Mulder, die dankzij een aanwijsplaats aan de NK mee mocht doen, kwam al vroeg in het programma in actie en noteerde een snelle tijd van 18,233. Daarmee hield hij de mannen die na hem startten stuk voor stuk achter zich. Hij zag zijn broer Michel, die direct na hem in actie kwam, na een verre van vlekkeloze start in de laatste bocht onderuit gaan.
"Je weet het niet hè", begint Mulder. "Michel ging natuurlijk onderuit, dus in die zin heb je geen vergelijkingsmateriaal. Maar drie tienden voorsprong is prima." Dankzij zijn zege gaat Mulder als eerste winnaar van de 200 meter de boeken in, al vindt de Zwollenaar persoonlijk de 300 meter een mooier onderdeel. "Nu ben je afhankelijk van de startschot, er komt een mensenhand bij. In dat opzicht is het de eerlijkste afstand die er is. Was."
WK-plaats
Omdat de 200 meter ook meetelt in het klassement voor WK-plaatsing, heeft Mulder een goede uitgangspositie. Die goede positie zal hij echter niet verdedigen, aangezien hij de 1000 meter, die ook in dat klassement meetelt, niet zal rijden. "Ik ga niet alle afstanden rijden. De 1000 ligt zo ver weg van de sprint, dat kan je niet echt bij elkaar nemen, al is het ook niet echt een lange afstand. Het is zo anders. Voor mij is het gewoon veel te lang."
Mulder geeft echter ook meteen toe dat de grens ergens getrokken moet worden. "Ergens wil je zekerheid hebben voor de allerbesten. Anders ga je echt per afstand kijken wie het meeste kans maakt. Ik snap het wel, maar je ziet nu wel dat veel rijders van de 1000 meter de 200 overslaan. Het lijkt nu alsof er weinig deelnemers zijn, maar mensen kiezen gewoon voor een specialisme."
Ondanks die overwegingen is Mulder positief over zijn kansen op een WK-plaats, al houdt hij een slag om de arm. "We zijn er nog niet, maar ik denk dat ik goed ben begonnen. Ik hoop nog een paar mooie wedstrijden te rijden hier. Winnen is in ieder geval altijd goed."
Wind in de rug
Dat de 200 meter een afstand is voor de pure sprinters, bleek ook bij de dames. Moniek Klijnstra bleef als enige onder de 20 seconden en pakte exact een jaar na haar enkeloperatie de rood-wit-blauwe trui. "Toen ik mijn tijd zag, was ik wel tevreden. Dat reed ik in Zwaagwesteinde ook en daar won ik mee", blikt ze terug op de baancompetitie waar de afstand voor het eerst verreden werd.
De straffe wind in Wervershoof bleek ook nog eens een onzekere factor. Na de start met wind op de kop maakten de rijders veel snelheid op het rechte stuk, waardoor de snelheid in de tweede bocht hoger lag dan normaal. "Uit de tweede bocht krijg je de wind vol in de snuit, dus dat was wel een spannend bochtje", geeft Klijnstra aan. "Zeker toen ik Lianne wel zag doorlopen, dacht ik 'het zal toch niet'. Toen deed haar tijd het ook nog niet, dus het was mega spannend!"
Het gat bleek echter groot genoeg. Met 20,093 noteerde Van Loon de tweede tijd. Elisa Dul startte al vroeg in het programma, maar kon met 20,329 alsnog goed mee met de top. Haar tijd was genoeg voor de derde plaats en een goede uitgangspositie in het klassement voor WK-plaatsing.
Junioren en jeugd
Dat het team van het Gewest Fryslân goed op dreef is, bleek ook in de overige categorieën. Bij de heren junioren ging de zege naar Jeroen de Kroon, die Niek Stolhof en Ruben Ligtenberg achter zich hield. Luuk van Timmeren, de plaatselijke favoriet, verliet gefrustreerd het strijdveld nadat hij tweemaal een valse start maakte. Bij de dames was Marit van Beijnum verreweg het snelst. Zij was Fleur Huls en Sascha Schenk bijna een seconde te snel af.
Bij de jeugd ging de zege naar Gijs Kamp. De Fries noteerde een razendsnelle tijd waarmee hij bij de junioren zilver had behaald. Jenning de Boo en Kayo Vos bezetten de tweede en derde plaats. Bij de meisjes was Lataesha Narain de snelste, voor Iris Tiben en Chloé Hoogendoorn.
Klik hier voor de volledige uitslagen.
