Uit vrijwel alle delen van het land komen sporters naar Heerde om wekelijks een training te volgen onder leiding van Berga-Belloni en oud-skeeleraar Ruurd Dijkstra – alweer een paar jaar haar vaste assistent. De discipline staat onder druk, weet de bondscoach maar al te goed. Veel Nederlandse talenten kiezen toch voor het ijs, waar betere carrièremogelijkheden zijn. Slechts een klein aantal komt daadwerkelijk tot een prachtige loopbaan op de schaatsen. Toch is de aantrekkingskracht van de wintersporten blijkbaar groter dan de relatief kleine skeelersport.

“We proberen nieuwe dingen”, opent Berga-Belloni het gesprek. “We doen een poging om het skeeleren in Nederland iets beter te maken.” Die ambitie is even nobel als complex, geeft ze toe. “Het is best een puzzel. Sommige dingen hebben effect en zorgen voor vooruitgang. Op andere vlakken vragen we ons juist af: wat moeten we hiermee?" Daarmee legt ze het pijnpunt direct bloot. “Skeeleren blijft moeilijk in Nederland. We hebben een perfect plaatje, maar de uitvoering is lastig. Dat lukt nooit helemaal zoals we het willen. We geven ze de ruimte, ook om andere sporten te doen. Ik kan niet anders. Maar toch: we hebben talenten, ze pakken medailles en even later ben ik ze kwijt. En dan? We doen wat we kunnen en daar moeten we blij mee zijn.”

Dat lijkt me lastig, of zie je het als een mooie uitdaging?
“Nee, dat is niet lastig. Ik weet dat ik daarmee moet dealen. Ik ben niet in de positie om te zeggen: dit is hoe ik het wil en zo gaan we het doen. Het mooiste is dat we overleg voeren met andere trainers en samen tot een route komen. De rijders waar het over gaat, zijn wel de beste van Nederland. Ik kan moeilijk zeggen dat ze niet terug hoeven te komen. Er is namelijk geen blik dat ik kan opentrekken waar nieuwe inlineskaters uit komen die op hetzelfde niveau presteren.”

“Als ik twintig jongens van een bepaald niveau zou hebben en eentje levert niet op training of zet zich niet voor de volle honderd procent in, zou ik kunnen zeggen: jongen, blijf maar thuis. In Nederland hebben we niet de mensen om er zo naar te kijken. Ik leg uit wat ik wil bereiken en hoop dat we stap voor stap vooruitgang boeken. Het gaat al veel beter in vergelijking met een paar jaar geleden. Ik wil alleen nog beter.”

Valentina Berga-Belloni, Frank Fiers en Marcel Scheperkamp, Hollandcup Heerde, mei 2025
Valentina Berga-Belloni met oud-bondscoach Frank Fiers (midden) en disciplinemanager Marcel Scheperkamp. | Foto: Neeke Smit

Wat vraagt dat van jou als bondscoach?
“Ik hoef mezelf niet te bewijzen of iemand te overtuigen. Ik probeer wel andere manieren te vinden om de jeugd aan deze sport te binden. Daarom ben ik begin april met de jeugd naar Senigallia gegaan. Zo konden we die jongens en meiden een nieuwe belevenis bieden. Wat doen ze daar? Hoe gaan de wedstrijden? Ze kwamen terug met meer ervaring en bij de Hollandcup in Heerde zag je bij sommige rijders al het effect. Daarmee zetten we een stapje. Ik ben van mening dat trainingskampen ons niet altijd helpen, we moeten onze mogelijkheden ook inzetten om sporters een andere ervaring te geven.”

De mogelijkheden zijn niet oneindig, lijkt mij…
"Klopt, maar daar kijk ik niet naar. Ik denk in eerste instantie vanuit het belang van de sporters. Dan spelen andere factoren een rol. We hebben goede sporters, maar het probleem is: zij zijn vooral gericht op het schaatsen. In maart en april zijn er mooie wedstrijden in voorbereiding op het EK. Dat komt voor de schaatsers te vroeg. Ik zou in die periode graag met een grote groep willen trainen en racen. De schaatsende rijders nemen eerst rust. Dat is logisch, maar waar ben ik dan mee bezig? Niet zoveel. Vroeger trainden we altijd met een centrale groep die groot genoeg was, nu kan dat niet.

