In 2005 reed hij als jong jochie zijn eerste World Cup; toen waren onder meer Gerard van Velde (tegenwoordig coach bij Team Reggeborgh) en Erben Wennemars (tegenwoordig onder meer analist bij de NOS) zijn uitdagers. "In die periode zijn we begonnen met het sprinten in Nederland op de kaart te zetten. Dat vond ik toen heel mooi", vertelt Smeekens in de kantine van Thialf. Inmiddels is hij dertien jaar en heel wat podiumplaatsen verder en moet hij de strijd aangaan met jonge honden als Dai Dai Ntab (24) en Kai Verbij (24) en buitenlandse rijders als Pavel Kulizhnikov (24) en Havard Lorentzen (26).
Nee, Smeekens ziet het zeker niet als nadeel dat de concurrentie op de 500 meter moordend is. De sprinter van Team LottoNL-Jumbo is namelijk van mening dat de competitie in Nederland hem alleen maar ten goede is gekomen. "Dat gaat hand in hand met elkaar. Aan de ene kant wordt het moeilijker om je te plaatsen, maar als je je geplaatst hebt, weet je ook dat je meedoet om de prijzen. En daar gaat het uiteindelijk om."
Realistisch
Bij de Olympische Spelen had Smeekens ook graag meegedaan om de prijzen, maar op het ijs van Gangneung lukte het hem – in tegenstelling tot een jaar eerder – niet om een uitschieter te realiseren (Smeekens werd tiende, red.). Natuurlijk hielp een valpartij een dag voor de race niet mee, maar daar wil hij niet alles op gooien. "Ik wilde zielsgraag die gouden medaille winnen, zeker omdat ik er vier jaar eerder zo dichtbij was. Je bent zolang met die ene rit bezig en dan baal je enorm dat niet gaat zoals je wil", aldus Smeekens, die vrij snel realistisch kon zijn. "Vier jaar geleden was ik heel goed, maar in Zuid-Korea was ik niet goed genoeg. Dan kun je wel gaan huilen, maar dat schiet niet op."
Toch is Smeekens er na de Spelen niet met de pakken bij gaan neerzitten. Sterker nog, hij richtte zich op, won de tweede 500 meter bij de wereldbekerfinale in Minsk en sloot het seizoen toch nog goed af. Het kenmerkt de grilligheid van de Raaltenaar, die altijd op zoek is naar verbeterpunten. "Ik ben wel iemand die de dingen die niet goed gingen, wil verbeteren. Die drive heb ik altijd heel erg. Daarom heb ik deze zomer ook heel erg in mezelf en in mijn materiaal geïnvesteerd om te zorgen dat ik een hoger basisniveau heb, waardoor ik weer pieken kan maken richting de eerste plek."
Het sleutelen aan zijn materiaal en het zoeken naar de details die hem een paar honderdsten kunnen opleveren vindt Smeekens één van de leukste dingen van het vak. Dat hij elke zomer weer iets 'nieuws' ontdekt, maakt het voor hem afwisselend en vernieuwend. Als voorbeeld van zo’n vernieuwing noemt hij de ronding van zijn nieuwe Vikingschaatsen. "Nu is mijn afzet efficiënter, dat zie je ook in de rondetijden terug. Als je ziet dat zoiets voor jou werkt, geeft dat echt een kick."
Wereldtitel
Voor komend seizoen hoopt hij dus op meer uitschieters die richting de 34,5 seconden gaan. Hoewel het een post-olympisch seizoen is, neemt Smeekens het seizoen niet minder serieus. Als hij aan de start staat, wil hij winnen en alles uit zichzelf trekken wat hij in zich heeft. Het maakt hem dan ook weinig uit of het nou een olympisch, pre-olympisch of post-olympisch seizoen is. "Er zijn genoeg mooie wedstrijden dit jaar", doelt Smeekens onder andere op de WK Afstanden in Inzell begin volgend jaar.
Hij heeft goede herinneringen aan de ijsbaan van Inzell, want in 2011 won hij daar zijn eerste WK-medaille. Na (toen nog) twee 500 meters ging hij er uiteindelijk met brons vandoor. Een andere motivatie voor hem is dat hij zijn wereldtitel wil verdedigen. Smeekens won in 2017 op de olympische baan van Gangneung historisch goud; hij was de eerste Nederlander die de 500 meter op een WK op zijn naam wist te schrijven. "Een nieuwe wereldtitel staat nu bovenaan mijn lijstje."
De honger is wat dat betreft nog niet gestild bij de zesvoudig Nederlands kampioen op de 500 meter. "Nee, zeker niet. Dat is mooi en spannend tegelijk. Het zorgt dat je op je toppen van je kunnen moet staan en niet gezapig naar de wedstrijd toegaat."
De eerste test staat komend weekend op het programma. Bij het World Cup Kwalificatietoernooi in Thialf wil Smeekens een ticket veiligstellen voor de World Cups. "Ik vind het belangrijk om in m’n voorbereiding op de grote toernooien World Cups te rijden. Het moet uiteindelijk allemaal nog een stapje beter en sneller. Als je daar die wedstrijden voor kan gebruiken, is dat alleen maar mooi."
Leven na schaatsen
Nee, in een post-Olympische Spelen-dip zal Smeekens niet belanden, daarvoor heeft hij genoeg (sub)doelen en dingen om aan te sleutelen. Of hij nog een vierjarig olympisch traject mee gaat maken, is een andere vraag. Hij bekijkt per seizoen of hij net zoveel plezier in zijn vak heeft als nu en of hij nog mee kan doen om de prijzen. "Ik wil eerst zorgen dat ik deze winter weer die piek kan zetten. Ik zeg niet meteen dat ik er over vier jaar bij moet zijn. Zo werkt het niet, het zit meer in de intrinsieke motivatie. Wat wil ik met schaatsen en hoe kan ik beter worden?"
"Natuurlijk is het een mooi leven, maar je bent er continu mee bezig. Dat moet wel leuk blijven en daar moet je wel de vruchten van kunnen blijven plukken", aldus Smeekens, die weleens over het leven na het schaatsen heeft nagedacht. "Daar ben ik ook niet bang voor. Niemand is het gegeven om tot zijn zestigste door te schaatsen. Ik denk dat er genoeg mooie uitdagingen en kansen voor me liggen, zeker als ik hetzelfde op kan brengen als nu met schaatsen. Of ik in het schaatsen actief wil blijven? Dat weet ik niet, maar zeg nooit nooit."
Vooralsnog wil hij er niet te lang over nadenken, want dat leidt af van het heden. Hij wil zich focussen op het schaatsen en op presteren. "Ik moet zorgen dat ik weer bovenop het podium kom te staan. En wat er in de toekomst gebeurt, zien we vanzelf wel."
