Afgelopen week maakte Kramer bekend dat hij niet alleen de vijf en de tien kilometer wil rijden in Sotsji, maar ook de 1500 meter. In de aanwijsvolgorde die de KNSB woensdag publiceerde staat die 1500 meter bij de heren laag.
De kans is groot dat de nummers drie en vier van het KKT zich niet direct plaatsen voor de Spelen. De vier startbewijzen worden dan aangevuld met rijders van andere afstanden. Daarvoor lijkt Kramer op voorhand al kandidaat, maar zelf denkt hij die omweg naar de schaatsmijl in Sotsji niet nodig te hebben. "Ik denk dat ik op dit moment een prima 1500 meter kan rijden", zegt hij, "Maar je weet het bij mij op de 1500 meter. Het kan vriezen en het kan dooien."
Veel vertrouwen haalde Kramer uit de 1500 meter die hij half oktober in Inzell reed. In een trainingswedstrijd klokte hij 1.46,43. Dat was al met het oog op olympische deelname. "Ik heb de 1500 meter altijd in mijn hoofd gehad. En die wedstrijd in Inzell reed ik daarom al omdat ik wist dat ik verderop in het seizoen geen kans zou hebben om nog een keer een tijd te zetten."
Kramer wilde niet de 1500 meter in de Essent ISU World Cup rijden, omdat dat te veel zou worden tijdens de wereldbekerweekenden. Daarom reed hij de afstand niet op de KPN NK Afstanden. Bij de wedstrijd in Inzell finishte Kramer vlak achter zijn ploeggenoot Koen Verweij die in de World Cup al drie keer op het podium eindigde.
Over de vijf en de tien kilometer maakt Kramer zich al helemaal geen zorgen, maar hij denkt er niet te licht over, benadrukt hij. "Je moet niet denken dat het een abc-tje wordt, want daarvoor is het niveau te hoog. Dat is gevaarlijk." Wel weet de Fries dat hij bij het KKT nog niet op zijn allerbest hoeft te zijn. "Ik hoef hier nog niet de ultieme topvorm te hebben", zegt hij. "Dat hoeft pas in februari."
Heel ontspannen bereidt hij zich daarom voor op het KKT. En winnen is volgende week niet eens zo belangrijk. "Als ik rijd, wil ik winnen, maar het hangt er toch helemaal vanaf hoe ik me voel." In het verleden vond Kramer de mentale voorsprong die hij pakte door overwinningen bij voorbereidingswedstrijden nog erg belangrijk. Dat is er inmiddels wel vanaf. "Dat heb ik niet meer nodig."
Het enige dat Kramer voor ogen houdt is zijn gezondheid. "Daar gaat het om: niet ziek worden. En alles heel houden, materiaal, de rug, alles", zegt hij. "Ik zeg het altijd al tegen iedereen: ik ben van porselein en ik kan alleen maar schaatsen."