Kok en Groot mochten op de tweede dag van het toernooi allebei een tweede wereldtitel aan hun verzameling toevoegen. Na hun overwinningen op de 500 en 1500 meter, pakte Kok respectievelijk het goud op de 1000 meter, Groot schreef daarna de drie kilometer op haar naam.
Een oranjedelegatie vulde net als op de 1500 meter het volledige 1000 meterpodium in Tomaszów Mazowiecki. Kok (1.17,14) bleef Groot (1.17,97) en Marrit Fledderus (1.19,06) voor. Voor Fledderus was het na haar diskwalificatie op de 500 meter haar eerste medaille dit toernooi. Groot mocht een paar uur later alweer het podium beklimmen, maar nu de hoogste trede. In 4.13,55 bleef ze de Japanse Momoka Horikawa (4.17,46) ruim voor op de drie kilometer. Merel Conijn (4.18,79) pakte het brons. Kok belandde met 4.21.61 net naast het podium op plek vier.
Zilver voor Vergeer
Bij de heren was Jarle Gerrits op plaats zeven de beste Nederlander op de 1000 meter (1.11,78). Kai In 't Veld (1.12,55) werd dertiende, Stefan Westenbroek (1.13,61) vindt zichzelf terug op plek 23. De wereldtitel ging naar de Noor Peder Kongshaug (1.10,81), voor Cho Sang-Hyeok uit Zuid-Korea (1.10.94) en Katsuhiro Kuratsubo uit Japan (1.10.95).
Op de vijf kilometer haalde Yves Vergeer (6.39,58), de enige Nederlandse troef op het laatste individuele onderdeel, met zilver het eerste eremetaal van het toernooi binnen voor de Nederlandse heren. Hij moest alleen de Rus Daniil Aldoshkin (6.36,17) voor zich dulden. Het brons was er voor Casey Dawson (6.40,33) uit Amerika.
Het allroundklassement werd bij de heren gewonnen door de Rus Stepan Chistiakov, voor de Zuid-Koreaan Jaewon Chung, en Pavel Taran, tevens uit Rusland. Door de val van Gerrits op de 1500 meter en de ziekte van Van Workum was Nederland in dit klassement voor het eerst in de geschiedenis van het WK voor junioren niet vertegenwoordigd.
