Waar Enrico Fabris door velen toch gezien wordt als een 1500-meter rijder, ziet de kersverse Italiaanse bondscoach Gianni Romme vooral mogelijkheden op de 5 kilometer. "In het verleden lag Fabris niet ver achter op de 5000 meter en hij heeft ze zelfs gewonnen. Dat moet hij weer kunnen. Mijn opdracht voor dit weekend is dus simpel: ik wil dat hij keihard van start gaat en ik wil dat hij wint."

Voor een gekende slow-starter als Fabris lijkt van kop af hard vertrekken heel onnatuurlijk. Toch ziet Romme juist daar de sleutel. "Vorig jaar had Fabris vooral een mentaal probleem", schat de bondscoach in. "Hij had moeite om helemaal voor de winst te gaan en om snelheid te maken. Ik ben gaan spitten hoe ik hem toch weer harder kan laten rijden en ik denk dat ik de clue gevonden heb."

"Fabris begint veel te langzaam", meent Romme, "En ik denk dat dat een onbewuste angst is om kapot te gaan. Maar Fabris gaat niet kapot, daar is hij veel te sterk voor. Daarbij als je je race altijd zo opbouwt dat je aan het einde overhoudt, dan leer je nooit je grenzen kennen. Mijn missie is dat hij die op gaat zoeken. Eerst op de 5000 en later ook op de 1500 meter, maar we kunnen niet alles tegelijk."

Romme heeft sinds zijn komst flink wat veranderingen doorgevoerd bij de Italianen. Als coach is hij naar eigen zeggen geen 180 maar 360 graden anders dan zijn voorgangers. "De Italianen trainden op een hele ouderwetse manier", aldus Romme. "En ze deden vooral heel veel. Voor Fabris werkt dat wel, want die herstelt heel goed, maar als iedereen hetzelfde doet, blijft zo alleen de sterkste over. De rest gaat kapot.

De Italiaanse ploeg is heel gemeleerd. Er zitten wereldtoppers in, maar ook rijders die de ISU limiet nog helemaal niet gehaald hebben. Met zo'n groot verschil binnen een team is het noodzakelijk om met een persoonlijke plan per rijder te werken. Dat is dus het eerste dat ik heb ingevoerd. Daarbij ben ik veel meer de communicatie aangegaan. Ze mogen meedenken en op basis van hun feedback en persoonlijke doelen maak ik de schema's. In het begin vonden ze dat echt heel raar."

"Ik ben veeleisend voor mezelf en dus ook voor mijn schaatsers. Het is geen speeltuin; ze zijn zelf verantwoordelijk. Als ze aan mij vragen wat ze moeten doen, zeg ik 'kijk maar op je schema'. Mijn persoonlijke doel is dat ik met alle schaatsers progressie wil boeken. Ioriatti rijdt dit weekend twee tienden sneller op de 500 meter dan hij ooit in Thialf is geweest. Daar doe ik het voor. Daarbij wil ik over de hele linie het niveau omhoog brengen. Het gaat waarschijnlijk nog even duren voordat we echt de vruchten kunnen plukken, maar elk stapje is er een. Daarom ben ik ook heel blij dat ik een contract voor vier jaar heb gekregen. Op die manier kun je echt iets opbouwen. Je probeert iedereen elk jaar beter te maken."