Tickets
Shop
Nieuws 08 okt 2020

Vers bloed voor het nationale scheidsrechterskorps

Foto : Carl Mureau

In deze Week van de Official aandacht voor vers bloed in het nationale scheidsrechterskorps van het langebaanschaatsen. Na een KNSB-cursus van twee jaar kregen zes nieuwe scheidsrechters recent hun diploma overhandigd. Zij staan te trappelen om aan de slag te gaan bij nationale wedstrijden: NK's en de Rabo Holland Cup. "Samen een goede wedstrijd neerzetten, dat is het mooiste wat er is."

Wat maakt iemand een goede scheidsrechter bij het schaatsen?
"Een goede scheidsrechter is een weekend lang gefocust, altijd alert en goed toegerust om adequaat in te grijpen als een mogelijke overtreding van de regels plaatsvindt", zegt Jan Bolt, opleider/examinator bij de KNSB en voormalig internationaal scheidsrechter. "Als het goed is, blijft de scheidsrechter onzichtbaar. Maar is er een incident, dan moet je rustig blijven en in overleg met je team tot de juiste beslissing komen."

Samen met collega Hanjo Heideman, die nog volop actief is in het internationale circuit, verzorgde Bolt de opleiding van het nieuwe zestal, dat twee jaar geleden aan de cursus begon. De zes geslaagden kregen in augustus tijdens een slotdiner hun diploma’s én bijbehorende jassen uitgereikt.

De geslaagden zijn: Miriam Kuiper, Richard van Adrighem, Peter Breukers, Steven te Brinke, René Leliveld en Frank Spoel. Hun komst is belangrijk voor de doorstroming binnen het scheidsrechterskorps, zegt Marieke Jonker van KNSB Opleidingen. "Het goede is dat in deze lichting ook een paar echt jonge scheidsrechters zitten. Daar zijn wij heel blij mee." 

De opleiding bestond uit theorie en praktijk: kennis van de reglementen verder oppoetsen, ervaring opdoen bij wedstrijden op nationaal niveau én leren omgaan met druk van buitenaf. Dat laatste is belangrijk, want een baanwedstrijdje of een pupillenrace is wat anders dan een NK Afstanden vol Thialf.

Als in die laatste ambiance een van de toppers een lijntje overschrijdt en je grijpt als scheidsrechter in, staan meteen ook de camera's op je gericht. "De vraag blijft hoe mensen reageren als het er echt om spant", vertelt Bolt. "In de praktijk moet blijken of ze dat ook echt kunnen en in zekere zin ook leuk vinden." Het zestal heeft intussen de gebruikelijke weg bewandeld, van jurylid en baanscheidsrechter tot het huidige, nationale niveau.

Waarom wordt iemand eigenlijk scheidsrechter?
Miriam Kuiper (27, Oudehaske): "Ik heb zelf altijd fanatiek en met veel plezier geschaatst, maar moest stoppen vanwege blessures. Als scheidsrechter kan ik iets teruggeven aan de sport. Samen met een heel team een goede wedstrijd neerzetten, dat is het mooiste wat er is."
Steven te Brinke (34, Enschede): "Zonder scheidsrechter heb je geen wedstrijd. Je valt meestal niet op, maar ik vind het gewoon leuk om de sport te helpen."
Richard van Adrighem (51, Nijeholtwolde): "Als supporter volg ik het schaatsen al vele jaren, ook in het buitenland. Om mijn kennis te vergroten ben ik ooit de opleiding tot juryid gaan doen. Zo ben ik erin gerold. Als supporter kijk ik nu anders naar wedstrijden en ik vind het mooi om als scheidsrechter iets voor de sport te doen."

Wat is het moeilijkst voor een scheidsrechter?
Van Adrighem: "Het beoordelen of schaatsers een lijn overschrijden. Zelf sta je meestal op de kruising, voor de rest ben je afhankelijk van je collega's. Je moet zeker van je zaak zijn. Zo niet? Dan beslis je in het voordeel van de rijder: bij twijfel geen diskwalificatie." 
Kuiper: "Een DQ uitdelen is nooit leuk, maar afspraak is afspraak, Max Verstappen mag ook geen bochten afsnijden. Regels moet je naleven om te zorgen dat een wedstrijd voor iedereen eerlijk verloopt."
Te Brinke: "De grootste uitdaging is om een hele wedstrijd soepel te laten verlopen, zonder dat het de schaatsers opvalt hoeveel organisatie daar achter zit."
Kuiper: "Het lastigst vind ik de dynamiek van de wedstrijd. Er kan ineens heel veel gebeuren, waar jij dan een beslissing over moet nemen. Het opstarten van een wedstrijd vind ik het spannendst. Gaan we eenmaal los, dan is het genieten."

Is het jullie ambitie om straks ook internationale wedstrijden te leiden?
Te Brinke: "Eerst maar eens ervaring opdoen op nationaal niveau: bevalt het mij om met die extra druk om te gaan? Over een jaar of twee weet ik meer."
Van Adrighem: "We doen het stapje voor stapje. Eerst kijken hoe dit bevalt, dan zien we verder. Ik zou het heel mooi vinden om ooit in het internationale circuit mee te draaien."

Of dat lukt, zal de tijd leren. Als de coronapandemie geen roet in het eten gooit, staat voor Miriam Kuiper al spoedig een bijzondere wedstrijd te wachten. Haar vader Erik is ook al vele jaren als scheidsrechter actief en ze kijkt uit naar de eerste nationale wedstrijd die ze samen mogen leiden. "Bij de IJsselcup in Deventer (17-18 oktober, red.) is het al meteen raak. Mijn vader is daar de hoofdscheidsrechter en ik assistent. Dat lijkt me echt wel heel leuk!"


Deel dit artikel op
Ben jij een echte schaatsfan? inschrijven als schaatsfan