De Noor Knut Johannesen complimenteert Shilykovsky met zijn winnende 5000 meter op het WK allround 1958 in Helsinki.
Als baby werd de jonge Vladimir ernstig ziek en werd zijn rechterarm in z’n geheel geamputeerd. Het gemis van zijn arm weerhield hem er niet van zichzelf doelen te stellen waar zelfs perfect gezonde mensen moeite mee zouden hebben. Shilykovsky wilde atleet worden en hoewel de sportautoriteiten hem in eerste instantie als een weinig belovend atleet kwalificeren, knokte hij door. Op zijn 14e al gold hij als een eersteklas zwemmer en wielrenner.
Op zijn achttiende verhuisde Shilykovsky naar Moskou om technische wetenschappen te gaan studeren op de sportacademie. Inmiddels kon hij ook op de smalle ijzers behoorlijk uit de voeten. Hij werd in 1955 kampioen van Moskou en opgenomen in de nationale Sovjetselectie. Hij trainde bijzonder hard en experimenteerde met allerlei technieken om zijn balans, vooral in de bochten, te optimaliseren.
In 1955 en 1956 won hij een medaille tijdens het Russische allroundkampioenschap en maakte hij furore door zich op de 10.000 meter te plaatsen voor de Olympische Winterspelen van 1956. In Cortina d’Ampezzo treft hij echter slechte weersomstandigheden en komt niet verder dan de 16e plaats, maar hij had zijn droom waargemaakt en was voor velen al een held.
In 1958 beleefde Shilykovsky sportief zijn beste jaar. Internationaal genoot het Russische schaatsen in de jaren vijftig veel aanzien. Oleg Goncharenko (1953, 1956) en Boris Shilkov (1954) waren al eens wereldkampioen allround geweest en supersprinter Yevgeny Grishin heerste op de 500 en 1500 meter. Toch wist Shilykovsky in het voorjaar van ’58 derde te worden tijdens de nationale titelstrijd. Een verrichting die breed werd uitgemeten in de Russische media. Tijdens de daaropvolgende Europese kampioenschappen, verreden in het ijskoude Zweedse Eskilstuna, eindigde Shilykovsky zelfs als tweede, kort achter Oleg Goncharenko.
Shilykovsky moest vaak bijsturen met zijn linkerhand om het gemis van zijn rechterarm te compenseren.
In Helsinki, waar het WK allround van dat jaar op de rol stond, was Shilykovsky in topvorm. Na 3 afstanden had hij in het klassement een te verwaarlozen achterstand van 2,3 seconden op leider Goncharenko en aangezien zijn beste afstand – de 10 kilometer – dan nog moet komen, had hij zicht op het goud. Tijdens zijn rit verslechterde echter plotseling het weer en werd het ijs stroever en stroever. Shilykovsky knokte voor wat hij waard was, maar moet de titel toch laten aan zijn landgenoot Goncharenko.
Aan het begin van het Olympische seizoen 1960 schaatste de werktuigbouwkundig ingenieur het wereldrecord van Hjalmar Andersen op de 10.000m (16.32.6) uit de boeken. Op 31 januari 1960 kwam Shilykovsky op de hooglandbaan van Medeo in Alma-Ata tot 16.13.1, maar de ISU erkende de nieuwe mondiale toptijd niet.
Shilykovsky hoopte op de Winterspelen in het Amerikaanse Squaw Valley revanche te kunnen halen, maar wederom gooide het belabberde weer roet in het eten. Hij werd 20e.
Op 4 juli 1987 overleed Shilykovsky na een kort ziekbed, slechts 54 jaar oud, in stilte.
David Bakker is voorzitter schaatsliefhebbersvereniging de Stobbeklûners. Bovenstaande column vervangt het historisch perspectief van Huub Snoep, die enige weken op vakantie is.