Want ambitie, daar ontbreekt het de 29-jarige Ket niet aan. Aan inzet evenmin. Hij is gespecialiseerd in de 1000 en 1500 meter en werd op die laatste afstand Nederlands Kampioen in het olympisch jaar. Ket zit vrijwel nooit stil. Dat geldt voor zijn sportcarrière, waarin hij geniet van anderhalf uur vol rammen en het zichzelf afbeuken op een wielerparcours. Maar dat is ook aan de orde bij de functies die hij daarnaast vervult.
Officieel is Ket student. Hij studeert sportmanagement via internet, aan een speciale academie in Denemarken. Daar heeft hij profvoetballers als studiegenoten. Maar Ket is meer dan student en profschaatser. In zijn portefeuille zitten verantwoordelijke taken waarvan een standaard student wanhopig naar de kroeg zou rennen.
Gezien zijn keuze om dit jaar de touwtjes van zijn schaatscarrière in eigen hand te houden, is het niet verrassend dat Ket houdt van bestuurlijke functies. Hij maakt deel uit van de atletencommissie van NOC*NSF. Daarnaast zit hij in het bestuur van de atletenvereniging van de KNSB, behoort hij tot de stuurgroep topsport en is hij nauw betrokken bij een project van de KNSB voor het professionele langebaanschaatsen na Sochi, 2014.
Ket houdt van discussiëren en beargumenteren. Wie in zijn ouderlijk huis in Amstelveen aanschuift aan de keukentafel, merkt dat dit geldt voor de hele familie. “Dat levert vaak mooie gesprekken op”, zegt Ket.
Het is niet zo dat de schaatser graag zijn mening wil ventileren, of dat hij alleen denkt aan zijn eigen belang zodra hij de schaatsers van Nederland vertegenwoordigt. Zijn werk naast het schaatsen komt voort uit een stukje socialiteit. Zo noemt hij zijn doorbraak in het schaatsen slechts een ‘toevalligheid’. “Op mijn eerste NK werd ik ooit vijfde, maar ik vond het toen vooral ook leuk doordat mijn vriendjes en vriendinnetjes schaatsten. Anders was het misschien wel heel anders gegaan.”
Die instelling is in de loop der tijd veranderd. Hij schaatst niet meer om de vriendjes of vriendinnetjes. “Trainen is nu om het trainen.” Dus fietst hij zijn tochten van drie uur tegenwoordig net zo lief alleen, zonder pratende metgezel.
Met een achternaam als de zijne lijkt het ook niet gek dat Ket in het schaatsen is beland. Vader Ron verscheen in de jaren tachtig diverse malen aan de start bij wereldkampioenschappen sprint en maakte vijf jaar lang deel uit van de kernploeg sprint.
Maar toch lijkt de sportkeuze van Ket ook een toevalligheid. “Mijn ouders zeiden: Rhian je moet maar eens sport gaan doen.” Aangezien de toen 12-jarige Ket net een strenge winter achter de rug had en een vriendinnetje besloot te gaan schaatsen, toog Ket achter haar aan naar de Jaap Edenbaan in Amsterdam.
In eerste instantie leverde dat alleen pijnlijke voeten op, waarschijnlijk de verkeerde schaatsschoenen, maar zeventien jaar later weet hij dat het schaatsen hem veel meer heeft gebracht. “In het laatste jaar waar ik alleen was, leerde ik meer dan in de twee jaar daarvoor”, stelt Ket. Hij weet zeker dat hij nog een seizoen door wil gaan. Maar hoe, dat weet hij nog niet precies.
“Ik heb laten zien dat het alleen kan”, zegt Ket, die zich in het voorseizoen plaatste voor de wereldbekerwedstrijden. “Maar ik weet nu wel dat ik mijn plan van begin van het seizoen nog meer moet perfectioneren als ik nog beter wil. Dat is nu mijn doel.”
Lisette van der Geest is oud-langebaanschaatsster en is tegenwoordig werkzaam als journalist.