Tickets
Shop

Over shorttrack

Een flitsende sport, dat kun je van shorttrack wel zeggen. Meerdere rijders proberen de krappe bochten te houden, op de been te blijven en ook nog eens als eerste over de streep te komen. Hoe dat alles in zijn werk gaat? Dat lees je in deze spoedcursus shorttrack.

Algemeen
Shorttrackschaatsen is rond 1890 ontstaan in Engeland, waar rolschaatsen populair was. Shorttrack vindt plaats op een ijshockeybaan, waarop een ronde van 111,12 meter wordt uitgezet. De schaatsers hebben hogere schoenen dan de rijders bij het langebaanschaatsen om zo beter door de bochten te kunnen. De ijzers zijn bovendien meegebogen met de bocht voor meer grip en betere sturing. In ritten met vier tot acht schaatsers komt het vooral aan op tactiek, behendigheid en acceleratievermogen. De sterkste of snelste rijder wint niet altijd.

Wedstrijden
Bij de wedstrijden staan diverse afstanden en onderdelen op het programma:

500 meter: 4,5 ronden
1000 meter: 9 ronden
1500 meter: 13,5 ronden
2000 meter: 18 ronden (mixed relay)
3000 meter: 27 ronden (superfinales en relay vrouwen)
5000 meter: 45 ronden (relay mannen)

Bij de relay wisselen rijders elkaar af door middel van een duw, waarmee ze hun snelheid aan elkaar doorgeven. In de laatste twee ronden van de wedstrijd mag er niet afgelost worden. Als een rijder valt, mag na een handaflossing verder gereden worden.

Shorttrackwedstrijden verlopen via een afvalsysteem, waarbij rijders via voorrondes, kwartfinales en halve finales zich plaatsen voor de finale. Per serie gaan meestal twee of drie rijders door naar de volgende ronde. Soms worden daar de snelste rijders aan toegevoegd of rijders die benadeeld zijn als gevolg van een overtreding van een ander. 

De baan
In het ijs staan zeven verschillende shorttrackbanen aangegeven. Bijna na elke wedstrijd wordt de baan op een teken van de scheidsrechter verlegd. De ijzers van de schaatsen maken in de bochten diepe groeven in het ijs. Met gieters en de vegers zorgen de blokjesleggers ervoor dat het ijs goed blijft en dat de schaatsers genoeg grip hebben om de bocht door te komen. Door de baan telkens te verleggen wordt de volgende rit dan weer op 'schoon' ijs geschaatst. 

De blokjesleggers, of track stewards zoals ze in het internationale circuit heten, zorgen ervoor dat de baan goed aangegeven wordt. Als een schaatser een blokje wegschopt, rijdt één van de blokjesleggers er naar toe om het weggeschopte blokje op te pakken. De andere blokjeslegger volgt met het reserveblokje en legt dit op de lege plaats. Echt teamwork dus. 

Regels, regels, regels…
Met vier of meer rijders in de baan kunnen incidenten de uitslag flink beïnvloeden. Dan is het aan de scheidsrechters om in te grijpen. De hoofdscheidsrechter kan na de race via het video-replaysysteem een actie beoordelen. Het bewust hinderen of blokkeren van een andere rijder wordt bestraft met een penalty (diskwalificatie). Een rijder die in kansrijke positie wordt gehinderd, kan worden toegevoegd aan de volgende ronde (advancement). Sinds enkele seizoen zijn er codes opgesteld voor alle overtredingen en worden de beelden getoond op de schermen, zodat deze duidelijker zijn voor de scheidsrechters en het publiek. Alle codes zijn hier te vinden.

Er is één valse start toegestaan per rit. Bij een tweede valse start volgt een penalty, hetzelfde geldt voor een eventuele derde valse start enzovoorts. De race kan worden teruggefloten wanneer er in de eerste bocht na de start een valpartij plaatsvindt. Er volgt dan een herstart. De race kan vervolgens op elk moment stil worden gelegd door de scheidsrechters, bijvoorbeeld als er iemand op een gevaarlijke plek blijft liggen na een val. Ook dan kan er nog een herstart plaatsvinden.

Meer leren over shorttrack?
Bekijk dan onderstaande video's over de kledingvoorschriften, de start, de finish en de relay. 

 

Volg TeamNL Shorttrack

op weg naar het ISU WK Ahoy

Instagram TeamNL Shorttrack
Group 2