Werd het op de slotdag van de 119e wereldkampioenschappen nog spannend? Eigenlijk niet. De Japanse Miho Takagi deed het voortreffelijk in de slotrit van het allroundtoernooi bij de vrouwen, maar ging met een loodzware en - zo bleek binnen een paar rondjes - utopische opdracht de baan in, na het zien van de degelijke en vooral vlakke race die Schouten weer had laten zien. Ze won er voor de verandering een keer het langste nummer niet mee; die eer was voor Martina Sablikova, de Tsjechische veterane wier carrière eeuwig duurt en die zo nu en dan nog boven zichzelf kan uitstijgen. Sablikova reed 6.51,75, driekwart seconde sneller dan Schouten (6.52,58).

Foto: Soenar Chamid


Tweede op de vijf kilometer, dit seizoen met de twee kilometer kortere afstand meer dan ooit haar domein. Het deed onwerkelijk aan. “Je gaat me er nu toch niet op afrekenen, hè”, sprak Schouten jolig na alle huldigingen, de echte ereronde met Nils van der Poel. “Maar het was wel slecht, die tweede dag van dit kampioenschap. Op de 1500 meter moest en zou ik van mezelf Miho zo goed mogelijk volgen, bang als ik was om te veel tijd te verliezen op haar. Dat was steeds de gedachte in de rit: ‘bij haar blijven’. Het gevolg was dat ik heel erg verkrampt begon te rijden. Over die 1,2 seconde verschil kon ik tevreden zijn: het is het kleinste verschil tussen ons op deze discipline. Tijdens de World Cup in Salt Lake City finishte zij op 1.49,99 en ik zat er twee seconden boven. Dit was beter, als ik de rest buiten beschouwing laat. Want ik voelde me toch vermoeid. Ik weet wel dat het een 1500 was, dat is een slopende afstand, maar soms kom je over de streep en heb je het idee dat er nog wat energie inzit. Nu was de eerste gedachte: ‘Oh shit, dan straks ook nog de vijf….”

Foto: Soenar Chamid


Zorgen om niets, twijfels die ze niet hoefde te hebben. Toch stortte ze opnieuw een lading zelfkritiek over zich uit. “Zo slecht, die vijf kilometer. Ik wilde ’m afbouwen, zoals ik dat normaal kan. Dat ging niet, het moest echt uit mijn tenen komen. Ik ben blijven knokken.” Ze stopte even. Een diepe zucht, en toen…lachend, volgde er “ik heb ’m. Jillert had trouwens al gezegd dat de anderen het er moeilijk mee zouden hebben. ‘Die Miho zal niet zomaar 6.58 rijden’. Ze belandde al snel in de 33-rondjes, waardoor ik per ronde een halve seconde won op haar.” De tweede keer een tel stilte. “Jongens, ik ben wereldkampioene Allround. Een paar jaar geleden had ik het afgezworen. Jillert zei zaterdag: ‘Alle grote kampioenen worden ook wereldkampioen’. Na die woorden wilde ik héél graag dat mijn aan dat lijstje zou worden toegevoegd. Ik zal voortaan niet meer zeggen dat ik marathonschaatsster ben, maar allroundster.”

Of beter, omnivoor, veelvraat, koele killer, doordouwer, alleskunner. Het mooie is dat ze haar schaatswensen in gestaag tempo vervult, ondertussen steeds vooruitblikkend naar wat er nog meer valt binnen te hengelen. Een wereldrecord lijkt haar geweldig, de Elfstedentocht is helemaal boven alles verheven, een zege in een alternatieve monstertocht op natuurijs moet er op zeker komen. “Ik heb dit weekend er ook aan gedacht om me op het verbeteren van de 1500 meter te richten. Na die race van vandaag moet ik zeggen: dat is echt een k#*t-nummer. Laat maar.” Ze lachte weer. “Nee, ik weet het allemaal nog niet wat ik volgend seizoen zal doen. Eerst eens op vakantie, daarna zal ik praten met Jillert en Arjan."

"Met die twee wil ik verder, daarom heb ik mijn contract ook verlengd. Zij zijn de reden waarom ik bij Team Zaanlander schaats. En kan terugkijken op een droomseizoen. Het kon al niet meer stuk na de Winterspelen. Nu dit, geweldig. Best grappig dat ik me vorig jaar toevallig plaatste voor het EK Allround, waar ik als tweede eindigde. ‘We gaan je volgend seizoen het vak leren’, beloofde Jillert me toen. En zie….”

Foto: Soenar Chamid


Hup, van 6 in 2014, als een broekie, naar 1 in 2022, als een van de beste atletes van Nederland. Twee plaatsen hoger stond ze dan de vrouw voor wie de derde stek bijna als een abonnementsnummer voelt. Antoinette de Jong zag haar kansen verdampen op de valreep, in de vijf kilometer die ze met Takagi moest rijden. Het was niet slecht, maar de vermoeidheid brak haar op. “Desondanks ben ik tevreden, want ik heb vier keer een degelijk tot goed optreden laten zien. Er valt weer wat te sleutelen en het is fijn te weten dat het harder kan. Dat het nu niet lukte, kwam doordat de oude Antoinette – die niet heel technisch schaatst - toch weer aan de oppervlakte verscheen. Dat patroon moet eruit en daar zullen Jac en ik hard aan moeten sleutelen”, aldus De Jong, voor de vierde keer de eigenares van brons (2016, 2019, 2020 en 2022).

Tot slot; Merel Conijn weerde zich uitstekend op de Noorse bühne. De Edamse eindigde ahtereenvolgens als elfde (500), zesde (drie kilometer), vierde 1500, met een persoonlijk record) en opnieuw als zesde op de vijf kilometer. Het bracht de debutante op een uitstekende zesde plaats.