Met wat voor groep train je nu dan wel?
“Ik ben het seizoen begonnen met een iets bredere groep om iets meer body te hebben. Als de EK-selectie bekend is, kunnen we hopelijk nog een maand samen trainen.”

Je gaat er voor honderd procent voor, maar je moet ook realistisch zijn.
“Dat maakt het lastig, ik ben geen shorttrack-bondscoach waar de ploeg 24/7 bij elkaar is. In het skeeleren heeft iedereen een eigen club. Soms komt iemand trainen die ik vervolgens een tijd niet zie. Zo heb ik weinig invloed en kan ik niet proberen ze beter te maken. Ik geef advies, sommige trainers gaan akkoord terwijl anderen kiezen voor hun eigen schema. Op een bepaald moment moet ik wel beslissen over wie meegaan naar het EK.”

Lianne van Loon Hollandcup
Lianne van Loon is ook deze zomer het speerpunt van TeamNL. | Foto: Neeke Smit

Wat is jouw gevoel over de prestaties van de Nederlanders dit seizoen?
“Redelijk positief. We hoeven niet alleen negatief te zijn, er zijn genoeg aanknopingspunten. Bij de senioren hebben we met Lianne van Loon altijd iemand die er bovenuit springt. Wat betreft het EK hebben we verwachtingen van haar. Bij de wedstrijden in Senigallia hadden we vier junioren die goed presteerden. De gebroeders Haasjes waren voor het eerst in Geisingen. Zij willen richting het EK ook meer internationaal rijden. Het is zeker niet alleen maar slecht."

Om de kansen voor Van Loon te vergroten heb je een goed team rond haar nodig, zeker op het EK.
“In Nederland zien we vaak dat de ploegjes samenwerken. Op het EK kom je dan misschien nog iets te kort. We moeten proberen Lianne iets frisser in de finale te brengen. Dat is wel een dingetje. Berber (Vonk, red.) heeft aangegeven niet meer mee te gaan, dat is jammer. Maar we hebben gezien dat Jet Fransen een grote stap gemaakt heeft. Zij rijden ook al heel het seizoen samen, dat scheelt voor Lianne. Fleur Veen hoort daar trouwens ook bij. Ze kennen elkaar goed. Dat gaat wel helpen.”

Het is bij de mannen dun gezaaid, zeker op de korte nummers. Rémon Kwant is gestopt, Jelmar Hempenius is niet op zijn best en Glenn Nijenhuis combineert sport tegenwoordig met werk…
“De gebroeders Haasjes doen hun best en kunnen mooie dingen laten zien op de lange afstanden, maar op de korte nummers doen we momenteel niet mee. We moeten wachten op het NK. In Heerde heb ik het internationale niveau gezien. Je kunt prima Nederlands kampioen worden, maar als je kijkt naar de tijden die gereden worden in kwalificaties... Dan is er nog wel werk aan de winkel.”

Moet je al een generatie verder kijken? Was dat bijvoorbeeld de reden om met de junioren naar Senigallia te gaan?
“Nou, ik wilde met de senioren ook nog naar de Track Series-wedstrijd in Wörgl. Dat kon alleen niet doorgaan omdat het tegelijk gehouden wordt met het NK. Wat betreft de junioren in Senigallia: op jonge leeftijd wordt er al getrokken aan de atleten die op meerdere disciplines actief zijn. Ze worden gedwongen heel jong een keuze te maken. Voor mij was het een bewuste keuze om iets breder in te zetten. Ik wilde ze laten zien wat de skeelersport is, iets meer laten inzien wat deze sport zo mooi maakt. Richting het EK was dit voor deze jongens en meiden heel leuk om mee te maken. We hebben een mooie stap gemaakt. Het vergroot hun vertrouwen in ons. Dat is waardevol richting het EK. En het heeft effect: je ziet dat ze er iets stoerder door worden, meer zelfvertrouwen tonen. Ze leren van andere sporters, dat zag ik tijdens de Hollandcup in Heerde terug. Heel mooi om te zien.”

Kai-Arne Ottenhoff, Hollandcup Heerde, mei 2025
Kai-Arne Ottenhoff is op dit moment een van de sterke rijders bij de junioren. Ook hij draait een dubbel programma, want in de winter shorttrackt Ottenhoff. | Foto: Neeke Smit