"Het is supergoed hier, maar dat wisten wij natuurlijk al", zegt Gerard van Velde. De trainer van Team beslist.nl ziet Thialf dan wel als hoofdbaan voor zijn ploeg “maar wij hebben hier in Enschede al regelmatig geschaatst”, vervolgt hij. “Het ijs ligt er goed bij, dus we kunnen alles doen wat we willen.” Het sprintteam was dan ook een van de eerste ploegen die aangaf zomerijs in Enschede wel te zien zitten. "Wij hebben eigenlijk Enschede altijd wel hoog staan."
Toch werd pas laat duidelijk dat Enschede deze zomer als vervanger van Thialf zou optreden. “We hadden in januari al gesprekken”, zegt Gerwin van Dam, hoofd technische dienst van IJsbaan Twente. “Toen kregen we te horen dat er genoeg ijs was in Europa, dus dat we het voor de KNSB niet hoefden te doen. Maar wij wilden Nederland graag zomerijs bieden, ook voor verenigingen.”
Van Dam is blij dat ook de topploegen besloten in Enschede te komen trainen. “Het is eigenlijk voor het eerst sinds het begin van de ijsbaan dat ze allemaal tegelijk hier zijn”, zegt hij trots. “Daar zijn we hartstikke blij mee als ijsbaan.”
Een beetje spannend vindt Van Dam, die twee jaar geleden begon als ijsmeester van de baan, de optocht aan toprijders wel. “Dan sta je ineens naast een bekende Nederlander”, grapt hij. Toch was hij daar snel aan gewend en de positieve reacties stromen binnen. “De teams zeggen dat het ijs top is en de temperatuur in de hal is goed.”
“Het enige waar we rekening mee moeten houden is een hogere energierekening”, lacht hij. “Verder is ijs gewoon ijs.”
Zomerijs lijkt tegenwoordig niet meer weg te denken uit de seizoensvoorbereiding van een schaatser. “Je slaat gewoon een brug”, zegt Van Velde. “Vroeger was het seizoen in maart ten einde en dan schaatste je niet eerder dan oktober. Dan moest je echt wennen. Tegenwoordig fris je gewoon meteen je geheugen op." Het mag pas de tweede training van de ploeg zijn op dit zomerijs, toch neemt Van Velde zijn rijders apart en wordt de techniek besproken. “Het kan nooit vroeg genoeg zijn om bepaalde dingen de kop in te drukken”, zegt hij. “Er kunnen gewoon fouten insluipen."
Jeroen Otter, bondscoach van de Nederlandse shorttrackploeg lijkt er precies zo over te denken. Zijn team traint maar liefst twee keer per dag op het ijs van Enschede. “We zijn schaatsers en die moeten schaatsen. Vooral in het shorttracken, waar techniek een heel belangrijk onderdeel is”, zegt hij.
Met de verbouwing van Thialf was het lang onzeker hoe de shorttrackers de zomer door moesten komen. Daarom kwam het ijs in Enschede voor de ploeg van Otter als geroepen. “Ik was hier nog nooit geweest”, zegt hij, "maar het is echt helemaal top, een mooie trainingslocatie." Ook volgende zomer zit het team nog verlegen om ijs en Enschede behoort volgens Otter zeker tot de mogelijkheden.
De shorttrackploeg is van juni tot maart op het ijs te vinden en ze maken dan ook meer ijsuren dan de gemiddelde langebaanploeg. Dat heeft volgens Otter naast de noodzaak voor training ook te maken met traditie. “Ik weet nog wel dat ik in '83 zelf in de zomer ging schaatsen en dat was toen echt een beetje not done. De traditie is; je gaat pas schaatsen als het vriest.”
Toch ziet Otter ook bij de langebaners een verschuiving. “Ze staan nu veel vaker op het ijs dan tien jaar geleden” Als de sprinters een 33'er willen rijden op de vijfhonderd meter moeten ze daar volgens Otter vooral mee doorgaan. “Je moet je techniek daarop aanpassen", zegt hij. "Die kun je alleen werkelijk trainen op het ijs."
