Zo schoot Thom van Beek in het oranje leiderspak van de Marathon Cup over de streep. Natuurlijk was hij blij met zijn zege, maar de Stompwijker had wel gemengde gevoelens.
Veel liever had hij in Kardinge namelijk gereden in het pak van de Nederlands kampioen, het mooie roodwitblauw. "Daar heb ik vorige week voor gevochten, dan wil ik het graag dragen ook", gaf Van Beek te kennen.
Maar dat gaat dus niet. Als leider in het klassement is Van Beek verplicht het oranje pak te dragen. Dat gaat boven een kampioenspak. "We hebben nog wel geprobeerd daar iets aan te doen", vertelde Van Beek.
"We hebben gevraagd of er een combinatiepak gemaakt kon worden, of dat er bij voorbeeld een roodwitblauw kraagje op het leiderspak kon komen. We hebben zelfs voorgesteld zelf een pak te laten maken. Maar daarvoor kregen we geen toestemming."
Van Beek heeft het pak van de Nederlands kampioen wel thuis liggen. Een prachtig pak, maar zoals het er nu uitziet zal hij het nooit kunnen dragen. De rijder van Groenehartsport.nl heeft een straatlengte voorsprong in het cupklassement, zodat het er dit seizoen zeker niet van komt.
En volgend jaar moet het heel raar lopen als Van Beek niet in de Top Divisie gaat rijden. Dan kan hij het pak uiteraard ook niet dragen. "Het is heel zonde", vindt Van Beek.
"Ik had echt heel graag in dat kampioenspak gereden. Het heeft iets, en het hoort bij zo’n titel. Maar zelfs op Flevonice mag ik er niet in rijden. Dat valt weer onder het natuurijs."
En een flinke terugval in zijn prestaties, waardoor hij de leiding in de Cup zou kwijtraken, zit er ook niet in. Dat liet Van Beek zaterdag in Kardinge weer eens zien. De Stompwijker was echt oppermachtig in de finale van de koers, die in zijn optiek te veel werd gekenmerkt door wildwest.
"Het was verschrikkelijk", was het eerste dat Van Beek zei toen hij op weg was naar de huldiging. "De laatste vijf ronden heb ik nauwelijks een slag gedaan. Ik werd alleen maar van links naar rechts geduwd. Dat was echt niet grappig meer."
Van Beek zette zijn aanklacht naar een aantal collega’s uit het peloton naderhand nog wat kracht bij. "Ik kan er zo vijf, zes noemen die alleen maar bezig zijn me naar achteren te trekken. Het slaat gewoon helemaal nergens meer op, heeft niets meer met schaatsen te maken. Scheidsrechters roepen vooraf dan wel dat ze gaan opletten, maar dat gebeurt dus niet."
"Sommige acties zijn zo duidelijk te zien, maar er wordt evengoed niets mee gedaan. En dan krijgt Crispijn Ariëns in de Top Divisie wel een rode kaart omdat hij van zijn lijn afwijkt. De veel ernstiger zaken blijven onbestraft."
De Stompwijker heeft wel een idee hoe het overmatige duw- en trekwerk in het peloton aan banden kan worden gelegd. "Scheidsrechters moeten gewoon echt optreden en niet schromen een rode kaart uit te delen. Of twee. Maar ze moeten iets doen, want zo kan het echt niet langer."
"En het zijn altijd dezelfde mensen, dus dat moet een keer opvallen. Pak het vijf, zes wedstrijden keihard aan en die jongens kijken voortaan wel uit."
Tekenend voor de kracht van Van Beek is dat hij zich er niet door uit het veld liet slaan. Sterker, hij leek oppermachtiger dan ooit. "Ach, in het klassement heb ik nu zoveel voorsprong dat ik het aandurf de sprints een beetje te laten schieten.
Daardoor heb ik wat meer energie over voor de finale. En mijn ploeggenoten reageren uitstekend op de aanvallen van met name de mannen van Appel Beton. Als ik er zelf niet bij zat, waren zij er wel bij. Dat geeft mij wat rust, waardoor ik alles kan geven in zo’n finale."