Nooit bij de pakken neerzitten. Oplossingen zoeken. Uitdagingen durven aangaan. En vertrouwen hebben, altijd en overal. Korte kreten, allemaal hebben ze betrekking op de bondscoach van de shorttrackers. Jeroen Otter (58) voedt zijn sporters op met positiviteit en optimisme. Donkere wolken zijn er om verdreven te worden. In Montréal is dat ook weer gelukt. De aanloop en voorbereiding op de WK zijn een hindernisbaan geweest, met corona-boobytraps als grootste obstakels. Maar niet iets voor hem om zich extreem veel zorgen over te maken. Zelfs niet als je het moet stellen zonder de koningin in je midden. 

“We hebben meer goede atleten. Dat toonden de tijden op de training van afgelopen week aan. Als je een rondjes van 8,3 seconden rijdt, ben je echt geweldig. Dat deed Suus, en ook Xandra. Yara schaatste 8,4. Zij zei: ‘Als ik 8,4 in de training kan rijden, kan dat ook in een wedstrijd. Dat betekent als die anderen 8,6 rijden in de halve finale, dan moet ik er wat meer uit kunnen halen’. Dat heeft ze als geen ander bewezen. ‘Als ik mag starten, sta ik in een A-finale. Het vertrouwen bij die vrouwen is er en blijkbaar brengen ze elkaar tot een hoger niveau. Wanneer zij vertrouwen hebben, heeft een coach dat ook heel snel. Zo werkt dat. Goud, zilver, en drie keer brons. Sjinkie een keer vierde, voor Itzhak een zesde plek, dat zijn mooie resultaten. We mogen trots zijn.”

Foto: Dennis Kruijswijk

Dat is-ie ook, bij voorkeur alle dagen van het jaar; de bondscoach die in 2010 zijn eerste contract tekende bij de schaatsbond. “Arie Koops nam me destijds aan en hij wilde heel graag dat we medailles zouden scoren. Ik zei toen: dat is slechts een onderdeel. Ik wil liever dat mensen weten wat de sport inhoudt, dat mijn atleten erkenning krijgen, dat de media ons volgen en meekrijgen wat er gebeurt.”

Onbekend

Jeroen Otter is er nog niet uit wat of hij aan een nieuwe olympische cyclus zal beginnen met TeamNL. De KNSB wil graag met de bondscoach verder, maar hij neemt de tijd om tot een besluit te komen. “Het is niet zozeer wat ik persoonlijk wil. Ik stel me meer de vraag: kan ik over twee, drie of vier jaar nog verschil maken met dit team? Sporters blijven altijd dezelfde leeftijd, maar coaches worden steeds ouder. Kan ik hen nog inspireren, sturen en luisteren ze nog? En haal ik er nog genoegdoening uit? Dat zijn de vragen.” Hij kent het ook verlangen van Suzanne Schulting om binnen afzienbare tijd een eigen commerciële ploeg te hebben. Otter opnieuw: “Wat zijn de voordelen ervan? Kijk, dan zou ik gaan voor mijn tiende Olympische Spelen. Dat betekent niet meer dat je het zo nodig nog eens voor dat evenement moet doen, maar er moet een sportief gewin zijn. Naar de Spelen wil je met het beste team om er dan het optimale resultaat uit te halen, een handvol medailles, zeg maar. Klaar. Dat is waarvoor ik wil werken. Op dit moment denk ik dat het enige voordeel van een commercieel team eventueel de verdiensten zouden kunnen zijn. Als ik heel eerlijk ben: daar doe ik dit niet voor. Ik ben niet zo money-gedreven, anders zou ik mijn studie economie gewoon hebben afgemaakt. De drive zit niet in geld. Wat de KNSB momenteel biedt aan faciliteiten, is nog steeds een geweldig voordeel. Waar je in de toekomst wel aan zou kunnen denken, is een internationaal team met meer toppers. Daar zou de KNSB dan voor open moeten staan.”

