Dat uitgestelde toernooi duurt slechts drie dagen (vrijdag t/m zondag), en toch zit Knegt inmiddels elf dagen aan de andere kant van de planeet. De vroege verplaatsing was noodgedwongen (er lag nergens meer ijs in Nederland te trainen), maar zo bekent hij eerlijk: het is hem wel goed uitgekomen dat de nationale selectie al op 27 maart vertrok naar Calgary.om een week later op de feitelijke stek van bestemming neer te strijken. Op Canadese bodem kon hij weinig meer doen dan schaatsen en rusten. De aandacht werd niet afgeleid. Dat was thuis wel anders…
Het is na de tweede training van de dag, een pittige drie kwartier op het ijs van de Maurice Richard Arena in Montréal, de hal waarin 46 jaar geleden om olympische worstel- en boksmedailles werd gestreden. Intussen geldt de koepelvormige accommodatie uit 1962 als een vaste pleisterplaats voor de Canadese shorttracktop én is het de locatie die voor de derde keer op een rij de WK huisvest in een olympisch seizoen.
Knegt heeft bij tijd en wijle lekker gas gegeven, oogt er tevreden over en krijgt langzamerhand het idee dat hij sowieso om een plek in de top-10 zal kunnen vechten. Dat klinkt bescheiden, maar is volgens hem vooral realistisch. Om goud te winnen, moet zich een mirakel voordoen. “Simpelweg omdat ik niet weet hoe goed ik ben momenteel. Al zal dat voor de meeste shorttrackers opgaan. Iedereen vindt het uitstel van dit kampioenschap vervelend. Ik ben niet zo’n vakantieman, maar in onze groep had vijftig procent van de rijders al vakantie geboekt.”
Dat zegt genoeg. “Het blijft een wedstrijd die gereden moet worden. Ik had nu ook met iets heel anders bezig kunnen zijn.” De laatste opmerking vormt een aanloopje naar vijf prachtige minuten waarin de Schicht uit Bantega over zijn grote hobby uitweidt. Wat blijkt? Hij mag verslingerd zijn aan het crossen in en sleutelen aan auto’s, dochter Mirthe heeft ook goed de smaak te pakken. Amper zes jaar oud zou ze vorige week al rij-examen hebben gedaan om een licentie te verkrijgen.
“Tja, ik was al hier, daarom ging dat feest niet door. Geeft niets, op 18 april is er weer een gelegenheid. Ze moet een soort rijbewijs hebben als ze in haar mini-buggy wil meedoen aan de competitie. Hier”, zegt hij enthousiast, terwijl hij snel door de foto- en videobestanden op zijn telefoon scrolt, “da’s geweldig joh!” Een grinnikende Knegt toont een filmpje waarop Myrthe met een kart-achtig karretje over een akker en een grasveld scheurt.
“Het loopt als een grasmachientje dat max 65 km/uur kan halen. Eerst zou ik er een voor haar bouwen. Omdat het me aan tijd ontbrak, heb ik er een voor haar gekocht. Kostte me tussen de 3500 en 5000 euro. Mooi toch? Kunnen we straks, wanneer het seizoen voorbij is, twaalf weekenden naar de cross, zes keer om deel te nemen aan het Nederlands kampioenschap in de Toerwagenklasse en zes evenementen van een andere serie, verspreid over Nederland, België en Duitsland. Dat is voor mij vakantie, er heerlijk op uit met het gezin. De kleinste, Melle wil trouwens ook al met zo’n buggy op stap. Hij oefent al bijna dagelijks. Als ik hem zo bezig zie, geloof ik dat hij het nóg beter dan z’n zus zal gaan doen.” Lachend: “Maar die is pas vier, dat is wat te jong.”