Er staan een heleboel fabrieken, er is een klein woonwijkje en er ligt een pas vernieuwde skatepiste. Een jaar lang trainden skaters uit vijf continenten zich het ongans voor dit grote toernooi. En dan beland je in Zandvoorde. Dat heeft wel iets grappigs.

Het is overigens wel een superpiste. En iedereen heeft herinneringen bij Zandvoorde. In 2002 greep Arjan Smit zilver, toen er ook een WK werd verreden. Dat was toen historisch goed. De meeste skaters kennen het ook van de Flanders Grand Prix, de driedaagse wedstrijd die er al sinds 1969 wordt verreden. 

In mijn tienerjaren beleefde ik daar mijn eerste internationale skate-avonturen en met mij velen. Vraag Ronald Mulder maar eens naar het Kingstonhotel en een heuse politie-inval. Iets met spugen uit een hotelraam en een beledigde, net passerende dame. We waren nog jong, laten we maar zeggen. Slapen in een hotel was een enorme belevenis. We sliepen dan ook niet.

De WK zijn ook een weerzien met oude bekenden. Peter Doucet bijvoorbeeld. De Canadees was nog nooit competitief, is inmiddels ook veel te oud om dat nog te kunnen zijn, maar doet gewoon mee. Omdat hij het leuk vindt. Hij betaalt alles uit eigen zak en zit hele dagen zijn website www.speedskateworld.com te updaten. 

John Davis is ook zo’n freak. Miste sinds 1892 geen toernooi en staat ook nu steevast met zijn stopwatch naar trainingen te kijken. In zijn leven klokte hij minsten een miljoen rondjes, om die vervolgens eindeloos te analyseren en te bediscussiëren. Hij heeft zijn leven gegeven aan het skaten.

Bill Begg is er ook altijd. We kennen Bill als de coach van de skate-ontwikkelingslanden. Hij is net zo breed als dat hij hoog is, ziet er ongehoord ongezond uit, draagt een gesponsord petje op zijn kale, schrale schedel, maar is ook een icoon in de sport. Dit jaar moeten we hem missen en dat is sinds 1892 pas de derde keer. De andere twee keer werd hij met de dood bedreigd door Italiaanse maffia, zo doen de verhalen de ronde. 

Nu ligt hij ziek in een quarantainekamer in een Chinees ziekenhuis, met een opgezwollen keel. Hij schijnt eten te krijgen via een slangetje en mag voorlopig niet naar huis. Liever zou hij overigens niet naar huis gaan, maar met ziekenhuisbed en al aan de baan liggen in België. Ik weet zeker dat hij ongelofelijk ligt te balen daar, in zijn eentje.

Figuren als Begg vertegenwoordigen de echte skating spirit. Niemand verdient een cent aan het skaten, en toch zijn we er allemaal. Uit vijftig landen. Dat is meer dan het dubbele dan langebaanschaatsen, bijna het dubbele van shorttrack en net zoveel als wielrennen. 

De WK maken ieder jaar weer duidelijk dat we een olympische status helemaal niet nodig hebben. Passie is voldoende.

 Geert Plender maakt deel uit van de Nederlandse selectie op de WK Inline-skaten. Voorafgaand en tijdens het toernooi laat hij van zich horen in zijn WK-columns.