“Het is mooi dat het zo neergezet kan worden”, zegt Van der Wart, als hij wordt gevraagd naar het duel tussen de genaturaliseerde Rus An en ploeggenoot Knegt. De vragen over zijn Russische concurrent, daar heeft hij het zo langzamerhand wel een beetje mee gehad: “Wat willen jullie veel weten over An!”, kan Van der Wart niet nalaten tijdens de persbijeenkomst in Dordrecht.
“Op mij heeft het geen invloed. Op het ijs denk ik er geen moment aan. Dan gaat het om de mannen die naast mij staan op de lijn.” Van der Wart kwam de zesvoudig wereld- en olympisch kampioen al vaak tegen in wedstrijden. In 2013 versloeg hij An toen hij in Malmö de Europese titel greep. Die titel heeft hem gesterkt in zijn vertrouwen. “Het bevestigt dat ik op de goede weg ben”, kijkt Van der Wart terug.
Af en toe is hij verbaast over de acties die de voormalig Zuid-Koreaan maakt. Zo was er die verbluffende inhaalactie op de sprint in Calgary. Vanaf vierde positie schoof An in de laatste ronde naar positie twee. “In de laatste bocht hield hij zoveel snelheid en kon hij vanuit zijn pivot (glijden op rechterbeen, red.) gelijk door naar plaats één”, aldus Van der Wart. “Die actie heb ik nog wel even teruggekeken. Ik kijk veel video’s en let dan vooral op techniek.”
Toch ziet hij ook mogelijkheden om An te bestrijden. “Hij heeft zijn zwakheden, maar dat ga ik hier natuurlijk niet uitgebreid vertellen. An kan zich wel eens laten verrassen als hij te nonchalant of te afwachtend rijdt. En als hij niet helemaal top is, dan zie je dat hij moeite heeft. Er is wel een manier.”
Bovendien zijn er ook andere schaatsers gevaarlijk als het gaat om de medailles. Daarbij denkt Van der Wart vooral aan de Hongaren Sandor Liu Shaolin en Viktor Knoch en de Fransen, met Thibaut Fauconnet en Sebastian Lepape. In Dordrecht zal het aankomen op de details. Daarin moet Van der Wart nog een stap zetten, wil hij het verschil kunnen maken. Helemaal scherp is hij nog niet.
Het seizoen verliep voor de 26-jarige Zuid-Hollander nog niet zoals hij voor ogen heeft. In de wereldbeker stond hij een paar keer in de halve eindstrijd, maar bleef hij ver verwijderd van finaleplaatsen. En ook over de Nederlandse kampioenschappen drie weken geleden was hij nog niet enthousiast. “Ik ben er nog flink tegenaan gegaan. Nu is het vooral rust pakken en iedere dag een beetje beter worden. Het gaat nu alleen nog om de laatste prikkels om in het toernooi te groeien.”
Met de wereldbeker in Dordrecht drie jaar geleden in zijn achterhoofd, kijkt Van der Wart reikhalzend uit naar de start van het kampioenschap. “Toen stonden we met drie man in de 1000 meter finale en wonnen we voor het eerst de relay. Het publiek dat achter je gaat staan, het is een extra stimulans. Ik heb er echt zin in.”
Een uitverkochte hal in Nederland, de media-aandacht die steeds groter wordt en shorttrack live op de TV, Van der Wart hield het niet voor mogelijk toen hij als jochie zijn passie volgde. Dat de sport steeds meer leeft vindt Van der Wart geweldig. “Ik ben de enige die er nog bij is vanaf het eerste moment. In 2006 hadden we een ijsuur maar nog geen trainer. Er was geen niveau, alleen Niels (Kerstholt, red.) kon aardig schaatsen. Moet je kijken waar we nu staan.”