Of de ploeg van Van Velde voor het nieuwe record gaat zorgen moet gaan blijken. “Iedereen zit nog in de opbouw”, zegt hij. “Ze gaan voor nu best goed, behalve Stefan. Hij heeft een schouder- en enkelblessure, dat is jammer. Verder is iedereen blessurevrij en dat is de voorwaarde om goed te worden.”
Wel kijkt de olympisch kampioen van Salt Lake City vooruit naar de wedstrijden die voor World Cup kwalificatie moeten zorgen. “Het duurt nog wel een aantal maanden, maar het is ook zo weer september”, zegt hij. De kansen voor zijn ploeg? “Geen idee”, zegt Van Velde. “We hebben zoveel goede schaatsers in Nederland.” Het liefst ziet hij zoveel mogelijk van zijn eigen rijders de World Cups halen. “De verwachtingen zijn er hoor, we hebben heel veel goede mensen en ze willen allemaal graag.”
Na de trainingen in Enschede vertrekt Team beslist.nl naar Inzell waar het volgende zomerijs op ze ligt te wachten. Ook Otter en zijn team zullen zich richting het Duitse ijs begeven, om vervolgens het ijs van Leeuwarden te betreden. “Vanaf dan gaan we er eigenlijk niet meer vanaf”, lacht Otter.
De shorttrackers zullen eerst een aantal Invitation Tournaments rijden waarna ze zich op de eerste World Cups richten. “Daarna is er weer een Invitation Tournament”, zegt Otter enthousiast. ”In het Utah Jazz Stadion, dat is echt prachtig, de tribunes zijn hoger dan in Sotsji.”
Otter heeft met zijn ploeg een goed seizoen achter de rug, met de wereldtitel van Sjinkie Knegt en het brons van de relaymannen als afsluiter. “We kunnen aardig schaatsen, dat is te zien. Maar ik wil niet één wereldkampioen hebben, ik wil dat iedereen op dat niveau kan presteren”, zegt de ambitieuze coach. “We zijn altijd fit en goed in conditie, maar we moeten gewoon efficiënter worden.”
Volgens Otter hebben landen als China, Japan, Amerika en Canada het geluk dat ze uit een grotere vijver vissen. “Wij moeten het met één of twee toppers doen, maar dat zijn dan wel meteen de beste”, lacht hij.
Volgende week donderdag zal op het zomerijs een mass start verreden worden. “De aanmeldingen stromen binnen”, zegt ijsmeester Van Dam. “Dat zullen wel meerdere pelotons worden.”
Ook een aantal rijders van Team beslist.nl zal mogelijk van start gaan. “Pim, Thomas en misschien Kai”, zegt Van Velde. “Natuurlijk is het olympisch geworden, maar het is ook gewoon een goede training.” 'Team Shorttrack' is ook van de partij. Toch denkt Otter dat de bouw en training van de shorttrackers niet de basis zijn voor een goede mass start. “Je ziet dat Sjinkie prima zijn positie kan zoeken in dat spel”, zegt Otter. “Tot het gas erop gaat, dan moet 'ie gewoon lossen. Voor de prijzen hebben we daar eigenlijk niets te zoeken. Jammer, want het is wel een leuk onderdeel.”
De trainingen van de toppers op het zomerijs zijn gratis te bezoeken en daar maken veel fans dankbaar gebruik van. Amanda en Antina Kappert staan al de hele dag langs de baan. Moeder en dochter zijn groot schaatsfan en willen de rijders nu eindelijk eens van dichtbij zien trainen. “Het is wel heel mooi en heel bijzonder”, zegt Amanda. “Dat ze bijvoorbeeld maar vijf slagen op het rechte stuk maken.”
Moeder Kappert heeft vroeger fanatiek geschaatst en is in 2009 samen met haar dochter weer begonnen. “Samen schaatsen is heel leuk. Ik heb mijn techniek nog wel maar geen uithoudingsvermogen”, lacht ze. “Het is een heel mooi gezicht hoe deze mannen schaatsen. Dan word ik wel een beetje jaloers, ik heb er altijd veel spijt van gehad dat ik gestopt ben."
De dames aanschouwen de trainingsactiviteiten al drie dagen, maar hebben er nog niet genoeg van. “We gaan morgen weer”, zegt Amanda, “want ik heb Koen Verweij nog niet gezien.”