Het lijkt wellicht overdreven. In de zomer een half jaartje zonder ijs, hoe moeilijk kan dat nou zijn? Er zijn voldoende alternatieve trainingsvormen: inlineskaten, imitaties op de schaatsplank, of simpelweg in diepe zit springen op het asfalt. Maar toch zoeken alle professionele schaatsploegen het zomerijs op.
“We zijn van vroeger gewend dat we ons in de zomer moesten voorbereiden op het schaatsen. Dan zoek je alternatieven, maar als je de échte schaatsbeweging kunt uitvoeren, is het logisch dat je daarvoor kiest”, zegt Erik Bouwman, voormalig coach van Jong Oranje.
Bouwman weet: inlineskaten benadert de schaatsbeweging vrij nauwkeurig. Maar toch zijn er belangrijke verschillen. “De weerstand is anders en dat geldt ook voor de timing.” En timing, het moment van afzetten, is van zeer groot belang voor een effectieve schaatsslag.
Nadeel
Als het gaat om de schaatstechniek is er dus geen betere manier om hiermee bezig te zijn dan op het ijs. Daarom is een ijsperiode ook in de zomer van belang. Er kleeft echter wel een nadeel aan het schaatsen in deze maanden volgens Bouwman: “Juist in deze fase is een gedegen opbouw heel belangrijk. Je bent bezig met het eerste deel van de zomerperiode. Dan wordt er veel en hard getraind en gaat het juist om fysieke doelen.”
Daarom staan veel schaatsers in de zomer slechts een paar keer per week op het ijs. Bouwman gebruikt de mogelijkheid om te schaatsen op dat moment alleen als hij van plan is om een training te geven waarin de transfer van de technische punten uit de sprongvormen naar de schaatstechniek centraal staat. “Het ijs is nu ook hartstikke nuttig, maar nu hebben verschillende fysieke doelen de hoogste prioriteit. We zijn bezig met de opbouw om een brede basis te leggen.
IJsblok
Later in de zomer wordt de periodisering een beetje los gelaten en staat er bij Bouwman een specifiek ijsblok van veertien dagen op het programma, waarin schaatsen de overhand heeft. Waar eerst tijdens de ijstrainingen voornamelijk intervallen op kwaliteit en het nodige duurwerk werden gedaan, zet hij in die veertien dagen in juli ook wat snellere trainingen in zijn schema.
“Als dat eerste blok van de zomer erop zit, is het wel lekker om wat intensievere prikkels te geven. De paar keer dat we nu op het ijs staan gaat het voornamelijk om de transfer van technische punten die we geoefend hebben en doen we nog niet zoveel écht snelheidswerk.” Dit is het moment waarop schaatsers en trainers kunnen voelen en zien of de technische punten waar in de voorgaande periode mee gewerkt is, ook kunnen worden overgebracht op het ijs.
