Op dominante wijze reed het drietal van Team Albert Heijn Zaanlander, Irene Schouten, Arianna Pruisscher en Marijke Groenewoud naar de finish. De ongenaakbare Schouten passeerde als eerste de finishlijn. “Ik vind marathonwedstrijden in Heerenveen best moeilijk. Het liefst wil ik met een kopgroep alleen aankomen. Door het snelle ijs, rijdt iedereen makkelijk mee. Met nog 25 ronden te gaan dacht ik: dit wordt een massasprint. Vervolgens reed Arianne Pruisscher weg. Ik dacht dat zij de overwinning zou pakken. Jillert gaf vervolgens aan dat Marijke Groenewoud en ik achter haar aan moesten gaan. Met goed teamwork vonden we de aansluiting en bleven we met z’n drieën weg.” Is er nog iets dat Schouten kan uitdagen? “Ja, de Elfstedentocht!”, zegt ze lachend.
Merel Bosma (29) reed een thuiswedstrijd en behaalde tijdens Marathon Cup 1 in Amsterdam de vierde plek en in Enschede werd ze vijfde. Zij is een van de rijdsters uit het peloton voor wie een transfer dit seizoen goed uitpakte. Echter, door een hevige verkoudheid kwam ze in Heerenveen lucht tekort en moest ze ondanks een aantal ontsnappingspogingen genoegen nemen met een tiende plek. “Ik zei net al tegen Irene, Arianna en Marijke: dit is toch niet normaal wat jullie laten zien? Deze meiden zijn een klasse apart. Ze hebben het heel knap gedaan.”
Ze vervolgt: “Ik had last van mijn ademhaling en was niet honderd procent fit. Als ik een aanval deed, ging dat goed, maar het herstel duurde telkens zo lang. Dit was niet ‘des Merels’. Het was een typische Heerenveen-koers. Het was een beetje achter elkaar aan rennen, had ik het idee. Helaas heeft het voor ons deze keer niet goed uitgepakt.”
Afgelopen seizoen kwam Bosma nog uit voor Team Turner. Door het stoppen van Lisa van der Geest en Iris van der Stelt aan het einde van afgelopen seizoen, viel dit uit elkaar. “Op dat moment dacht ik: dit is wellicht het moment om een nieuwe prikkel op te zoeken.”
De Heerenveense had een nieuwe impuls nodig en was op zoek naar teamgenoten uit de buurt, waarmee ze structureel kon trainen. “Team BDM-BTZ staat als een huis en al deze meiden wonen in Heerenveen. Wij trainen ook veel met de mannen van Sprog op het ijs en af en toe met Team Bouw & Techniek. Dit vind ik een heel leuke combinatie. Daarnaast volg ik bij de voormalige ploeg van Palet een heel ander schema dan voorheen. Zo heb ik afgelopen zomer veel uren gemaakt op skeelers en ben ik begonnen met krachttraining. Dat het er nu al zo uitkomt op het ijs, had ik zeker niet verwacht.”
Hadden de vrouwen van BDM-BTZ thuisvoordeel tijdens Marathon Cup 3? “Dit snelle ijs zijn we gewend, aangezien we altijd op Thialf trainen, maar ik denk dat wij op iedere baan goed uit de voeten kunnen. In ons team zitten veel natuurijstoppers, dus op slecht ijs komen wij ook goed uit de verf.”
Vorig seizoen waren Merel Bosma en Ineke Dedden elkaars concurrenten. Sinds dit seizoen zijn ze teamgenoten. “Dit went heel snel en ik vond het vooral heel raar om mijn oude team Turner te zien rijden. De samenstelling van dat team is volledig anders geworden, dus het scheelt gevoelsmatig dat die rijdsters niet mijn oud ploeggenotes zijn.”
De 29-jarige vervolgt: “Er zijn veel vriendschappen in het marathonschaatsen verspreid over verschillende teams. Naast de baan ben je vriendinnen en op het ijs even niet. Ik focus me tijdens de race vooral op ons eigen plan, team en wedstrijd. Mocht er toevallig een vriendin van een andere ploeg in de kopgroep zitten: alles goed en wel, maar wij willen winnen. Dan ga ik zeker niet mijn benen stilhouden of iemand niet terugrijden. Dan ben je een concurrent. Dat is logisch. Dit geldt andersom ook.”
Bosma zit op haar plek en leert van iedere teamgenote wat anders. “Mijn ploegmaatjes zijn stuk voor stuk leuke meiden, die heel hard kunnen schaatsen. Er wordt keihard getraind en flink geouwehoerd; dat vind ik ook belangrijk. Esther Kiel is met haar langebaanachtergrond technisch heel sterk en weet hoe je de bochten goed moet aansnijden. Elsemieke van Maaren vind ik tactisch erg slim. Ineke Dedden is heel nuchter en gaat altijd door. Daar zit een heel goede kop op”, zegt Bosma met een knipoog. En wat zijn haar eigen kwaliteiten? “Ik ben anti-sprinter, maar ik kan wel positioneren en mijn plekje houden.”
Dit jaar heeft team BDM-BTZ geen uitgesproken kopvrouw. “We weten dat we alle vier goed zijn en dat ieder van ons kan winnen, dus het is maar net wie er op welk moment in de juiste positie zit. Het is niet dat we vooraf bepalen om voor iemand te rijden. Natuurlijk gaan we er met een plan in, maar we spelen in op het verloop van de wedstrijd.”
Volgende week staat Marathon Cup 4 in Den Haag op het programma, waar blikvangers als Irene Schouten en Marijke Groenewoud afwezig zullen zijn vanwege hun deelname aan de World Cup in Stavanger. Dit biedt voor het peloton nieuwe kansen. “Ik denk dat wij zeker heel goede papieren hebben als de ‘Albert Heijn Zaanlanders’ er niet zijn, maar dan zal het ook een compleet andere koers worden. Dit kan goed uitpakken voor ons.”