Een laatste proefstartje, nog wat dollen met Yara van Kerkhof en Rianne de Vries die de camera van de vaste videoman hebben geconfisqueerd en elkaar vereeuwigen, en weer terug naar het hotel, een paar honderd meter verwijderd van de Maurice-Richard Arena in Montréal. “Laat maar beginnen die World Cup, ik ben er klaar voor.” Was getekend: Suzanne Schulting, de kopvrouw van TeamNL, en zesvoudig Shorttrackster van het Jaar.
Ze lachen, discussiëren, bestuderen op iPads de eigen en elkaars rondetijden, maar zijn ook bij de les wanneer de coaches vragen om shorttrackers in de racemodus. Dan wervelen ze weer over het ijs en jagen ze de man of vrouw voor zich op, om hem of haar tot het uiterste te drijven. Dit heet in the mood komen voor de eerste, serieuze confrontatie op het internationale toneel. En of het Schulting helpt om de hobbelige voorbereiding op het seizoen compleet naar de achtergrond te verdringen.
“Nee, ideaal is het niet geweest”, zegt ze na de slottraining voordat de World Cup vrijdag van start gaat met de kwalificaties. “Ik was zo gewend aan een voorspoedige aanloop. Voorgaande jaren ging het precies zoals ik wilde en het draaiboek aangaf. Ach ja. Het is nu wat minder soepel verlopen, maar het is niet zo dat ik de hele zomerperiode als verloren beschouw. Integendeel, het schaatsen gaat heel erg goed.” Een korte samenvatting van Schultings route: geen KNSB Cup gereden (‘Die kwam te vroeg voor me’), de eerste plaatsingsmogelijkheid voor de wereldbeker – de trials – aangegrepen om te scoren en daarna een week allesbehalve fit aan de kant gebleven, wat tot gevolg heeft gehad dat ze de Dutch Open, deel II van de kwalificatie, heeft moeten schrappen.
D’r zat vermoeidheid in haar lichaam dat ze maar niet kwijtraakte. Daardoor herstelde ze onvoldoende van de trainingsinspanningen, werd ze verkouden en sloeg het hartritme op hol. “Mijn hart is zo flink tekeergegaan dat ik op een gegeven moment aan de bel trok bij de leiding. 'Mensen, dit gaat niet goed', zei ik. Uit scans en bloedonderzoeken kwam naar voren dat ik een bijholteontsteking had. Ik ben vervolgens een week van het ijs gebleven. Dat was pittig voor me: ik wilde zo graag shorttracken, maar omdat het niet mocht van de arts groeiden de twijfels en nam de onrust toe. Totdat ik weer mocht. Het voelde onmiddellijk goed op het ijs. Ik had me nergens druk over hoeven maken. Wist ik eigenlijk ook wel...”
Het publiek in het stadion dat plaats biedt aan 4500 mensen zal zich verheugen op spraakmakende duels tussen de wereldelite. Leuk detail: Schulting kan er een soort barrière breken. Waar ze de jongste seizoenen ook aantrad, ze trok overal de races, dikwijls met gemak, naar zich toe. Montréal als tussenstation is echter nog een blanco pagina in haar wereldbekerhistorie met inmiddels een kleine zeventig medailles. Suzanne won er nooit een individueel nummer. Ze glimlacht bij een herinnering die haar te binnen schiet. “We hebben er een keer een heel slechte World Cup gereden, in 2019. Nul medailles. Wat waren wij slecht op dat toernooi, haha! Montréal brengt me sowieso weinig geluk. In 2018 zat ik ziek thuis toen het WK hier werd gehouden en in april dit jaar kreeg ik vlak voordat het WK begon corona.”
Ze haalt haar schouders op. “Ik heb weinig last van dit soort wetenswaardigheden. Het stadion is schitterend, alleen daarom zou ik graag een keer met een gouden plak naar huis gaan. Hoewel ik geen zorgen heb over mijn vorm, is het moeilijk iets over de uitkomst van deze drie dagen te zeggen. Ik heb geen idee hoe de rest van de wereld ervoor staat.” Op de vraag of haar vorm wordt gestimuleerd door de in haar nek hijgende Xandra Velzeboer, klinkt er voor de eerste keer wat venijn door in haar stem.
“Dat gebeurde vorig jaar ook al, hè. Het is niet dat ze nu plotseling naar me opschuift; ze reed vorig jaar een fantastisch seizoen. Ik denk dat we elkáár stimuleren, scherp houden en beter maken. Dat is juist goed voor mij, omdat de ik afgelopen jaren heb geheerst. Ik ben 25 intussen - best wel oud - dus als 25-jarige is het prima wanneer je op de hielen wordt gezeten. Behalve Xandra doet Selma Poutsma dat ook. Wij alle drie schaatsten gruwelijk hard. Het is dus niet iets nieuws. Als we met z’n allen niet zo goed waren geweest in februari, zouden we nooit olympisch kampioen zijn geworden.”
Ze zijn weer dik in orde. Iedereen van de nationale trainingsselectie (NTS) trouwens. Of dat meetbaar is? Ja, aan de rondetijden op de training. “Een week of anderhalve week voor een toernooi heb ik een kleine bevestiging nodig dat ik snel rijd. Die kreeg ik twee dagen voordat we naar Canada vlogen. Dat deed me goed, maar ook het feit dat we een andere omgeving zouden opzoeken en het gevoel van de wereldbeker weer mogen ervaren. Tot dat moment hadden we alleen maar in Thialf getraind, op tien dagen Bormio en vijf dagen fietsen in de Ardennen na. Het was tijd te verkassen, want daar krijg ik heel veel energie en motivatie van.”
Meer info over de World Cup in Montréal vind je hier.