Otter, zelf oud-shorttracker, maakt een sprongetje naar het heden. “Die erkenning is er nu wel. Suzanne Schulting is een populaire sportster, Sjinkie Knegt bij een bepaalde groep mensen net zo. We zien dat meer atleten aandacht krijgen en ik geloof dat de manier waarop we de sport aanbieden ook steeds meer aanslaat bij de mensen, en de jeugd. Als een vijftienjarige met veel talent nu moet kiezen voor een discipline, dan zal hij net zo snel kiezen voor shorttrack als voor de langebaan. Tien jaar geleden was de verhouding heel anders…”

Shorttrack heeft wortel geschoten en een vooraanstaande plaats verworven in het palet van winterse sporten met uitstraling. De successen stapelen zich op, ook wanneer niet alles meezit, zoals in de aanloop naar deze verlate wereldkampioenschappen in Canada. Coronabesmettingen hebben plannen doen wijzigen, maar niemand is er zodanig door uit het lood geslagen dat zijn of haar prestatiecurve drastisch de diepte is ingedoken. Er is eerder sprake van het tegenovergestelde: Otters groep stijgt gedurende deze mondiale afsluiter van een lang en veeleisend seizoen boven zichzelf uit. Het meest tastbare voorbeeld daarvan is natuurlijk de helblonde lachebek Velzeboer die niet verblikt of verbloost in het licht van de schijnwerpers.

Foto: Dennis Kruijswijk

Otter vergelijkt de pas 20-jarige, kersverse wereldkampioene met de vier jaar oudere Schulting. “Ongelooflijk gretig en het is bij haar nooit genoeg. Wat haar kwaliteit is: ze rijdt een bocht door en hangt niet op een been, maar versnelt door. Als ze vertrouwen heeft om te hangen, doet de zwaartekracht alles. Op het ijs hier in Montréal kan dat en maakt ze er uitstekend gebruik van.”

Plotseling is er een binnenpretje. “Ja, ik zeg net tegen onze fysio Menno en materiaalman Kip: hoe zal Suus hiernaar kijken?” Ter info: de onbetwiste ster van de nationale selectie heeft zich donderdag moeten afmelden wegens een positieve coronatest en zit sindsdien in quarantaine op haar hotelkamer. Er hoeft geen tekening bij te worden gemaakt van hoe zij alles beleeft.

“Natuurlijk wordt die gek, Suus wil altijd winnen en tegelijkertijd is ze voortdurend bezig met de beste willen zijn, de grootste aller tijden worden…. Zij zou kunnen roepen: ‘Als ik er op m’n 36e mee stop, wil ik afvinken: twintig keer wereldkampioen, tien olympische medailles, dertig keer Europees kampioen’. Ze is een veelvraat, en wanneer haar dit dan nu overkomt, ondanks het feit dat ze er alles aan heeft gedaan geen corona te krijgen. Moest ze nou ziek op bed liggen, dan zou dat een heel ander gevoel zijn geweest dan wanneer je nergens last van hebt en gewoon kunt racen. Het is haar helaas niet gegund. Die zal nu wel heel erg veel koppijn krijgen. Als het niet van corona is, dan wel van dit…”

Foto: Dennis Kruijswijk

Zijn gezicht straalt. “Het is mooi en goed wat we zien gebeuren. Iedereen bij ons heeft iets om naar te kijken. Suzanne dient als voorbeeld voor Xandra. Ze heeft iets snels, ook in trainingen. Soms - een op de tien keer – is ze rapper dan Suus. Dat is startsignaal voor Suus om weer volle bak te gaan. Ze haalt er veel energie uit. Suzanne kan het ook hebben, want ze beseft tegenwoordig dat een goede Xandra haar beter maakt. Tegelijkertijd worden wij er als team onverslaanbaar door. Eigenlijk zijn ze concullega’s van elkaar. Individueel zijn ze tegenstanders, vier minuten later moeten ze samen het ijs op voor een relay. Dat is onderdeel van onze sport, steeds snel kunnen schakelen. Of Xandra beter kan worden dan Suus? Laten we het hopen. Twee heel goede vrouwen zijn ook weer handig voor onze relayteams.”