De eerste dagen dat Perron in Nederland was, hadden de Nederlandse toprijders de mogelijkheid één op één met haar te werken. De systematiek waarmee ze werkt had direct al een positief effect op een aantal rijders. Zo liet bijvoorbeeld Thomas Kennes aan het einde van de week zien alle drievoudige sprongen te beheersen, een opsteker voor de jongen die zo lang geteisterd werd door blessures.
Hoewel de geselecteerde rijders konden profiteren van de aanwezigheid van Perron, was haar komst met name bedoeld om de Nederlandse coaches bij te scholen. Zelf sprak ze liever van het delen van kennis en ervaringen.
De eerste dag was er met name aandacht voor methodiek en techniek. Alle sprongen ging de topcoach een voor een langs, waarbij ze uitlegde hoe ze iedere sprong stap voor stap opbouwt. “Om het spiergeheugen op te bouwen maak ik veel gebruik van oefeningen. Dat werkt beter dan rijders steeds maar laten springen en vallen. Het spiergeheugen vormt zich dan naar die fout en dat is natuurlijk niet wat we willen.”
“Je moet wel altijd kunnen uitleggen waarom je een bepaalde oefening doet. Iedere oefening heeft een doel. Alleen dan zullen rijders zich daarop willen richten. Ze moeten het begrijpen. Oefeningen zorgen voor kwaliteit,” legde ze uit. “Het is uiteindelijk de bedoeling dat het een automatisme wordt, zodat je onder alle omstandigheden die sprong kunt doen.”
Deels waren de workshops van praktische aard op het ijs, maar deels was het ook theoretisch. Zo gaf Perron ook een presentatie over de manier waarop je een ‘atleet bouwt’. Ze ging daarbij met name in op de rol van trainers, ouders en de organisatie eromheen. Het was een leerzame presentatie die het professionalisme in Canada nogmaals benadrukte.
Zich realiserend dat de situatie in Canada niet te vergelijken is met de situatie in Nederland gaf Perron de aanwezige trainers mee dat er wereldkampioenen op ieder werelddeel te vinden zijn en dat het een kwestie is van omgaan met de situatie. “Als zelfs Stephane Lambiel uit Zwitserland wereldkampioen kan worden door grotendeels op publieksijs te trainen, dan is er heel veel mogelijk.”
“De sleutel tot succes is hard trainen. Als coach ben je verantwoordelijk voor alles, dus als een schaatser niet presteert zoals je zou willen, moet je bedenken hoe je het anders moet aanpakken. Voor alles is een plan.”
Dat Perron voor alles een plan heeft, bleek ook uit de manier waarop rijders en ouders zich aan haar regels moesten houden toen de Canadese een schaatsschool runde in Montreal. De topcoach tolereerde niet dat rijders hun neus gingen snuiten of een slokje water namen tijdens de training, want iedere minuut moest benut worden.
Een goede verstandhouding met de ouders was voor Perron erg belangrijk, maar ook zij waren aan regels gebonden. Zo mochten ze niet de trainingen van hun kinderen bijwonen, behalve één keer per week. “Als ouders op de tribune zitten trainen kinderen anders. Dan willen ze niet vallen, maar laten zien hoeveel progressie ze maken. Dat heeft een averechts effect op die progressie. Als ouder ga je toch ook niet met je kind mee naar school?”
Naast het informerende deel van het seminar, was er ook veel ruimte voor interactie. Zo bekeken alle coaches gezamenlijk de küren van Nederlandse rijders, moesten ze deze analyseren en monitoren.
Het ging daarbij om vragen als ‘hoe bouw je een kür op’, ‘hoeveel risico’s plan je in’, ‘heb je alternatieven indien de situatie daar om vraagt’ en ‘hoe plaats je elementen op een strategische manier in je kür’. Op de laatste dag van het driedaagse seminar liet Perron de trainers opdrachten maken over de trainingsopbouw tijdens de grote internationale kampioenschappen en de organisatie van een stage.
Niet alleen Nederlandse coaches waren aanwezig op het seminar, ook buitenlandse coaches waren welkom. Andrejs Vlascenko, voormalig toprijder uit Duitsland en inmiddels coach in München, participeerde in het seminar. Vlascenko: “Het was een heel inspirerend seminar. Ik heb weer veel nieuwe creatieve ideeën opgedaan en ben er zeker van dat ik ze in mijn verdere werk kan gebruiken. Het was leuk om zoveel goede coaches te ontmoeten.”