Op dit moment zijn de mogelijkheden om te sporten nog beperkt. De binnensport zit nog steeds op slot en er geldt buiten een leeftijdsgrens van 26 jaar. De regels gelden in ieder geval tot en met 21 april. Afgelopen week sijpelden al berichten naar buiten dat er vanaf die datum enkele regels losgelaten gaan worden, ondanks het feit dat de ziekenhuizen de druk nauwelijks meer aankunnen. Het aantal coronapatiënten op de intensive care is in een jaar niet zo hoog geweest en de piek lijkt nog niet achter de rug.
Ondanks de zorgelijke berichten uit de ziekenhuizen pleiten de sportbonden voor versoepeling van de maatregelen. Uitbreiding van de mogelijkheden om te sporten helpt volgens de bonden bij een betere naleving van de gedragsregels en maakt een betere handhaving mogelijk. Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF: "Laat de leeftijdsgrens van 26 jaar vallen voor het onderling sporten en open zo snel mogelijk ook de binnensportaccommodaties, zodat de grote bewegingsachterstand onder vrijwel alle leeftijdsgroepen niet verder oploopt en alle Nederlanders de kans hebben om in sport weer een volledige mentale uitlaatklep te vinden."
Kunstrijden en inlineskaten
De sporten die in de huidige periode van het jaar veel baat zouden hebben bij versoepeling zijn het kunstrijden en het inlineskaten. Maar ook in de andere disciplines kijken verenigingen en ploegen uit naar het moment dat ze iedereen weer kunnen toelaten bij de trainingen. Skeelerverenigingen hoeven bij soepeler maatregelen geen onderscheid meer te maken tussen verschillende leeftijdscategorieën en kunnen ook weer meer activiteiten organiseren.
Volgens René de Klein, voorzitter van de sectie inlineskaten bij de KNSB, kan de sport veilig open. "Geen enkele sportvereniging wil eventuele toestemming weer kwijtraken, dus werken ze met coronabeleid en protocollen. Mijn skeelerrondje op de openbare weg moet ik aanpassen omdat het zo druk op de weg is. Dan rijd ik liever op een accommodatie, indien nodig met gereduceerde aantallen. Je komt er niet met alleen maar thuis blijven en wachten."
Dat zelfs een OMT-lid als Diederik Gommers toegaf dat er in de overheidscommunicatie meer aandacht had moeten zijn voor sport en beweging, sterkt De Klein in zijn mening. "Sporten en bewegen vergroot de weerstand en zal de gezondheidszorg in de volle breedte ontlasten. Als je de publieke ruimte groter maakt, wordt er meer onder controle gesport. Dat hebben wij met het inlineskaten vorig jaar laten zien en afgelopen winter alle natuurijsclubs die de ijsbaan open hadden. De besmettingscijfers veranderden niet, maar wat wel veranderde was de sfeer. Het korte lontje was weg. Uiteindelijk komen we sneller door deze tijd heen als we de sportlocaties open doen."
Voor het kunstrijden zouden versoepelingen als geroepen komen, geeft Lieske Libregts aan. Veel kunstrijders hebben als gevolg van de maatregelen het afgelopen seizoen nauwelijks kunnen trainen en al anderhalf jaar geen wedstrijd meer geschaatst. "Ik ben blij met alle initiatieven die de afgelopen weken opgezet worden voor zowel breedte- als wedstrijdsport. De coronasituatie lijkt voorlopig niet direct te veranderen, dus moet je kijken wat je op een verantwoorde manier nog wel kunt doen. Dan is sport zowel maatschappelijk als voor het lijf enorm belangrijk. Er zijn heel veel beginnende sporters die al maanden niet meer schaatsen. Dat is heel jammer."
De beperkingen hebben er flink ingehakt, stelt Libregts. "Er zit nu al een groot gat tussen de topsport en de laag daaronder die al meer dan een jaar geen wedstrijden heeft gereden. De beperkingen gaan zijn sporen zeker nalaten. Ook nu nog blijft het onzeker of ijsbanen nog wel opengaan. Er zal een gedeelte van de rijders afvallen, daar ben ik bang voor. Hopelijk komt de jeugd straks weer terug als het allemaal weer mag. Daarom is het goed dat er in ieders belang nu aan de bel getrokken wordt. Het maakt niet uit of je jong of oud bent, recreant of wedstrijdsporter, iedereen heeft er belang bij dat we weer kunnen sporten."
