De Jong schreef in Thialf drie van de vier afstanden op haar naam. Alleen op de tweede 500 meter moest de 26-jarige rijdster van Team IKO genoegen nemen met de tweede plek achter de 19-jarige Femke Kok, die een wereldrecord aan punten voor junioren reed. De Jong, die zich al verzekerd had van een ticket voor het WK Sprint, was vooral erg tevreden over de constantheid tijdens het sprintvierkamp.
Op beide 500 meters noteerde De Jong een 37'er (37,92 en 37,99) en op beide 1000 meters kreeg ze het voor elkaar om een tijd in de 1.14 (1.14,75 en 1.14,42) op het scorebord te zetten. Vooral de laatste 1000 meter deed De Jong veel deugd: ze had namelijk nog nooit sneller gereden in Thialf. Met zo'n tijd zou ze twee weken geleden bijvoorbeeld een bronzen medaille hebben gehaald bij de EK Afstanden. "Mijn rit van het EK was ook zeker niet slecht, maar je kunt het niet met elkaar vergelijken. Ik ben alleen maar blij dat ik laat zien dat ik vanuit daar beter ben geworden."
Onbevangen
Voor De Jong was het NK Sprint vooral een 'leuk toernooi' om te oefenen in aanloop naar de WK Afstanden in Salt Lake City en het WK Sprint in Hamar. Voor de Friezin, die zich bij de KPN NK Afstanden al had verzekerd van een startbewijs voor het WK Sprint, was er geen argument om het NK over te slaan. "Het is wel even door mijn hoofd gegaan, maar ik vind het leuk om wedstrijden te rijden. Je kan altijd wel blijven trainen, maar waar rijd je dan voor als je geen wedstrijden rijdt?"
Waar Jutta Leerdam, Kai Verbij en Dai Dai N'tab ervoor kozen om het NK aan zich voorbij te laten gaan (allen waren al verzekerd van het WK Sprint), besloot De Jong dus wel om de nationale titel te strijden. "Natuurlijk is het voor het publiek jammer dat niet alle toppers aan de start staan, maar dat maakt voor mij niks uit. Het is leuker om hier te rijden dan ergens in het buitenland een trainingswedstrijdje te rijden. Hier zitten tenminste nog veel mensen op de tribune", aldus De Jong.
De druk van het 'moeten' was dit toernooi minder dan anders, geeft De Jong toe. Zeker tijdens de eerste dag reed de 26-jarige Friezin onbevangen in de rondte. "Ik stond toch wel wat anders aan de start dan andere jaren, omdat er voor mij minder vanaf hing." Dat veranderde echter op de tweede dag toen De Jong de koppositie in het klassement had. "Als je op de eerste plek staat, wil je hem binnenhalen ook. Dat zorgt dan toch een beetje voor extra druk", zegt ze lachend.
Jorien ter Mors, olympisch kampioene op de 1000 meter, eindigde als tweede in het klassement en verzekerde zich daarmee van het felbegeerde ticket voor het WK Sprint eind februari in Hamar. Femke Kok reed op de tweede 1000 meter de derde tijd (1.15,64) en eindigde ook als derde in de algemene rangschikking. Sanneke de Neeling eindigde als vierde en stond voor het eerst sinds drie jaar niet op het podium.
