Ruim voordat de meeste toeristen ’s morgens zijn ontwaakt en uitwaaieren over het Spaanse Tenerife, zijn zeven schaatsers van Albert Heijn Zaanlander al bezig aan hun eerste training van de dag. Ze skeeleren een uur lang heen en weer over een enigszins vlak gedeelte van de weg die naar hun hotel, Parador Las Cañadas del Teide op ruim 2000 meter hoogte, leidt. Om half acht is de eerste shift begonnen, twintig minuten later zet deel twee van de ploeg aan voor de sessie. Dat heeft puur een logistieke oorzaak: de atleten worden per auto naar de lagergelegen asfaltstrook gebracht. ‘Vroeg. Stil. Bevroren vangrail. Skeeleren op de Teide’. Acht begeleidende woorden die coach Jillert Anema aan een korte video heeft toegevoegd, om een indruk te geven van wat zijn sporters zoal doen bij de start van de lange voorbereiding op weer een nieuw winterseizoen.
Vier vrouwen (Marijke Groenewoud, Elisa Dul, Merel Conijn en Bente Kerkhoff) en drie mannen (Sjoerd den Hertog, Wisse Slendebroek en Daan Gelling) zijn mee op de eerste buitenlandse verplaatsing. Plus twee buitenlandse gasten: Jordan Stolz en zijn Japanse vriendin Kurumi Inagawa (ook langebaanschaatsster). Jorrit Bergsma heeft moeten afzeggen om privéredenen, de broers Tjerk en Hylke de Boer trainen thuis in Friesland met Kevin van der Horst en Chris de Velde, Sofia Schilder zit in de eindexamens en Maaike Verweij simuleert een hoogtetraining thuis in een zuurstofarme tent. Zo legt iedereen ‘de basis voor het trainingsseizoen’, zegt Anema. “Je moet het zien alsof je een huis bouwt. Het fundament wordt nu gelegd. Hoe steviger dat is, des te sterker dat huis wordt. Dat idee is gebaseerd op onze ervaringen door de jaren heen.”
Hij kan het weten, de bijna-zeventiger uit Bontebok die al sinds 1997 kamers huurt in het meestal door professionele wielerploegen bezette hotel op de flanken van de slapende vulkaan Teide. “Ik kwam hier voor het eerst met Wopke de Vegt. Er werken in dit hotel nog steeds mensen die er destijds al rondliepen. Om op deze gewilde plek te kunnen reserveren moet je relaties onderhouden. Ik boek steeds een jaar vooruit om zeker te zijn.”
De schaatsers beulen zich af op kleine wieltjes en brengen uren door in het zadel van hun racefiets. Denken ze nou nooit eens, wanneer de zoveelste skeelertraining op het programma staat, wat doe ik hier? “Oh ja hoor”, reageert een grinnikende Marijke Groenewoud halverwege de ochtend, tijdens een koffiepauze. “We skeeleren op een stukje weg van twee, drie kilometer. Het gaat constant heen en terug, een uur achter elkaar. Wanneer je een aantal jaar hier op trainingskamp komt, krijg je er wel een keer genoeg van. Tenminste, ik hè”, voegt de vrolijke Friezin eraan toe. De naast haar zittende Merel Conijn lacht mee en herkent het gevoel van Groenewoud. “We zien hier vooral een berg heel veel. Maar dat is prima. Voor een trainingskamp in mei is het hier lekker vertoeven. Tenerife is geen eiland waar ik snel heen zou gaan om vakantie te vieren…”
Marijke onderbreekt haar. “We zijn onderhand drie keer per jaar op dit eiland, dus dan heb je het op een gegeven moment ook wel gezien, denk ik.” “Ja, het is heel toeristisch en erg droog”, geeft Merel aan. “Om te trainen is het super. En we zijn van de week gaan hiken met de gehele ploeg, inclusief begeleiding. Dat was leuk om te doen.” Groenewoud: “Jillert probeerde het ook, maar die draaide halverwege weer om. Volgens mij heeft hij z’n beste tijd gehad, haha!”
Voor haar markeert het verblijf van bijna drie weken het échte begin van het seizoen. “Fijn met een hele groep dagelijks bezig zijn. Al ben ik het liefst thuis, ik ga met plezier hiernaartoe.” Merel: “Deze stage is het heel veel uren maken, met name op de fiets. We trainen bijna elke dag drie keer waar we superfit van worden. Omdat we op hoogte verblijven, voel je hoe je lichaam gedurende de gehele dag bezig is.”
Waar Groenewoud, al acht jaar deel uitmakend van het Anema-collectief, bijna op de automatische piloot voorgeschotelde schema’s afwerkt, vindt Conijn het van belang te weten wat ze doet en waarom. “Toen ik bij Albert Heijn Zaanlander kwam (verleden jaar, red.) was het een shock te zien hoe anders er hier wordt getraind dan bij mijn vorige teams. Intussen ben ik wat meer gewend, maar verleden jaar dacht ik als we ’s morgens gingen skeeleren voor het ontbijt….” Groenewoud valt in: “Wát gaan we doen? Weet je, het is mijn achtste seizoen bij de ploeg, dus ik stel niet zoveel vragen meer.” “Ik heb ook veel vertrouwen in de coaches hoor”, aldus Merel, “alleen ben ik heel nieuwsgierig en daarom stel ik veel vragen omdat ik alles wil begrijpen. Het heeft niets met twijfels te maken.”
Nu de vrouwen op Tenerife soms letterlijk met het hoofd in de wolken verkeren, is het niet ondenkbaar dat de gedachten makkelijker afdwalen naar het hoofddoel van deze jaargang: de Winterspelen van Milaan. Beiden hebben bewezen dat ze de potentie hebben om goud te veroveren, of op z’n minst een olympische medaille. Marijke won in 2022 brons als lid van de vrouwenachtervolgingsploeg. “Iedereen weet uiteraard dat het een speciale winter wordt, maar ik kan niet zeggen dat we er hier al veel aan tafel over hebben gepraat. De Olympische Spelen zijn een doel waar we vier jaar voor trainen. Toch maakt het een voorbereiding niet heel anders”, is Groenewoud van mening. “Goud winnen is een kwestie van alles op het goede moment laten samenvallen. Er zijn alleen zoveel factoren die daarbij een rol spelen”, besluit Merel.