Met de omschrijving 'bezeten' doe je Jeroen Otter (51) nog veel tekort. Voor de succescoach van het Nederlandse shorttrack draait alles om de man-tegen-mangevechten op het ijs. Topper Sjinkie Knegt zegt keihard dat hij zonder Otter niet doorgestoten zou zijn naar de wereldtop.

Sinds 2010 is Otter zeven dagen in de week en 24 uur per dag aan het werk geweest om Nederland succesvol aansluiting te laten krijgen bij de mondiale toplanden. Op het ijs en aan de bestuurstafel. Aan de hand van vijf stellingen gaat hij in op zijn persoonlijke succesverhaal.

1. Shorttrack is de wereld van 2016
“Ja! Waar deze maatschappij naar toe wil, kan heel erg gespiegeld worden aan wat onze sport inhoudt. Je hebt veel ‘down-momenten’. Je wordt ontzettend vaak neergeslagen, maar uiteindelijk moet je ook weer opstaan. Dat is iets wat onze rijders dagelijks, wekelijks zien in wedstrijden en training. Er is veel tegenslag in onze sport, omdat er heel veel zaken zijn die je niet kunt controleren. Je weet niet hoe goed je tegenstanders zijn. Er zijn scheidsrechterlijke dwalingen. Het is altijd weer opstaan en doorgaan."

"Ik vind het een spiegel voor de maatschappij. Hard werken. Je krijgt niet altijd wat je verdient en uiteindelijk is het heel belangrijk dat je gisteren kunt vergeten en weer naar morgen kunt kijken. Je moet echt in het ‘nu’ leven. Niet waar je over een maand staat. Je moet het vandaag doen en de invloed van gisteren is relatief klein op vandaag. Dat is iets waar we ook in het dagelijks leven mee worstelen. We blijven te veel hangen in het verleden, zijn heel bang voor veranderingen.”

2. Shorttrack is een verslaving
“Voor mij zeker. Assistent-coach Kip Carpenter zegt weleens tegen mij: ‘jij kunt helemaal niet stoppen. Je loopt er al tig jaar in rond en bent verslaafd aan die adrenalineshots’. Zelfs bij de zoveelste ijstraining ben ik nog verbaasd wat die acrobaten op het ijs kunnen. Dat is echt een kick. Dan denk ik als ik van het ijs af ga: bang! Ik ben weer twintig jaar jonger. Ik geniet van ieder detail en mijn grootste uitdaging is de goede balans vinden tussen privé en de ijsbaan. Dat schuurt en daar wijzen ze me thuis op.”

3. Jeroen Otter geniet te weinig van succes
“Ja. Helaas.Op het moment dat er gewonnen wordt, kan ik daar hooguit een kwartier van genieten. Dan begint het denken: hoe kunnen we dat volgend jaar weer herhalen, wat kan er beter, waarom hebben die anderen niet beter gepresteerd en waarom wint die en niet een ander? Ik word weleens gek van mezelf. Als ik een stadion binnenkom en er zit veel publiek dan dwing ik mezelf altijd om voor een finale of halve finale rond te draaien en naar het publiek te kijken en me te realiseren: deze mensen komen voor de sport. Voor de helden."

"Dan probeer ik ook die energie op te nemen, maar dan merk ik dat na winnen of verliezen ik daar toch veel te weinig van geniet. Bij een nederlaag kan ik heel erg chagrijnig zijn. Probeer me dan ook op te sluiten om niet de verkeerde dingen te doen of te zeggen. Ik ken mezelf ondertussen en soms is het ook goed om mezelf even tien minuten af te sluiten. Geen antwoorden te geven op vragen.”

Foto : Neeke Smit

4. De nominatie van Sjinkie Knegt voor ‘Sportman van het Jaar’ is dé erkenning voor shorttrack
“Ja, een fantastische erkenning voor onze sport!  De energie die Sjinkie heeft, de uitstraling, de beleving, het echt uit zijn dak kunnen gaan. Dat is bijna aanstekelijk. Het is mooi.
Hij zegt wat hij denkt. Dat slaat aan. Je ziet bij ons hetzelfde wat er ook aan de hand is bij de volleybalsters, handbalsters en waterpolosters. Normaal zijn dat niet de populairste tv-sporten, maar als het goed gaat, gaan die sporten wel leven."

"Bij succes gaat iedereen kijken en blijkt iedere sport verslavend te kunnen zijn. Je wilt gewoon die handbaldames in die halve finale zien. Of de finale van Sjinkie Knegt. Dat is ook het mooie van de Social Media van tegenwoordig. Je wordt ineens onderdeel van dat team. Je leest en ziet opmerkingen van een volleybalcoach. Je zit er letterlijk middenin. In Amerika bij het basketbal in de NBA en American Football in de NFL trekken ze daar al jaren miljoenen fans mee. Sport is ook entertainment. Daar past iemand als Sjinkie Knegt perfect in en daar profiteert onze sport van.”

5. Shorttrack heeft ook in Nederland de toekomst
“Ja! Nieuwe sporten als shottrack hebben altijd een voorsprong in deze tijd. Die kunnen sneller schakelen. Het langebaanschaatsen heeft als nadeel dat het tegen de klok is en je ziet steeds meer sport tot ontwikkeling komen waarin het ‘man tegen man’ gaat. Spectaculaire sporten, waarbij mensen denken: hoe is het in godsnaam mogelijk? Dat slaat aan op dit moment."

"Het succes van shorttrack bij de jeugd geeft aan hoe de maatschappij over de sport denkt. Het is niet alleen shorttrack dat aanslaat bij de wintersporten, ook de boardercross en de skicross. Dat zijn ook onderdelen die uit het niets kwamen en nu spectaculaire onderdelen zijn op de Spelen. Ik denk dat we nog meer van dat soort sporten gaan zien. Sport zal snelheid moeten hebben, een onvoorspelbaarheid en een gevaar waarbij ze toch binnen die gevaarlijke lijn blijven. Zoals Max Verstappen in de Formule 1. Dat kun je in de shorttrack allemaal terugzien."

"Bij de WK Afstanden, het langebaanschaatsen of de Olympische Spelen moet je vaak uren wachten om te zien wie er gewonnen heeft. Dat zie je in sport over het algemeen steeds minder. In shorttrack zie je meteen wie er wint, op het podium komt en wie de verliezers zijn. Je hoeft niet te rekenen. Het is heel inzichtelijk. Je hoeft er ook geen verstand van te hebben. Ik denk dat we dat steeds vaker terug gaan zien. Al die ontwikkelingen maken het verslavend om in die sport te werken.”