Ruim acht jaar geleden werd bij Herman Engbers kanker geconstateerd. Strijdbaar ging hij deze ziekte te lijf. Na een aantal ‘schone’ jaren kwam echter in 2008 de ziekte weer terug en sindsdien voert hij een ongelijke strijd. Het trainersvak bezorgt hem tot op de dag van vandaag nog de nodige afleiding en vanuit de ‘schaatsfamilie’ ontvangt hij veel steun. Schaatsen is naast z’n gezin het belangrijkste in z’n leven.
Hoe ben je in aanraking gekomen met schaatsen?
“Dat heb ik vanuit school meegekregen. Op de MTS in Hengelo hadden we een kampioenschap en daar werd ik tweede of derde. Sindsdien ben ik blijven hangen in de sport.”
Sinds wanneer ben je al schaatstrainer?
“Ik ben in 1964 begonnen met schaatsen en heb tot mijn 25e zelf geschaatst. Daarna was ik betrokken bij de oprichting van Schaatsclub Ootmarsum en daar ben ik ook gelijk begonnen als schaatstrainer. Vervolgens werd ik gevraagd om gewestelijk trainer te worden. Eerst heb vijf jaar de junioren getraind en daarna nog zo’n vijf jaar de ‘groten’. Totdat ik acht jaar geleden ziek werd. Toen ben ik samen met Koen Wijlens een nieuw team gestart. Eerst was dat Team CA, daarna hebben we vier jaar Systabo als sponsor gehad en nu hebben we een hagelnieuwe sponsor: ForIce.” www.team-forice.nl
Wat is volgens jou het verschil tussen clubtrainer, gewestelijk trainer en teamtrainer?
“Daar zitten grote verschillen in. Een club bestaat uit leden die je training geeft en in een gewest moet je werken met de rijders die je toegewezen krijgt, omdat ze zo goed zijn. De groep die we nu hebben, stellen we zelf samen en bestaat uit rijders die met elkaar hard willen trainen. Anders kom je er niet in. Het zijn vier meiden en vier jongens die net uit het gewest komen. Ze zijn zo’n 18-19 jaar en zouden anders tussen wal en schip vallen. In het verleden zijn schaatsers als Jorien Voorhuis, Freddy Wennemars, Michel en Ronald Mulder via ons team toch weer verder gekomen.”
Hoe is het voor je om deze rijders nu internationaal te zien rijden?
“Dat is bijzonder prettig. Zeker gezien de situatie waarin ik nu verkeer. De contacten zijn nog altijd ontzettend goed. Ze komen allemaal zeker één keer in de maand wel even langs. Als trainer ben ik soms wel 40 uur per week actief geweest, maar wanneer ik zie hoe we nog altijd met elkaar omgaan, krijg ik daar alles van terug. Dat gemoedelijke, ook langs de baan, is echt voortreffelijk.”
Wat is voor jou het mooist aan schaatstrainer zijn?
“De vooruitgang die je ziet, vind ik verreweg het mooist. Wanneer je rijders elk jaar het vertrouwen houden dat ze vooruit gaan. Ik heb ‘de Muldertjes’ wel eens gezegd ‘Jongens, doe nu maar rustig aan. Je moet niet hard rijden als je 16 bent – het is wel mooi als je dan een beetje doorrijdt – maar je moet hard rijden als je volwassen bent. Zo’n 24-25 jaar.’.”
Wat is je sterke punt als trainer?
“De mentale kant. Rijders het vertrouwen geven dat ze het kunnen. De persoonlijke dingen vind ik het mooist. Het is fantastisch om met die jongens, meiden en ook collega-trainers te werken.”
Ondanks je ziekte ben je nog altijd betrokken bij het Team ForIce.
“Jazeker. Ik maak nog altijd de trainingsschema’s voor mijn collega Koen Wijlens, die op dit moment het werk op het ijs doet. Ik vind dat hartstikke mooi om te doen. We werken bijzonder prettig samen en hebben een geweldige klik met elkaar. Zelf kom ik nog 1-2 keer per week bij de trainingen op de ijsbaan in Enschede. Dan maken we videobeelden om naderhand technisch te bekijken wat goed en wat fout ging. Naar trainingen toe gaan en af en toe wedstrijden bekijken, houdt me op de been.”
Op 8 januari jl. ontving je uit handen van Cor Brussche, voorzitter gewest Overijssel, de Zilveren Schaats. Hoe heb je dat ervaren?
“Ik had het totaal niet verwacht. Ik dacht wat willen ze nu toch allemaal. Ik was helemaal verrast en ik kon ook niks uitbrengen. Zo’n waardering is natuurlijk fantastisch.”
Wordt het werk van vrijwilligers wel eens onderschat?
“Dat denk ik wel. Als je ziet hoeveel mensen, kijk alleen al naar juryleden, elke zaterdag-/zondagavond nodig zijn om een wedstrijd te organiseren. Vaak zijn het wel de ouders van de desbetreffende kinderen die meerijden, maar ze moeten het toch maar doen.”
Welke vrijwilliger wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!