Seizoensouverture in Thialf: 'De eerste wedstrijd is altijd een tegenvaller'

Terwijl het kwik buiten oploopt tot zomerse temperaturen, is ijsstadion Thialf zaterdag 21 augustus - eerder dan anders - het decor van de eerste 'echte' wedstrijd van het schaatsseizoen. Dat de seizoensouverture dit seizoen zo vroeg is, heeft alles te maken met de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Omdat deze pandemie ervoor zorgde dat er vorig seizoen nauwelijks wedstrijden verreden konden worden, miste een groot aantal rijders de mogelijkheid om zich te plaatsen voor de IJsselcup. Om deze groep schaatsers alsnog de kans te geven een bepaalde tijd neer te zetten, besloot de sectie langebaan & kortebaan van de KNSB een aantal plaatsingswedstrijden aan de kalender toe te voegen.

Hoewel de grote merkenteams de plaatsingswedstrijd aan zich voorbij lieten gaan, kwamen er toch nog heel wat schaatsers op deze eerste wedstrijd af. Zo waren er maar liefst 53 (!) ritten op de 500 meter, die bij de mannen werd gewonnen door Sebas Diniz (36,65) en bij de vrouwen door Sanneke de Neeling (39,51). Laatstgenoemde wilde vooral even kijken hoe ze ervoor stond na haar knieoperatie van zes maanden geleden en was tevreden met haar tijd, al had ze het liefst een lage 39'er gereden. "Het doel was om de limiettijd te rijden, zodat ik weer even een poosje kan stoppen met wedstrijden rijden. Dat is gelukt." 

Voor de meeste rijders was plaatsing voor de IJsselcup dan ook het belangrijkste doel van vandaag, al was dat niet de insteek die Joep Wennemars had. De 17-jarige rijder van TalentNED benaderde de eerste wedstrijd van het seizoen - net als zijn teamgenoten - als een tempotraining. "Ik sta hier vooral om wedstrijdritme op te doen. Ik heb dat echt nodig om verder te kunnen", legt de jongeling zijn deelname uit. Met de tweede tijd op de 500 meter (36,89) en op de 1500 meter (1.51,65) was hij weliswaar één van de snelste rijders van het hele veld, maar dat stemde hem niet meteen tevreden. "In vergelijking met de rest was het prima, maar ik wil natuurlijk wel wat harder dan dit", aldus een kritische Wennemars.

"De eerste wedstrijd is altijd even een tegenvaller, want dan word je met je neus op de feiten gedrukt. Je denkt dat het heel hard gaat, maar dat valt gewoon vies tegen. Aan de andere kant weet ik dat dit erbij hoort in deze tijd van het jaar. Het is ook nog maar augustus." Voor Wennemars was het afgelopen seizoen er eentje om heel gauw te vergeten. Omdat corona een streep zette door de (inter)nationale wedstrijdkalender voor junioren, moest hij het doen met een handjevol oefensessies. "Als junioren hebben wij veel te weinig kansen gehad en daar was ik best een beetje boos over", geeft Wennemars eerlijk toe.

"Telkens als we dachten dat er een wedstrijd zou komen, ging het niet door. Dat was zó frustrerend, maar daar moesten we mee dealen. Bovendien zijn er mensen die het nog erger hebben gehad dan wij", doelt Wennemars op de generaties onder hem. "Juist voor kinderen die nog niet in een team zitten en die het zelf moeten uitzoeken, moet het heel moeilijk zijn geweest. Ik zou het dan ook heel jammer vinden als zij hierdoor afhaken." Zelf had Wennemars geen enkele moeite om zich keer op keer op te laden. "Ik ben vrij dedicated. Ik heb een doel voor de lange termijn voor ogen en dacht alleen maar: trainen, trainen, trainen. Als er dan een wedstrijd komt, ben ik goed in vorm."

Hoewel hij voor komend seizoen nog een slag om de arm houdt, verwacht Wennemars dat hij dit seizoen weer wat vaker in actie zal komen. Als tweedejaars A-junior richt hij zich vooral op de juniorenwedstrijden. "Mijn doel voor komend seizoen? Het WK voor junioren heb ik hoog op mijn lijstje staan, maar daarvoor moeten we ons eerst zien te plaatsen bij het NK", aldus Wennemars. "En als we de Holland Cups goed rijden, zouden we ons ook kunnen plaatsen voor de seniorenwedstrijden. Het zou heel mooi zijn om een keer tussen de grote mannen te rijden dit seizoen. Daar kunnen we alleen maar veel van leren."

Tijdens de plaatsingswedstrijd in Heerenveen werden drie afstanden gereden: de 500, 1000 en 1500 meter. Zoals eerder geschreven ging de overwinning op de 500 meter naar Sebas Diniz en Sanneke de Neeling, terwijl de 1500 meter werd gewonnen door Sijmen Egberts (1.51,57) en Kim Talsma (2.01,23). Op de 1000 meter waren Mats Siemons (1.12,86) en Isabel Grevelt (1.19,47) de snelste. Bekijk hier alle uitslagen.