Recordkampioen
Ritsma kende zijn hoogtijdagen in de jaren '90. In 1990 werd hij opgenomen in de kernploeg van de KNSB en een jaar later pakte hij in Heerenveen zijn eerste wereldbekerzege. Op het Europees en wereldkampioenschap Allround moest hij in die eerste jaren nog Falko Zandstra en Johann Olav Koss voor zich dulden, maar in 1994 was er een eerste Europese titel.
In de jaren daarna zou Ritsma nog vijf Europese titels aan zijn palmares toevoegen. Daarmee was hij lange tijd recordhouder, totdat Sven Kramer in 2015 een zevende titel behaalde. Intussen staat de Fries alweer op tien Europese allroundkampioenschappen. Naast zijn Europese titels pakte Ritsma ook nog vier wereldtitels allround, twee wereldtitels per afstand en zes olympische medailles. Als een van de meest succesvolle allrounders alle tijden kreeg hij in 2017 de oeuvreprijs van de KNSB uitgereikt door Ard Schenk. Naast Schenk en Ritsma ontvingen enkel Sjoukje Dijkstra en Bob de Jong die prijs.
Adelskalender
Bij zijn eerste Europese titel wist Ritsma ook de eerste plek te veroveren op de Adelskalender, de ranglijst aller tijden in het allroundschaatsen. Dankzij een razendsnelle 500 meter en zijn wereldrecord op de 1500 meter (1.51,60) nam hij de koppositie over van Koss, die dat toernooi in zijn thuisland op de tweede plaats eindigde. Een maand later op de Olympische Spelen in Lillehammer wist Koss de leiding te heroveren. In 1997 wist Ritsma opnieuw Koss van de troon te stoten, dit keer definitief.
In die twee jaar waarin hij de ranglijst aanvoerde verbeterde hij zijn puntentotaal met maar liefst vier hele punten. Het was dan ook het tijdperk van de klapschaats, waarin de records aan de lopende band sneuvelden. Na een kleine anderhalf jaar moest Ritsma de koppositie weer afstaan aan Gianni Romme. In totaal is hij 1125 dagen de lijstaanvoerder geweest.