vangt de luchtweerstand met zijn drieën op, verdeelt de inspanning gelijkmatig en verliest geen tijd op de wissels", legt Rykkje de gedachte achter de gekozen strategie uit. "In ieder geval voor de meiden die niet zo goed zijn als de wereldtop lijkt het te werken. Voor het topniveau heb ik nog mijn twijfels. We hebben drie jongens die op topniveau kunnen rijden en nog steeds was Nederland sneller met jongens die dat op Sven Kramer na nog niet zijn. We gaan er wel mee verder en kijken hoe we het kunnen ontwikkelen." Bang dat anderen zijn tactiek gaan kopiëren is hij niet. "Het vergt wel wat voorbereiding."
De successen van de afgelopen weken zijn zeker ook opgepikt door de Noorse media, merken ze. De pers is positiever en ziet ook dat er veel veranderd is in de aanpak. Groeien de verwachtingen mee nu de eerste successen er zijn? Allerminst, stelt Rykkje. "Met zo'n jonge groep durf ik niet eens aan WK-medailles te denken. Er zijn wel doelstellingen vanuit Noorwegen, maar die zijn gebaseerd op een heel seizoen, dus die kunnen we sowieso niet halen. We moeten vooral kijken naar de ontwikkeling van de schaatsers, ze fit houden en laten focussen op de ritten. Dan zien we daarna wel wat het waard is."
