Bijna al zijn vrije tijd besteedt Knegt in de werkplaats onder het ouderlijk huis in het dorpje op twintig minuten rijden van Heerenveen. Metaalbewerkingmachines staan links en rechts. De vloer netjes aangeveegd. Even verderop staat een vaalrode Volkswagen 1500 uit 1967. Het volgende project van Knegt, maar het oude beestje moet nog even geduld hebben. De laatste maanden is hij druk met het bouwen van een appartement naast de werkplaats, waar hij met zijn vriendin gaat wonen. De ideale oplossing, want zonder een ruimte om te klussen zou de nuchtere Fries niet kunnen.

"Anderen zitten op een flatje in Heerenveen, dat zie ik niet zitten", aldus Knegt. "Dan zit je de hele dag maar wat binnen, niks voor mij." Samen met zijn vader, die een schildersbedrijf heeft, maakt hij alles zelf. Voor de strakke witte keuken met een zwart stenen blad struinde de shorttracker marktplaats af. "Het is leuk werk. Je weet precies hoe alles zit en hoe je het hebben wilt." Aan schilderen waagt hij zich echter niet. "Met een vader als schilder doe je het natuurlijk nooit goed", lacht hij.

Knegt gaat met plezier naar de trainingen en kan het leven als topsporter waarderen. "Ik heb best veel vrije tijd. Tussen de trainingen ben ik twee tot drie uur even niet met de sport bezig." Tijd die hij meestal doorbrengt in de werkplaats, waar hij geregeld voor het schaatsen aan het knutselen is. "Voor Sanne (Van Kerkhof, red.) heb ik gradenpotjes gemaakt en bijna de hele ploeg rijdt met extra plaatjes onder de schoenen om net iets hoger te staan."

Over de bestaande slijpblokken was de regerend Europees kampioen niet tevreden. En dus ontwierp en bouwde hij zijn eigen versie. "Mijn blok is altijd recht en mijn schaatsen staan er altijd hetzelfde in. Drie of vier keer de slijpsteen eroverheen en je hebt overal bramen. Duurt het slijpen ook niet lang", constateert hij tevreden.

Niet alleen ploeggenoten staan in de rij bij de handige shorttracker. Ook voor zijn vrienden maakt hij geregeld iets. "De jongens hier in de buurt doen aan autocrossen. Het meeste maken ze zelf, maar de precisiedingen doe ik. Als het lastig is met lassen, dan komen ze bij mij." Samen met zijn vrienden meedoen aan de races zou hij wel zien zitten. "Maar ja, te veel risico’s en die ga ik nu niet nemen."

Met zijn opleiding tot machinebankwerker bij Philips in Drachten die hij een jaar voor de Spelen in Vancouver afrondde, draait Knegt zijn hand niet om voor de klusjes waarmee zijn vrienden of ploeggenoten aankomen. Maar ondanks zijn technische inzicht waagt Knegt zich niet aan het krommen van zijn eigen schaatsen. "Daar ben ik te lui voor", lacht hij. Soms is dat onhandig, maar de Fries kan zich er niet druk om maken. "Als het mes thuis helemaal goed is, dan blijft dat ook zo op reis. En voor de kleine aanpassingen aan het ijs hebben we Wim (De Deyne materiaalman, red.) nog."

Tijdens de weken in het buitenland is er meer tijd tussen de trainingen, maar ’s middags naar bed gaan om uit te rusten daar doet Knegt niet aan. "Doe ik nooit. Als ik een zware training heb gedaan, dan ben ik er na het autoritje naar huis weer overheen." Liever zoekt hij zijn ploeggenoot Daan Breeuwsma op. "Die zit ook nooit stil. Gaan we lekker naar buiten, pakken een bakje koffie. Zo rust je ook uit en daardoor ben ik vaak een beetje beter bij de wedstrijden."

Een trainingsbeest zal Knegt nooit worden. Om in de juiste vorm te komen vertrouwt hij op de kunde van zijn trainer Jeroen Otter. "Gekke dingen moet je van mij niet verwachten. Ik doe wat er gevraagd wordt. Kan me dood rijden in de training, maar in de wedstrijd kan ik mezelf wel drie keer dood rijden."

Probeer de nuchtere Fries uit te dagen in de training en je krijgt nul op rekest, zoals krachttrainer Richard Louman al eens ondervond. "Hij wilde kijken of we een recordje konden pakken. Nee, zei ik, staat niet op het schema. Volgende oefening."